Allelen kunnen dominant of recessief zijn. Een dominant allel komt altijd tot uiting in het fenotype. Het wordt aangegeven met een hoofdletter. Een recessief allel komt alleen tot uiting als er geen dominant allel aanwezig is, en wordt aangegeven met een kleine letter.
Iemand kan homozygoot zijn voor een eigenschap, dit betekent dat hij/zij 2 dominante (AA) of 2 recessieve (aa) allelen bezit. Als een persoon 1 dominant en 1 recessief allel heeft (Aa) is hij/zij heterozygoot voor de eigenschap. In dit geval komt dus altijd de dominante eigenschap tot uiting.
dominant
allel dat altijd tot uiting komt
recessief
allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is
homozygoot
2 dezelfde allelen voor een eigenschap bezitten
heterozygoot
2 verschillende allelen voor een eigenschap bezitten