Bevruchting en embryonale ontwikkeling
het zure milieu doodt veel zaadcellen
alleen sterke zaadcellen komen door het cervixslijm
immuunsysteem valt vreemde zaadcellen aan
ze moeten de juiste eileider vinden
moet door buitenste laag van eicel dringen via de acrosoomreacite
Chemotaxis wordt geproduceerd wat een chemische lokstof is, die zaadcellen aantrekt
acrosoomreactie: Om als eerste de membraan van de eicel te bereiken lossen de enzymen die aan de acrosoom van de zaadcel zitten de corona radiata (buitenste laag) en glashuid (binnenste laag) op.
De eerste zaadcel die doordringt, heeft gewonnen en mag eicel bevruchten
Bevruchtingsmembraan ontstaat door een corticale reactie waardoor een laag gevormd word dat niemand anders meer binnen kan en de eicel gaat draaien om van de andere zaadcellen af te raken
amfimixie: kernen smelten β zygote.
5 dagen voor ovulatie
overlevingsduur: 4-6 dagen
zaadcel: 3-5 dagen
eicel: 12-24 uur (zonder bevruchting)
Zwangerschap is ongeveer 40 weken
transport naar baarmoeder door trilhaarcellen + klievingsdelingen starten dat mitose delingen zijn dat niet in volume toe nemen die gevormde cellen worden blastomeren genoemd
na een paar keer te deling ben je in de 16 tot 30 cellige stadium wat je de morula noemt, dit kan tot een volledig functionerde mens uitgroeien.
op dag 4 gaan de cellen zich hervormen waardoor je nu een blastula hebt met een holte dat je de blastula holte noemt
trofoblast: buitenste laag, zorgt voor voedingsstoffen en innesteling β word later placenta
kiemkop: binnenste laag, een ophoping van celmassa aan een van de uiteindes. β word later mens
dag 5: openbarsten bevruchtingsmembraan door het opzwellen van de cel want water stroomt in door osmose via de natriumpompen
bastula komt in aanraking met verdikte slijmvlies met veel slijmkliertjes door progesteron en oestrogeen.
Innesteling of ook genaamd implantatie: start op een of andere plaats.
cel begint nu groeien bij mitose
de cellen waren tot nu topitent, dus ze konden in alles uitgroeien, maar nu krijgen ze een speicalisatie
week 4:
Kieuwbogen (gewoon random bogen in ding) vormen nieuwe structuren
aanleg hart start
stompjes worden later ledematen
ogen + oor zichtbaar
week 6:
Handen en voeten
week 8:
menselijke vorm β foetus
placenta: wordt ontwikkeld op de plaatsen waar veel bloedvaten zijn om efficiΓ«nt stoffen uit te wisselen.
eindeweek 8: placenta + navelstreng klaar
vorming vruchtvliezen: amnion vlies komt in contact met die van de chorion omdat de vocht in de amnionholte blijft toenemen, de vliezen vergroeien met elkaar.
Organen groeien en beginnen te werken
het geslacht kan bepaald worden
weel 22: levensvatbaar
week 33: foetus draait, + zakt β baarmoederhals wordt breder en weker
een uitwisselingsorgaan tussen baby en moeder.
bloedvaten komen in contact met elkaar maar nooit direct in contact
kind naar moeder | moeder naar kind |
afvalstoffen |
|
het zure milieu doodt veel zaadcellen
alleen sterke zaadcellen komen door het cervixslijm
immuunsysteem valt vreemde zaadcellen aan
ze moeten de juiste eileider vinden
moet door buitenste laag van eicel dringen via de acrosoomreacite
Chemotaxis wordt geproduceerd wat een chemische lokstof is, die zaadcellen aantrekt
acrosoomreactie: Om als eerste de membraan van de eicel te bereiken lossen de enzymen die aan de acrosoom van de zaadcel zitten de corona radiata (buitenste laag) en glashuid (binnenste laag) op.
De eerste zaadcel die doordringt, heeft gewonnen en mag eicel bevruchten
Bevruchtingsmembraan ontstaat door een corticale reactie waardoor een laag gevormd word dat niemand anders meer binnen kan en de eicel gaat draaien om van de andere zaadcellen af te raken
amfimixie: kernen smelten β zygote.
5 dagen voor ovulatie
overlevingsduur: 4-6 dagen
zaadcel: 3-5 dagen
eicel: 12-24 uur (zonder bevruchting)
Zwangerschap is ongeveer 40 weken
transport naar baarmoeder door trilhaarcellen + klievingsdelingen starten dat mitose delingen zijn dat niet in volume toe nemen die gevormde cellen worden blastomeren genoemd
na een paar keer te deling ben je in de 16 tot 30 cellige stadium wat je de morula noemt, dit kan tot een volledig functionerde mens uitgroeien.
op dag 4 gaan de cellen zich hervormen waardoor je nu een blastula hebt met een holte dat je de blastula holte noemt
trofoblast: buitenste laag, zorgt voor voedingsstoffen en innesteling β word later placenta
kiemkop: binnenste laag, een ophoping van celmassa aan een van de uiteindes. β word later mens
dag 5: openbarsten bevruchtingsmembraan door het opzwellen van de cel want water stroomt in door osmose via de natriumpompen
bastula komt in aanraking met verdikte slijmvlies met veel slijmkliertjes door progesteron en oestrogeen.
Innesteling of ook genaamd implantatie: start op een of andere plaats.
cel begint nu groeien bij mitose
de cellen waren tot nu topitent, dus ze konden in alles uitgroeien, maar nu krijgen ze een speicalisatie
week 4:
Kieuwbogen (gewoon random bogen in ding) vormen nieuwe structuren
aanleg hart start
stompjes worden later ledematen
ogen + oor zichtbaar
week 6:
Handen en voeten
week 8:
menselijke vorm β foetus
placenta: wordt ontwikkeld op de plaatsen waar veel bloedvaten zijn om efficiΓ«nt stoffen uit te wisselen.
eindeweek 8: placenta + navelstreng klaar
vorming vruchtvliezen: amnion vlies komt in contact met die van de chorion omdat de vocht in de amnionholte blijft toenemen, de vliezen vergroeien met elkaar.
Organen groeien en beginnen te werken
het geslacht kan bepaald worden
weel 22: levensvatbaar
week 33: foetus draait, + zakt β baarmoederhals wordt breder en weker
een uitwisselingsorgaan tussen baby en moeder.
bloedvaten komen in contact met elkaar maar nooit direct in contact
kind naar moeder | moeder naar kind |
afvalstoffen |
|