Latijn Voc 108-213

dux

dux

ducis m leider

pugna

pugnae v gevecht

alius

alia, aliud, alterius een ander(e)

vacuus

+abl vacua, vacuum leeg, vrij van

invidia

invidiae v jaloezie, haat

decus

decoris o eer, sieraad

servus

servi m slaaf

via

viae v weg

barbarus

barbara, barbarum vreemd, onbeschaafd

preces

precum v mv smeekbeden

opus

operis o werk

pax

pacis v vrede

communis

+dat ~, commune, communis gemeenschappelijk aan

nunnulli

nonnullae, nonnulla enkele

par

+dat ~, ~, paris gelijk aan, opgewassen tegen

ingens

~, ~, ingentis reusachtig

victor

victoris m overwinnaar

iustus

iusta, iustum rechtvaardig

fortuna

fortunae v lot, toestand

imperium

imperii o heerschappij, opperbevel, rijk

socius

socii m bondgenoot, deelgenoot

terra

terrae v aarde, land

vetus

~, ~, veteris oud

moenia

moenium o mv stadsmuren

summa

summae v hoofzaak, top

annus

anni m jaar

insignis

~, insigne, insignis opvallend

sacer

sacra, sacrum heilig, gewijd

novus

nova, novum nieuw

arma

armorum o wapens

cuncti

cunctae, cuncta alle

natura

naturae v natuur, aarde

pectus

pectoris o borst, hart, verstand

frumentum

frumenti o graan

consuetudo

consuetudinis v gewoonte

plebs

plebis v plebejers, volk

genus

generis o afkomst, soort

vallum

valli o wal

caput

capitis o hoofd, hoofdstuk

collis

collis m heuvel

talis

~, tale, talis zodanig

iudex

iudicis m rechter

telum

teli o aanvalswapen, projectiel

validus

valida, validum krachtig

labor

laboris m werk, leed

magnus

magna, magnum groot, belangrijk

sapiens

~, ~, sapientis wijs, verstandig

facinus

facinoris o daad, misdaad

femina

feminae v vrouw

os

oris o mond, gelaat

impetus

impetus m aanval, opwelling

quantus

quanta, quantum hoe groot, (zo groot) als

urbs

urbis v stad

solus

sola, solum, solius alleen, eenzaam

levis

~, leve, levis licht

qualis

~, quale, qualis hoedanig, (zodanig) als

paratus

parata, paratum bereid

nobilis

~, nobile, nobilis adellijk, beroemd

virgo

virginis v maagd, meisje

pecunia

pecuniae v geld

ars

artis v vakmanschap, kunst

initium

initii o begin

inferus

infera, inferum laaggelegen

cura

curae v zorg

campus

campi m vlakte

agmen

agminis o troep, colonne

imperator

imperatoris m opperbevelhebber

regio

regionis v streek

altus

alta, altum hoog, diep

pars

partis v deel, kant

vestis

vestis, v kleding

praeda

praedae v buit, prooi

populus

populi m volk

mos

moris m gewoonte

species

speciei v aanblik, schijn

privatus

+abl privata, privatum privé, beroofd van

spatium

spatii o ruimte, afstand, tijdsduur

modus

modi m wijze, maat

aetas

aetatis v leeftijd, periode

honor

honoris m eer, ereambt

laus

laudis v lof, verdienste

tristis

~, triste, tristis droevig, onvriendelijk

complures

~, complura, complurium meerdere

pater

patris m vader

iniquus

iniqua, iniquum ongelijk, ongunstig, oneerlijk

superus

supera, superum hooggelegen

gratia

gratiae v charme, aanzien, dank

soror

sororis v zus

proelium

proelii m veldslag

insidiae

insidiarum v hinderlaag, valstrik

mensa

mensae v tafel

pretium

pretii m prijs

reliquus

reliqua, reliquum overig

civitas

civitatis v burgerrecht, stad

meus

mea, meum mijn

saevus

saeva, saevum woest, wreed

legatus

legati m gezant, onderbevelhebber

tempestas

tempestatis v tijd, storm

salus

salutis v welzijn, redding

liberi

liberorum m kinderen