H5 §1: Genotype en fenotype

begrippen H5 §1: Genotype en fenotype

lichaamscellen

De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd.

chromosomen

Liggen als dunne draden in de celkern, elke celkern heeft 42 chromosomen.

DNA

Chromosomen bestaan voor een groot deel DNA, in deze stof zit alle erfelijke informatie opgeslagen.

celdeling

De moedercel deelt zich. Bij elke celdeling worden de chromosomen gekopieerd, zodat elke dochtercel dezelfde aantal chromosomen heeft.

gen

De stukjes DNA die samen de informatie hebben voor een eigenschap.

genotype

Alle genen, alle erfelijke informatie, is het genotype.

genexpressie

Als een gen actief is in de bijbehoorende cel, komt het gen tot uiting. Dit heet genexpressie, en dit is anders per cel.

fenotype

Alle eigenschappen van een organisme samen, je fenotype verandert met je leven mee. Het genotype blijft hetzelfde.

Het fenotype ontstaat:

genotype + omgeving (milieu) = fenotype