Studied by 1 person
Looks like no one added any tags here yet for you.
aangenaam
agréable
beleefd
poli
eruitzien
avoir l'air
de gemeente
la commune
gezellig
agréable, sympathique
het huisdier
l'animal de compagnie
de inwoner
l'habitant
klagen over
se plaindre de
het lawaai
le bruit
lawaaierig
bruyant
levendig
vivant
de moestuin
le potager
het nachtlawaai
le tapage nocturne
onbeleefd
impoli
het park
le parc
rustig
calme
kalm
calme
schoon
propre
de sportaccommodatie
les installations sportives
storen
déranger
veilig
sécurisé, en sécurité, sûr
verhuizen
déménager
vuil
sale
de wijk
le quartier
aardig
aimable, sympathique
het/de affiche
l'affiche
babbelen
papoter
beschouwen
considérer
de buur
le voisin
de buurman
de buurvrouw
le voisin, la voisine
de buurt
le quartier, le voisinage
het drankje
la boisson
een band smeden
créer un lien
een gesprek voeren
mener une conversation
eenvoudig
simple
de gastenlijst
la liste d'invités
gebruikmaken
utiliser
de gelegenheid
l'occasion
de groepsfoto
la photo de groupe
groeten
saluer
het hapje
La bouchée, le zakouski
de indruk hebben
avoir l'impression
kennismaken
faire connaissance
lachen
rire
meebrengen
amener
meedoen
participer, prendre part
nauwelijks
à peine
op iemand rekenen
compter sur quelqu'un
op straat
en rue
overtuigen
convaincre
de plek
l'endroit
snel
rapide, rapidement
sociaal
sociable
de stoel
la chaise
de uitnodiging
l'invitation
vergeten
oublier
verwelkomen
accueillir
het vooroordeel
le préjugé
zich inschrijven
s'inscrire
het appartement
l'appartement
bereikbaar
accessible
bereikbaarheid
accessibilité
de boerderij
la ferme
de bushalte
l'arrêt de bus
het dorp
le village
elkaar
l'un l'autre
de file
l'embouteillage
het gebouw
le bâtiment
gelukkig
heureux
het huis
la maison
de luchtvervuiling
la pollution de l'air
het openbaar vervoer
les transports en commun
het platteland
op het platteland
la campagne
à la campagne
rijk
riche
de ruimte
l'espace
de stad
la ville
het treinstation
la gare ferroviaire
de tuin
le jardin
ver
loin
het verkeer
la circulation
de woning
l'habitation
de woonplaats
le lieu de vie
dat is niet waar
ce n'est pas vrai
dat klopt
c'est exact
ik ga akkoord
je suis d'accord
ik ga volledig akkoord
Je suis complètement d'accord
ik geloof het niet
Je ne le crois pas
je hebt geen gelijk
tu n'as pas raison
je hebt gelijk
tu as raison
je hebt ongelijk
tu as tort
je vergist je
tu te trompes
Note 
Flashcard (20)