OZV casus 2

Onderzoekend vermogen  

  • De student kan benoemen wat Evidence based practice (EBP) is 

  • De student kent de stappen van Evidence based practice (EBP) 

  • De student kan de kenmerken van diverse informatiebronnen benoemen 

  • De student kan onder begeleiding een wetenschappelijk artikel lezen 

  • De student kan onder begeleiding een probleem-, doel-, vraagstelling formuleren. 

 

Onderzoekend vermogen bevindt zich in casus 2,3,5,6 = in KT1 > in 3 lessen + een opdracht maken. = PL2.  

EBP-definitie: zorgvuldig, expliciete en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen met individuele cliënten over goede of gewenste zorg of behandeling.  

EBP zorgt ervoor dat je je eigen kennis en ervaringen van samen doet met het beste bewijsmateriaal.  

 

Stappen EBP 

  • Probleem/verwondering                                                                                                                       

  • Vraag formuleren  

  • Zoekstrategie maken  

  • Beoordelen bewijsmateriaal 

  • Toepassen in de praktijk  

  • Evalueren  

 

Verschil probleemstelling en doelstelling > probleem = het onderwerp dat onderzocht wordt en de doelstelling = inzicht krijgen, waar het onderzoek over gaat en waarom 

Vraagstelling: de vraag die je wil beantwoorden in je onderzoek 

 

Wetenschappelijke artikelen zijn standaard opgebouwd. > IMRAD: inleiding, methode, resultaat en discussie/conclusie.  

Inleiding; einde is de doelstelling of onderzoeksvraag. 

Methode; manier waarop de vraag wordt beantwoord.  

Resultaat: wat is er gevonden  

Discussie/conclusie: wat betekent wat er is gevonden, vergelijken,  

 

Informatiebronnen 

 Wetenschappelijke artikelen:

  • Kenmerken: Peer-reviewed, geschreven door experts, bevatten uitgebreide referentielijsten.

  • Gebruik: Ideaal voor academisch onderzoek en het onderbouwen van wetenschappelijke claims.

  1. Boeken:

    • Kenmerken: Uitgebreide dekking van een onderwerp, vaak geschreven door experts of professionals.

    • Gebruik: Geschikt voor diepgaande studie en achtergrondinformatie.

  2. Rapporten:

    • Kenmerken: Vaak gepubliceerd door overheden, onderzoeksinstellingen of bedrijven, bevatten data en analyses.

    • Gebruik: Handig voor actuele informatie en specifieke onderzoeksresultaten.

  3. Nieuwsartikelen:

    • Kenmerken: Geschreven door journalisten, snel gepubliceerd, gericht op actualiteit.

    • Gebruik: Goed voor het verkrijgen van recente informatie en het begrijpen van actuele gebeurtenissen.

  4. Websites:

    • Kenmerken: Variërende betrouwbaarheid, breed scala aan onderwerpen, vaak snel bijgewerkt.

    • Gebruik: Geschikt voor algemene informatie en actuele updates, maar betrouwbaarheid moet worden gecontroleerd.

  5. Handboeken en encyclopedieën:

    • Kenmerken: Samenvattend, overzichtelijk, geschreven door experts.

    • Gebruik: Ideaal voor basisinformatie en definities.

  6. Statistische databases:

    • Kenmerken: Bevatten kwantitatieve data, vaak gepubliceerd door overheden of internationale organisaties.

    • Gebruik: Geschikt voor het verkrijgen van statistische gegevens en trends.

PICO: werkt alleen bij vragen over interventies, prognose en preventie.  

P: patiënt of probleem 

I: interventie  

C: comparison of controle interventie  

O: outcome of uitkomsten of resultaten 

 

Toetsvraag: maak een PICO, zet de onderdelen op de juiste plek.  

Toetsvraag: probleemstelling, vraagstelling en doelstelling op de juiste plek zetten.  

Leerdoelen bestuderen.  

 

robot