Onderwerp: Kolonisatie door Spanje en Portugal in de 16de en 17de eeuw.
Belangrijke steden: Havana, Veracruz, Lima, enz.
Spanje en Portugal vormden relaties met ontdekte gebieden.
Beheer en exploitatie van grondstoffen en lokale bevolking.
Spaanse en Portugese rijken tussen 1581-1640.
Hoofdhandelsroutes en geografische claims (bijv. Cape Town, Nagasaki).
Verdragen zoals de Verdragen van Tordesillas en Zaragoza.
Portugese kolonies in Canada (Labrador, Newfoundland), Azoren, Madeira, en de kust van Afrika en Azië.
Spaanse kolonies in Zuid-Amerika, Centraal-Amerika, en delen van Noord-Amerika.
Factorijen aan de kusten voor verdediging en handel.
Vernietiging van inheemse culturen door middel van dwangarbeid en invoer van ziektes die leidde tot bevolkingsdaling.
Spanje: Sterke invloed door bouwkunst en verspreiding van het katholicisme.
Portugal: Beperkte invloed, vooral in Brazilië.
Conquistadores overnamen grote delen van Zuid-Amerika, onder leiding van Hernán Cortés.
Azteekse cultuur en conflicten met Spaanse veroveraars.
Invoering van ziektes zoals pokken leidde tot massale sterfte onder de inheemse bevolking.
Columbian Exchange: overdracht van producten tussen Amerika en Europa.
Begin van de transatlantische slavenhandel als oplossing voor arbeidskrachten tekort.
Handelsroutes voor slaven, grondstoffen en goederen tussen Europa, Afrika, en Amerika.
Slavernij als belangrijke economische factor.
Zowel negatieve als positieve stereotypen over inheemse bevolkingen in Amerika.
Beschrijvingen van inheemse gebruiken en geloofsystemen.