types
hyalien; meest voorkomend
elastisch; bevat elastine (orceïnekleuring)
fibreus; heeft eigenschappen van bindweefsel + kraakbeen;
= fibrocartillago; fibro(blast) maakt ECM en collageen
bevat collageen type I + type II
opm; geen enkel preparaat voor examen heeft dit!!
chondrogenese
a – mesenchymale condensatie
mesenchymale (stervormige) multipotente cellen condenseren
b – differentiatie tot chondroblasten
mesenchymale cellen zijn gedifferentieerd tot chondroblasten
beginnen met de aanmaak van extracellulaire matrix
c – Vorming van lacunes → chondrocyten
chondroblasten zijn nu omgeven door matrix → chondrocyten
elke chondrocyt zit in een eigen lacune
produceren meer matrix, waardoor de afstand tussen de cellen toeneemt
d – deling van chondrocyten → isogene groep
chondrocyten zijn hier gaan delen binnen dezelfde lacune
dochtercellen liggen bij elkaar in isogene groepen = chondronen
rond deze groepen zie je de territoriale matrix = celhof
= dense bindweefsellaag rond kraakbeen
bestaat uit 2 lagen;
buitenkant = fibreuze laag met fibroblasten (BW)
binnenkant = chondrogene laag met chondroblasten (kraakbeen); bron van nieuwe chondroblasten bij groei of (traag) herstel
bevat;
fibroblasten
chondroblasten
bloedvaten (deze zitten niet in kraakbeen zelf!!)
komt niet voor bij;
gewrichtskraakbeen = hyalien kraakbeen rond gewrichten
fibreus kraakbeen
chondroblasten; kunnen nog delen + aanmaak matrix
chondrocyten; aanmaak en onderhoud matrix
alleen; geïsoleerd
in groep; chondron
territoriale matrix | interterritoriale matrix |
---|---|
rond de chondrocyt(en) | tussen groepen chondrocyten |
|
|
donkerder | lichter |
75% GAGs (-) (basofiel)
25% collageen type II + chondronectine
glycosaminoglycanen (GAGs) gebonden aan centraal eiwit = proteoglycaan
proteoglycaan (PG) + hyaluronzuur = proteoglycaan-aggregaat