fasen in het taalsontwekkelingsprosces

mensen hun brein zijn natuurlijk op voorbereid om te luisteren en het te beginnen verstaan, niet lezen.

Fasen

preinguale fase (nog niet sperken)

  • O+ huilen

  • 16w: vocaliseren (eu, ae, ee)

  • 4-8m: vocaalspel (da da da)

vroeinguale fase (1 a 2,5j)

  • holofrasen (1 woordzinnen)

    • bal

  • foutjes klinkers en medeklinkers

    • svrananvhaktivocaal: mellek (extra e toevoegen, makkelijker zo)

  • twee woordzinnentjes (± 2 jaar)

diffentiejatiefsane (± 2,5 à 5j)

  • vanaf school, sterkte uitbreindings van woordenschat

  • inzicht in morfologie → overgenralisatie ( enk/mv → 1 vark 2 varken)

  • neologismen bv. pihenkok ipv klokhuis

voltooiignsdase (va ± 5j)

  • geen einddatum

fouten

  • reductie '(woord korter)

    • vb. maat ipv tomaat

  • replicatie (herhaling klanken)

    • bv. bobo ipv boterham

  • frontereing (s, k achteraan in keel) → verandert met f en t

    • woorden vervangten door f , t kvooraan

    • dantu

  • gliding → ln half klank j / w (indpv i en r)

    • bwood

  • assimilatie (mede klinkers beïnvloeden elkaar)

    • vb. ieneneen

wolfskidneren

niet gestimuleerd dus ook niet konnen spreken

  • interessant voor weteenchappen zo kunnen ze weten hoe taal verwerfd word

meertaligheid

niet kennen

taal: aangebore nof aangeleerd

chonesky

  • aangeboren taalverweringssysteem

  • leert moedertaal moeiteloos

  • bewijs: apen

jean pigeaget

  • nature

  • hersenen → stimuleren

  • bewijs: worfskinderen

hoe leren volwassen kinderen aan

  • stem verheffen (omdat kinderen ook doen)

  • geluidsnabootsingen en onomatopeeën ( zo kunnen ze makkelijker relaties zetten met woorden)

  • woorden vaak herhlanen

  • werkwoord “doen” (zo hoeven zo nog niets e vervoegen)

  • vraag stellen → zelf bbeantwoorden

moeilijkheid taal

hangt van de moedertaal af die je al spreekt als je een andere taal leert

nederlands

problemen bij

  • de / het

  • meoilijke klanken

  • woorden die verschillende funcite hebben

robot