Duits 150 - 300 D-N
0.0(0)
Studied by 1 person
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/220
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
221 Terms
1
New cards
ausbilden
opleiden
2
New cards
das Ziel
het (eind)doel
3
New cards
der Hersteller
de fabrikant
4
New cards
herstellen
fabriceren, vervaardigen
5
New cards
die Lage
de ligging, de situatie
6
New cards
in der Lage sein
in staat zijn, vermo- gen, bij machte zijn
7
New cards
das Abitur
het vwo-examen
8
New cards
(das Abi)
het vwo-diploma
9
New cards
der Abiturient
de examenleerling
10
New cards
der Durchschnitt
het gemiddelde
11
New cards
durchschnittlich, im Schnitt
gemiddeld, door de bank genomen
12
New cards
der Fall
het geval
13
New cards
im Notfall
in geval van nood
14
New cards
das Hirn, das Gehirn
het brein, de hersenen
15
New cards
offenbar
blijkbaar, zo te zien
16
New cards
das Öl
de olie
17
New cards
(ver)spüren
voelen, bespeuren
18
New cards
ständig
voortdurend, almaar
19
New cards
nennen
noemen
20
New cards
ernennen
benoemen
21
New cards
die Maut
de tol
22
New cards
das Kraftwerk
de centrale (om stroom op te wekken)
23
New cards
gestalten
vormgeven
24
New cards
genau
precies
25
New cards
schaffen
het halen, het voor elkaar krijgen, scheppen, maken
26
New cards
der Grundsatz
het principe, de grondregel
27
New cards
grundsätzlich
principieel, in principe/beginsel
28
New cards
versuchen
proberen, trachten
29
New cards
der Versuch
de poging,de test
30
New cards
reichen, ausreichen, hinreichen
voldoende zijn
31
New cards
die Maßnahme
de maatregel
32
New cards
malen
schilderen
33
New cards
die Malerei
de schilderkunst
34
New cards
das Gemälde
het schilderij
35
New cards
sich beschäftigen mit
zich bezighouden met
36
New cards
die Beschäftigung
de bezigheid, het werk, de baan,de werkgelegenheid
37
New cards
die Beschäftigten
de werknemers
38
New cards
fähig
in staat tot,bekwaam, vaardig
39
New cards
die Fähigkeit
de capaciteit, vaardigheid, vermogen
40
New cards
durchaus
volstrekt, beslist, absoluut
41
New cards
erzeugen
opwekken
42
New cards
das Erzeugnis
het product
43
New cards
verzichten auf
afzien van, bedanken voor
44
New cards
sammeln
verzamelen, bijeengaren
45
New cards
der Sammler
de verzamelaar
46
New cards
staunen
verbaasd/beduusd zijn
47
New cards
erstaunlich
verbazingwekkend, opzienbarend
48
New cards
empfinden
(ge)voelen, ervaren
49
New cards
empfindlich
gevoelig, kwetsbaar, teer
50
New cards
empfindsam
overgevoelig, weekhartig
51
New cards
ahnen
vermoeden, bevroeden
52
New cards
ahnungslos
argeloos, zonder iets te vermoeden
53
New cards
der Kunde
de klant
54
New cards
der Kundendienst
de servicedienst
55
New cards
die Schicht
de laag
56
New cards
der Wohlstand
de welvaart
57
New cards
angeblich
naar verluidt, zogenaamd
58
New cards
wider
tegen (... in)
59
New cards
widerwillig
met tegenzin, node, tegen heug en meug
60
New cards
das Verhältnis
de verhouding
61
New cards
die Verhältnisse
de omstandigheden
62
New cards
verhältnismäßig
relatief, verhoudingsgewijs
63
New cards
die Stelle
de plaats, de plek,de baan,de instantie
64
New cards
dreistellig
met drie cijfers voor de komma
65
New cards
die Zahl
het getal, het aantal
66
New cards
die Ausstellung
de tentoonstelling
67
New cards
schlimm
erg, ernstig
68
New cards
die Nahrung
het voedsel, de leeftocht
69
New cards
nahrhaft
voedzaam
70
New cards
sich langweilen
zich vervelen
71
New cards
die Heimat
de geboortestreek, het vaderland
72
New cards
der Alltag
het alledaagse leven
73
New cards
der Fortschritt
de vooruitgang, progressie
74
New cards
der Boom
de opleving in de vraag naar een product
75
New cards
boomen
een opleving doormaken, explosief groeien
76
New cards
nachhaltig
duurzaam, milieu- vriendelijk
77
New cards
der Beleg
het bewijs
78
New cards
überprüfen, prüfen,
controleren, kritisch bekijken
79
New cards
die Prüfung
de toets, het tentamen
80
New cards
die Ein
, die Zuwanderung - de immigratie
81
New cards
der Auswanderer
de emigrant
82
New cards
die Wanderung
de lange wandeltocht
83
New cards
der Wanderer
de wandelaar
84
New cards
der (An)Reiz
de prikkel
85
New cards
entlassen
ontslaan, de laan uit sturen
86
New cards
die Öffentlichkeit
de openbaarheid, de publieke opinie
87
New cards
öffentlich
openlijk, publiekelijk
88
New cards
veröffentlichen
publiceren, uitbrengen
89
New cards
erlauben
toestaan, veroorloven
90
New cards
sich bewerben
solliciteren
91
New cards
verfügen über
beschikken over
92
New cards
zur Verfügung stellen
ter beschikking stellen
93
New cards
trennen
scheiden
94
New cards
der Müll
het afval, vuilnis
95
New cards
die Gebühren
de kosten, de tarieven
96
New cards
bezeichnen
aanduiden, betitelen
97
New cards
jeweils
telkens, steevast
98
New cards
jeweilig
van een bepaald ogenblik
99
New cards
je
ooit,elk
100
New cards
erheblich
aanzienlijk, aanmerkelijk
Note 
Flashcards (28)