De student kent de ontwikkelingsfasen van een schoolkind/puber.
De student kan een verband leggen tussen leefomstandigheden, ontwikkelingsfase en gezondheidsproblematiek en kan dit verband toelichten.
De student kan de volgende begrippen uitleggen: 'acculturatie' en 'migratiegeschiedenis'.
Ontwikkelingsfase van Kind en puber.
Kind: zelfvertrouwen, autonomie, initiatief, competentie
adolescent: identiteit.
Dit wordt aangeleerd door sociologie en opvoedingsstijlen
Opvoedstijlen:
autoritatieve ouders: betrokkenheid is warm, legt redelijke eisen, laat het kind beslissingen nemen waar ze ready voor zijn
Autoritaire ouders: betrokkenheid is koud, is veel eisend en kan die op een vervelende manier laten merken, neemt de meeste beslissingen voor ene kind.
permissieve ouders: betrokkenheid is verwennen, eisen weinig en laten kinderen beslissingen nemen ook al ze er nog niet ready voor zijn.
Verwaarlozende ouders: ze zijn emotioneel verwijderd, hebben weinig eisen; geen intresse en beslissingen laten ze onverschillig
autoritatief: veel betrokken en veel controle
permissief: veel betrokken en weinig controle
autoritair: weinig betrokken en veel controle
verwaarlozend: weinig betrokken en weinig controle
Migratie verleden zorgt voor: onzekerheid en kennen het zorgstelsel niet.
Positief effect migratie: taalvaardigheden, sociale contacten, arbeidskansen, culturele verrijking, ecologische factoren en identiteitsvorming
Negatief effect migratie: sociaal eenzaamheid/isolement, hechtingsproblematiek, aanpassingsproblemen, stabiliteit en identiteitsvorming.
Gezondheidsvaardigheid: cognitief en sociale vaardigheden voor verkrijgen, begrijpen en toepassen voor gezondheid
Morbiditeit bij vluchtelingen: hep B en C, TBC, malaria, mazelen en waterpokken
Draagkracht verminderende factoren:
cultureel isolement
sociaal isolement
lichamelijke klachten
taalproblemen
financiële problemen ,
politieke elementen
relationele problemen
condition migrante
Draaglast verhogende factoren:
verblijfsvergunning onzekerheden
instanties problemen
problemen met gezinshereniging
generatie conflicten
discriminatie
cultuurverlies
ondergaan onderdrukking en geweld
acculturatie: het proces waarbij individuen of groepen de cultuur van een andere groep overnemen, vaak als gevolg van migratie of langdurige interactie tussen verschillende culturen.
integratie: het proces waarbij individuen of groepen zich aanpassen aan een nieuwe cultuur terwijl ze ook elementen van hun oorspronkelijke cultuur behouden, wat leidt tot een hybride culturele identiteit.
segregatie: het proces waarbij groepen binnen een samenleving gescheiden worden gehouden, vaak op basis van ras, etniciteit of sociale klasse, waardoor sociale interactie en gelijke kansen worden beperkt.
marginalisatie: het proces waarbij individuen of groepen worden uitgesloten van deelname aan sociale, economische en politieke activiteiten binnen de samenleving, wat leidt tot een verlies van invloed en middelen.