Studied by 1 person
Looks like no one added any tags here yet for you.
bewegen
bouger
de beweging
le mouvement
het geluk
la chance, le bonheur
gezond
sain
de gezondheid
la santé
lachen
rire
ontbijten
prendre le petit déjeuner
roken
fumer
rustig
calme, calmement
de tip
le conseil
de verslaving
la dépendance
de voeding
l'alimentation
volgen
suivre
aan tafel eten
manger à table
aandachtig
attentif
aanpassen
adapter
de aardappel
la pomme de terre
afblijven van
éviter
beperken
limiter
bevatten
contenir
bewerken
modifier
de boerderij
la ferme
de boter
le beurre
bevenaan
au-dessus, au sommet
de chips
les chips
de chocolade
le chocolat
de chocolademelk
le lait chocolaté
consequent
conséquent, logique
doorslikken
avaler
dorst hebben
avoir soif
het ei (pl: eieren)
l'oeuf
de frisdrank
le soda
het fruit
le fruit / les fruits
het gebak
la pâtisserie
het gedroogd fruit
le fruit sec, les fruits secs
het gevogelte
la volaille
de gewoonte
l'habitude
gezouten
salé
het glas
le verre
de groente
le légume
gunstig
favorable
het hapje
la bouchée
de hart- en vaatziekte
la maladie cardiovasculaire
honger hebben
avoir faim
het ijzer
le fer
de inspanning
l'effort
de junkfood
la malbouffe
de kleurstof
le colorant
de koek
le biscuit
koud
froid
de levensstijl
le style de vie
het lichaam
le corps
lusten
aimer (manger)
de maaltijd
le repas
de melk
le lait
de moeite
l'effort
nieuwsgierig
curieux
de noot
la noix
nuttig
utile
de olie (pl: oliën)
l'huile
ondergaan
subir
de oorsprong
l'origine
op zijn kop staan
être à l'envers
overboding
superflu
overtuigen
convaincre
plukken
cueillir
proeven
goûter
rijk aan
riche en
de snoepjes
les bonbons
toevoegen
ajouter
het tussendoortje
l'encas, la collation
verbeteren
améliorer
Note 
Flashcard (31)