art nouveau

19de eeuw : de ontmoeting van de architectuur en de nieuwe technologie en het was de periode van de industriële revolutie en de opkomst van de massaproductie.

Art-nouveau : had een paradoxale houding tegen over de industriële, technologische vernieuwingen was de Art nouveau. - ideen naar voor gebacht door engelse ‘Arts and Carfts’-beweging van Wiliam Morris en John Ruskin.

Wiliam Morris en John Ruskin : kunst moet bijdragen tot een beter samenleving. de idustriele revolutie had de mens geen goed gedaan. arbeiders hebben niet meer vreugde meer in het werk door de machines en de beperkte loon.

oplossing : traditie van handwerken in ere herstellen. wilde kunt voor alle en door allen. Gesamtkunstwerk.

= Geen scheiding meer tussen de zgn Schone Kunsten en de decoratieve kunsten. Men wilde de esthetische kwaliteit van het alledaagse voorwerp verbeteren. Architecten, schilders en ambachtslieden moesten samenwerken om te komen tot harmonieuze woningen die een uniform geheel vormden.

het grote probleem: Woningen waren zeer arbeidsintensief en dus duur en lagen niet in het bereik van de gewone arbeider voor wie ze oorspronkelijk bedoeld waren.

Hoofdkenmerken van Art nouveau:

1. Art Nouveau is vooral een decoratieve en utilitaire kunst: een kunst van gebruiksvoorwerpen.

2. Men gaat inspiratie halen uit de natuur.

3. Art Nouveau is een dynamische kunst. De nadruk ligt op de beweeglijkheid van de lijn.

4. Nieuwe materialen: ijzer, glas en beton.

5. Japonisme en exotisme door de kolonisatie en uitgebreide handelsbetrekkingen.

6. Kunst door allen en voor allen.

de verspreiding van de Art nouveau in europa:

In de 19e eeuw waren internationale uitwisselingen gunstig door toenemende handelscontacten, met name met Japan. Dit leidde tot de verspreiding van de Art Nouveau-stijl in Europa, waar kunstenaars hun eigen interpretatie gaven aan bloemen- en plantenmotieven.

1. Brussel: art nouveau, Victor Horta

in Brussel zijn de eerste ‘arts and crafts’-beweging voor het eerste doorgedrongen. 20 kunstenaars maken een groep ‘les vingt’ en zij waren enthousiast over de geschriften van Morris. In dezelfde periode startte de jonge architect Horta zijn eige praktijk en snel ontwikkelde hij zijn eigen stijl van gebogen lijnen.

kenmerken:

• prototype van art nouveau

• alle kenmerken van A.N zijn aanwezig

• is de meester van zweepslaglijnen

• metaal wordt decoratief

• ruimtelijke indeling: hij speelt met niveau’s verschillen, tussenverdiepen met luchtkoepels en serres zo komt er natuurlijke licht naar binnen en groot ruimtegevoel

  2. Paris: art-nouveau: Hector Guimard

naam komt van de baanbrekende kunstzaak in Parijs. l’art nouveau was een progressieve salon waar jonge kunstenaars hun nieuwe kunst exposeerden en zo kwam deze kunststroming aan zijn naam. Hector had een invloed op zijn werk. eerst=neogotische stijl maar na bezoek van Bx ontdekte hij de werk van Horta.

• gebruik van gierijzer en glas over na horta

• zwierige vormen

• golvende lijnen van plantstengels en bloemknoppen minder gestileerd maar meer hioe ze er echt uitzien.

3. Barcelona: Catalaans modernisme, Antoni Gaudi

Barcelona had op de einde van de 19de eeuw een grote economische en culturele bloei. de meest bekende architect is Antoni Gaudi. grondlegger van organische architectuur, geloofde dat de mens in een natuurlijke habitat moest leven en hij zal de vormen uit de plantenwereld toepassen maar echt extreem.

kenmerken:

• invloed uit natuur, op een orgineel manier toegepast

• geen rechte lijnen

• gebruik van veelkleurige mozaïken

• ingenieuze werken tot in de kleinste detail afgewerkt

• bepaalde elementen worden vergroot en figuren lijken op die van de sprookjeswereld

Sagrada Familia: een basiliek in Barelona, er word nog steeds gewerkt aan dit gebouw.

kenmerken van Sagrada familia:

• het uitgangspunt was een gotische kerk maar dan extreem vergroot: 3 façades met elk 4 torens en in het midden een centrale toren van 170m

• 3 portalen en 7 kapellen

• inspireert door eucalyptus bomen

• gekleurde glasramen

• ramen gebaseerd op gotische kerken

4. Glasgow/ Schotland: Modern Style, charles Rennie Mackintosh

grote bloei en groeide uit tot een groot industriegebied. Vai de zee in contact met culturen buitren GB zoals Japen. Charles Rennie Mackintosh vormde de “the Glasgow Four”. de vrouwen zijn schilders en haalde inspiratie uit symbolisme en de mannen waren architecten hadden voorkeur voor strakke en strenge lijnen. deze combinatie zorgde voor succes in DU en in Wenen. Frances MacDonald was ook belangrijk, Glasgow was toen heel open en modern met een Glasgow School of arts die meisjes accepteerde en stimuleerde om hun talenten te ontwikkelen.

kenmerken:

• elegante, verticalle lijnvoering, inspriratie uit japanse meubelkunst

• simpele, rechte vormen

• voorkomende motieven: rozenknopen en de eivorm.

5. Wenen: Jugendstil/Wiener Secession, Otto Wagner en Joseph Hoffman

deze kunststijl groepeerde 19 schilders en architecten. in wenen staat de seccesion gebouw dat de visie van de kunstenaasr weergeeft. het werd ook gebruikt als tentoonstellingsruimte.

1903: productiegemeenschap Wiener Werkstatte, een productiehuis dat in lijn ligt van de arts and carftsbeweging. ontwerpte in fuctie van welbepaalde huize.

kenmerken van secession-gebouw:

• invloed van Glasgow

• gebruik van Goud, traditie van de keizer van Wenen

• uit bx de plantaardige vormen

kenmerken van de productiegemeenschap:

• abstracte patronen

• geometrische motieven zoals dambord, vierkanten en de rasterstructuur

stocletpaleis kemerken:

• prototype van gesammtkunstwerk waar vele samenwerken

• luxueuze materialen als marmer, verguld metaal, leder, …

• een beschermd monument,

oprichter van de wiener secession en een lid van de wienre werkstatte was Gustave Klimt.

ging opzoek naar vernieuwing