H1 PM

Wat zijn de **4 voordelen van projectmatig** werken?

1. betere controle
2. betere communicatie
3. tevreden klanten
4. betere resultaten

Project

Een tijdelijke samenwerking van een aantal mensen, meestal uit verschillende vakgebieden, om binnen een vastgestelde tijd een vooral gesteld doel te bereiken of werk te voltooien binnen een vooraf gesteld budget.

Iron Triangle

1. Scope
2. Tijd
3. Budget

Scope

Wat moet er allemaal gedaan worden?

Tijd

Hoeveel tijd krijgen we om dit project uit te voeren?

Budget

Hoeveel mensen en middelen krijgen we voor dit project?

Scope Creep

De klant vraagt meer en meer uitbreidingen van je project of extra werk tijdens de uitvoering. Daardoor stijgt de kostprijs en/of de tijdsduur van je project.

3 manieren om werk uit te voeren

1. improvisatie
2. routineus
3. projectmatig

Improvisatie

Waarvoor?

* Plots, snelle, aan de hand van gebeurtenissen

Nadeel?

* Onzekere uitkomst & chaotische werkwijze

Voordeel?

* Veel vrijheid voor uitvoerder en ruimte voor creativiteit

Bijvoorbeeld?

* Verkeersongeval, last minute feest of toespraak

Routineus

Waarvoor?

* Herhaaldelijk werk met goed voorspelbaar resultaat

Nadeel?

* Nauwelijks vrijheid of creativiteit voor de uitvoeder

Voordeel?

* Je kan op eerdere oplossingen terugvallen en werkt volgens een duidelijke procedure

Bijvoorbeeld?

* Productie in fabriek, werk in een restaurant

Projectmatig

Waarvoor?

* Nieuw werk met eenmalig en tijdelijk karakter

Nadeel?

* Werkwijze is niet onmiddellijk duidelijk; veel frictie tussen bedrijf en klant of teamleden onderling

Voordeel?

* Je ontwerpt een plan van aanpak op maat van resultaat dat je moet halen: elk project ziet er anders uit

Bijvoorbeeld?

* creatieve projecten, website, productontwerp

Voordelen Waterval

Gestructureerd

* Elke fase sluit je eerst af voor je de volgende start

Voorspelbaar

* De klant krijgt precies wat is afgesproken

Gedocumenteerd

* Alles staat op papier

Gepland

* Iedereen weet wat er van hem of haar wordt verwacht

Nadelen Waterval

* Vage doelen
* Vraag klant wijzigt
* Trage voortgang
* Niet of te laat testen
* Excel hell
* Paper planning
* Team troubles
* Gemiste deadlines
* Masterpiece mentality

6 klassieke fases van project management

1. initiatief
* Wat is het idee? Kunnen we dit maken?
2. Definitie
* Wat moet er gebeuren? Hoeveel tijd, mensen en middelen hebben we?
3. Ontwerp
* Hoe moet het eruit gaan zien?
4. Voorbereiding
* Hoe en door wie kan het gemaakt worden?
5. Realisatie
* Het projectresultaat uitvoeren zoals gepland
6. Nazorg
* Testen, gebruiken en waar mogelijk instandhouden

Wet van Parkison

Hoe meer tijd je hebt voor een taak, hoe langer de taak duurt.

Uitstelgedrag

Stundentensyndroom: je geeft prioriteit aan je hoofdtaken en doet alles tegen de deadline, waardoor de mentale stress en druk toeneemt.

Pareto Principe

80% van de uitkomst wordt veroorzaakt door 20% van de oorzaken

Multitaskting

Je werkt tegelijkertijd aan meerdere activiteiten samen. Uit onderzoek blijkt dat we dat slecht kunnen. Leidt tot minder efficiënter werken.

Twee tegenstrijdige trekken komen samen in al deze tijdsverspillers

* We hebben de neiging om onszelf te overschatten → taken onderschatten
* Al snel een inschatting van de tijd willen opmaken → Waar bij je deeltaken vergeet
* Veel tijd rekenen → Waardoor alles nog langer duurt
* Grote projecten nemen te veel buffertijd → freelancers te weinig

Tijdverspillers

* Wet van Parkison
* Uitstelgedrag
* Pareto principe
* Multitasking

Hoe vermijden?

* overschat jezelf niet
* onderschat de taken niet
* werk met korte doorlooptijd
* slechts een taak per keer
* strikte en korte deadlines
* focus altijd op dringende en belangrijke zake eerst

4 waarden van het agile manifesto

1. mensen en hun onderlinge interactie zijn belangrijker dan processen en tools
2. Werkende producten zijn belangrijker dan allesomvattende documentatie
3. Samenwerking met de klant is belangrijker dan contractonderhandelingen
4. Inspelen op verandering is belangrijker dan een plan volgen

Klassiek Plan VS Scrum

Klassiek plan

* denken > denken > denken > doen

Scrum

* Denken > doen >tonen/testen > denken > doen > tonen/testen

Iteratieve ontwikkeling

1. Tevreden klant
2. Werkende onderdelen in korte werkperiodes
3. Constante ontwikkelsnelheid
4. Werkende producten

Open voor verandering

1. Een veranderende scope is welkom
2. Dagelijks samenwerken

Eenvoud & kwaliteit

1. Hoge technische kwaliteit en een goed ontwerp
2. Eenvoud is essentieel

Teamwork

1. Gemotiveerde medewerkers
2. Praten face to face
3. Zelforganiserende teams

Voortdurend reflectie & verbetering

1. team onderzoekt regelmatig hoe het beter kan samenwerken

Agile

Flexibel, wendbaar