Economics

Woordenschat

vereisten, verantwoordelijkheden, gewenste kwalificaties voor een baan.

Functieprofiel:

bevat: functietitel, voorstelling bedrijf, inhoud job, aanbod, profiel, competenties, contactgegevens.  

Vacature bevat:

thank for interest en- in company, wish luck further

Rejecting solicitant: say..:

Invite for gesprek, When, where, with who, give company details

Found potential solicitant say….:

Zijn naam, adres and Job: tijd, locatie, werkuren & in a week, vakantiedagen, opzegtermijn, loon & date, pensioenregeling, cao’s van toepassing

Werkgever informeert werkgevers over:

Onderneming die 1e werknemer aanwerft moet inschrijven bij RSZ, Then he autom. gets affiliate with vakantiefonds to pay for loans. Rijksdienst voor Sociale Zekerheid       

RSZ-inschrijving:

via “” indentificeert onderneming bij RSZ info includes beveiligd, beveiligd WIDE-gedeelte. werkever identification des employeurs

WIDE identificatie?

bericht aan RSZ → werkgever vermeld begin, einde van 1arbeidsovereenkomst voor de1,max 1dag na einde1.

DIMONA aangifte:

arbeidsongevallenverzekering

Preventiedienst: 

veiligheid, gezondheid, hygiëne, comfort, ergonomie en-verfraaiide werkplaats, no psychosociale belasting adhv 1,2.

Via de oprichting 1interne preventiedienst, 1Externe Dienst: for safety employer provides:

money for→ ongeval werk, onderweg naar/van werk, salariswordt gedekt, ongevalskosten.

Arbeidsongevallenverzekering is wettelijk, provides

werkgever moet elke betaalperiode, loonafrekening bezorgen. 

Elke betaalperiode moet werkgever?

kun je papier/digitaal bezorgen.bevat1: date betaling, loon moet 4e werkdag na arbeidsperiode betaald worden.

1loonbrief:

jaarlijks loonverzicht van bruto, netto, loonperiodes. werkgever houdt dit 5jaar bij, werknemer ontvangt voor 1 maart. 

individuele rekening: document bevat

met individuele rekening krijg je ook1 bevat: bedrag van alle betalingen, inhoudingen van het voorbije inkomstenjaar. Used to fill in belastingsaangifte

                                                                  

    1fiscale fiche 281.10:

overzicht loonberekening van __alle  werknemers__

globale loonstaat/betaalblad:

samenvatting van alle loonkosten

loonsynthese: 

werknemer die aangesloten bij een vakbond.

Gesyndikeerde:

een overerlegorgaan tussen vakbond vertegenwoordigers en werkgever. als je vertegenwoordiger kun om de 4 jaar worden verkozen.

Een ondernemingsraad/CPBW: 

Bedrijven varieren evenals de lonen en arbeidswaarden om gelijkheid te bevorderen kiezen bedrijven binnen 1zelfde sector een vertegenwoordiger in het paritair comite die cao's opstelt voor de hele sector. (Paritair= gelijke participatie)  Een PC stelt cao's voor sector. onderhandelingen voor alle werknemers door de Groep van Tien om de 2jaar. 

Onderhandelingen op sector bedrijf-en nationaalniveau: 

Vakbonden en werkgevers onderhandelen.

Sociaal overleg:

werknemersvereniging die werknemers vertegenwoordigt. De afspraken binnen sociaal overleg vastgelegd in cao.

Vakbond:

Wnr vakbonden en werkgevers akkoord zijn=

sociale vrede.

Het ACV, het ABVV en het ACLVB. 

__3 grote vakbonden__;

loopbaanbegeleiding, werkloosheidsdossier, stakersvergoeding, hulp belastingaangifte, rechtsbijstand, kortingen, info nieuwe wetgevingen, premie.

\

voordelen vakbond, je krijgt:

\-  betaalt lidgeld. Als werkomgeving goed is, lijkt dat verspilling, voordelen voor personeel gelden ook voor niet-leden.



\- De vakbonden vertegenwoordigen een groep so you might not feel heard, 



ze stellen pensioenleeftijd uit = jongere generaties lijden hieraan. 

nadelen vakbond:

  aankondigen hoelang staking duurt, datum

stakingsaanzegging:

waarde aan merk, product/ diensten, onderzoekt behoeften, vertaalt ze in producten.

Marketing:

naamsbekendheid vergroten, goed imago, meer omzet genereren, klanten werven, herhalingsaankopen creëren.  

__to get max sales with strategy__ they __:__

1strategie: prijs, product, plaats, promotie.  1zal: beeld van product versterken. vertrekt vanuit standpunt van de onderneming/ product om zo consument te bereiken

Marketingmix 4P’s:

bc productenaanbod kwam niet vanuit het klantenpersepectief.

4P's wasn't good bc?

stelt de klant centraal, vanuit klantenperspectief, customer, cost, convenience, communication. (upgraded version of marketingmix)

 4C’s:

het aantal verschillende productcategorieën is””

Breedte:  

mate van diversiteit binnen 1 product categorie

Diepte:

you see the product is and what it's for. 

Fysieke product:

niet tastbare kenmerken van product bv merk, reputatie, emotional worth

Totale product: 

__je keuze__ je offert de mogelijkheid op om plezier te hebben ten gunste van het belang van studeren. (een opoffering no emotions)

Opportuniteitskost:

is het __gevoel__ van een gemiste kans om plezier te hebben. (emotions from your choice)

Gepercipieerde kost:

prijs product

Productwaarde:

merkbekendheid

Merkwaarde:

relatie met de klant

Relatiewaarde:

kosten dat moeten gemaakt worden to get to the product. 

Gepercipieerde kosten:

\
Cost: wat n klant bereid is te betalen ‘klantwaarde’. You get what u pay for  ‘productwaarde’.

Cost: klantwaarde? productwaarde?

vertrek vanuit klantenperspectief. (sell solution not product)

Costumer:

The product should be easily accessible.

Convenience:

Ondernemingen build trust by, communiceren en betrekken klanten bij de marketingstrategie.( enquetes, opinions, events)

Communication:

dagdagelijkse producten cheap→ pen , suiker , shampoo

consumptiegoederen: Convenience good:

meer tijd om te kiezen → tv, clohtes, bag

consumptiegoederen:

shopping good:

expensive brands, cars

consumptiegoederen:

specialty good:

no one really knows it exists → insurance, diamond rings

consumptiegoederen:

Unsought good:

natuurlijke materialen to make product: hout, katoen, ijzer

__Industrielegoederen:__



Grondstoffen:

materialen to ondersteun the process: smeerolie, packaging

__Industrielegoederen:__



Hulpstoffen:

duurzame g used in process: gereedschappen, machines, wagens

__Industrielegoederen:__



Kapitaalgoederen:

bewerkte grondstoffen: textiel, staalplaten

__Industrielegoederen:__



Industriele consumentg:

online fysieke winkel apart( geen goeie site, geg komen niet overeen)

Multichannel:

beide kanalen meer geintegreerd= voorraad problemen bv niet in stock

Crosschannel:

beide kanalen heel goed geïntegreerd.

Omnichannel:

in 1 A4 uw bedrijf te visualiseren.

BMC Model:

short presentation of product,

Bevat: vertel verhaal, with facts, anekdotes, sell solutions, believe in the product urself, be exited, passionate, use many pics, vids, bijvoegelijke naamwoorden, oefen veel.

Pitch: bevat?

stappen die een koper doorloopt bef4 buying a product. 

AIDA(S)-model:

trek "" by lokken costumers bv reclame 

Aandacht:

then he has to have "" in pros of product bv info abt product

Interesse:

convince client to buy by giving good arguments as seller

Drang:

seller goes over to make customer buy

Actie:

the client will give rate after buying bv reviews

Satisfaction:

be confident, stand straight, smile, spreektempo, eye contact, open houding, be urself, observe clients by age, behaviour, find their desires.

Behaviour of seller:

wanna be treated well zo zullen ze kopen

__klanttypen:__ 

relatieklanten:

want u to know what ur talking abt buy based on knowledge

__klanttypen:__ 

Informatieklanten:

want u to be convinced by ur product want a convincing convo buy based on that.

__klanttypen:__ 

\
 Overtuigingsklanten:

want to buy smt but doesn't know what specific type yet.

Koopmotief:

wants a specific product 

Koopwens:

ask open Q's to get much info then closed q's and then confirmation Q's.

Trechtertechniek:

duidelijke arguments like price, afmetingen, stroomverbruik

Rationele argumenten:

speel in op t gevoel van klanten, why they 'should' buy it why it'll make their lives better. 



Give kenmerken of products then voordelen to get exited reaction and then prove it to them.

Emotionele argumenten:

beslist op basis van kortingen

Discountklant:

wil iets specifiek kopen

Behoeftegebaseerde klant:

depends on what seems good at that moment

Impulsklant:

keert terug naar je winkel

Trouwe klant:

wil niet direct iets kopen

Zwervende klant:

aks advice, says wishes, takes brochure, leans forward, smiles, wants to test, searches seller

Koopsignaal;

__interested:__ client..

teken dat een klant geintereseert is of totaal niet

Koopsignaal;

doubts, bodylanguage closed, nervous laugh, crossed arms

 

Koopsignaal;

__not interested__:client..

**Try to understad why they don't wanna buy by asking emotional Q's**: What gives u that feeling? What concerns u? verruim de mening of visie van de klant zodat de klant jouw standpunt begrijpt.



**Perspectief van klant verbreden:** (understand doubts and respond to them) waar baseert u die cijfers op? where's the info from? 



**Een actief voorste**l: bied oplossing, what's possible is.., what i recommend.., i can give this instead.. zet pros, cons op n rijtje, give enthousiasm 'i helped ppl like this..',



**sluit af**, what do u want me to do? 

Driestappentechniek: 



\
Aankoopstress: clients have doubts about buying, being hesistant last fase of buying.

biedt hulp

__Afsluittechnieken:__

hulpvaardige afsluittechnieken:

give em a little push, what do u think? Will u take it? 

__Afsluittechnieken:__

Assertieve afsluittechnieken:

\: convince client by giving valid arguments, give promo, it's the last one..

__Afsluittechnieken:__

Rationele afsluittechnieken

laadvermogen?

__Transportvormen__

capaciteit:

hoe snel vervoeren?

__Transportvormen__

snelheid:

toegankelijkheid plaatsen?

__Transportvormen__

bereikbaarheid:

wat is de reikwijdte?

__Transportvormen__

afstand:

what're the capabilities?

__Transportvormen__



 

productiekenmerken:

Globalisering stimuleert “” vergroot de schepen en routes, verlaagt kosten per container; Vlaamse zeehavens: Antwerpen, Gent, Zeebrugge, Oostende.

__Transportvormen__



Maritiem vervoer:

\: Vlaanderen heeft 1000+ km bevaarbare waterwegen, geschikt voor milieuvriendelijk en kostenefficiënt transport. Verbonden met 5 andere landen

Het net van Vlaamse binnenwateren

is duurder qua investeringen, brandstof en personeelskosten, maar biedt grote capaciteit en is ideaal voor het vervoeren van grote, zware goederen

Spoorvervoer:

Flexibel, maar plays part in verkeerscongestie, co2 uitstoot

Wegvervoer:

belangrijk voor economie met luchthavens zoals Zaventem, Oostende, Antwerpen en Kortrijkwevelgem.

luchtvervoer:

Betrouwbaar, milieuvriendelijk en veilig transportmiddel met beperkt gebruik, vooral geschikt voor vervoer van gevaarlijke goederen.

Pijpleidingen:

Verplicht document voor internationaal wegvervoer, regelt rechten en plichten van betrokken partijen(expediteur, transporteur en geadresseerde, ) en legt verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid vast.

CMR-vrachtbrief:

Gestandaardiseerde leveringsvoorwaarden die de rechten en plichten van koper en verkoper regelen in een vervoersovereenkomst

Incoterms:

( Twenty Foot Equivalent Unit) → een container van 20 voet lang, 8 meter breed en meestal 8,50 meter hoog.

TEU: