Studied by 24 people
die Attraktion, die Attraktionen
de attractie
die Aussicht, die Aussichten
het uitzicht
die Ausstellung, die Ausstellungen
de tentoonstelling
das Bauwerk, die Bauwerke
het gebouw
der Eindruck, die Eindrücke
de indruk
das Künstlerviertel, die Künstlerviertel
de kunstenaarswijk
die Plattform, die Plattformen
het platform
das Publikum
het publiek
das Schauspielhaus, die Schauspielhäuser
het theater
die Sehenswürdigkeit, die Sehenswürdigkeiten
de bezienswaardigheid
die Spaltung, die Spaltungen
de splitsing
die Teilung, die Teilungen
de scheiding
das Tor, die Tore
de poort
die Trümmer
het puin
das Wahrzeichen, die Wahrzeichen
het herkenningsteken
die Wiedervereinigung, die Wiedervereinigungen
de hereniging
abreißen
afbreken, slopen
aufbauen
(weer) opbouwen
beherbergen
huisvesten, plaats bieden aan
beschädigen
beschadigen
einweihen
inwijden
entwerfen
ontwerpen
erbauen
bouwen, oprichten
erhalten
behouden
gehören zu
behoren tot
gelangen zu
komen, geraken
sich beziehen auf
verwijzen naar, betrekking hebben op
zerstören
vernielen
Note 
Flashcard (61)