Polyfarmacie casus 4 albai
De student kan risico’s van polyfarmacie benoemen.
De student kan met behulp van een instrument de risico’s van polyfarmacie screenen.
De student kan prevalentiecijfers van slaapstoornissen bij ouderen benoemen.
De student kan verschillende vormen van slaapstoornissen benoemen.
De student kan het verschil tussen slaapstoornis en verstoord slaappatroon uitleggen.
De student kan verschillende non-farmacologische interventies bij slaapstoornissen noemen.
De student kan de invloed van slaapmedicatie benoemen bij kwetsbare ouderen.
Polyfarmacie= chronisch gebruik van 5 of meer medicijnen
Risico's= onderbehandeling, overbehandeling, interacties, ziekenhuis opname
Prevalentie= 30-40%
Medicatie bij ouderen oorzaak:
Tragere stofwisseling
Verlaagd lichaamsvocht
Afgenomen vet- of spiermassa
Verminderde leverfunctie
Verminderde nierfunctie
Comorbiditeit
Screeningsinstrument: STOPP, START, STRIP, zesstappenmethode, medicatieanamnese
STOPP: Screenings tool of older persons prescriptions -> geneesmiddelen die vermeden moeten worden
START: screenings tool to alert doctors to right treatment -> geneesmiddelen die ten onrechte niet gegeven worden
STRIP: systematic tool to reduce inappropriate prescribing
Zesstappenmethode: 1 patiënt probleem, 2 doel, 3 keuze, 4 start behandeling 5 patiënt info/instructie 6 follow up
Medicatieanamnese: uitgebreide vragenlijst
Slaapstoornis: klachten over slechte slaapkwaliteit en slaapkwantiteit waarbij functioneren overdag negatief wordt beïnvloed
Prevalentie': 1/3 slaapklachten en 10% slaapstoornis. Vooral bij ouderen 50% = 65+
Soorten slaapstoornissen:
Dyssomnieën: narcolepsie, jetlag, restless legs, myoclionieën
Parasomnieën: lichamelijke verschijnselen; nachtmerries, slaapwandelen, snurken, apneu, knarsen, nycturie
Secundaire slaapstoornissen: gevolg van; psychosen, paniekstoornissen, stemmingsstoornissen, dementie, COPD, alcoholisme
Overige slaapstoornissen; moeilijk classificeren; hypnagoge, hallucinaties en kort en langsslapers
Verschil slaapstoornis en verstoord slaappatroon;
Verstoord; tijdgebonden ontregeling van duur en kwaliteit slappatroon
Slaapstoornis; definitie en 3 nachten per week voor 3 maanden lang
Interventies; non-farmacologisch
Slaaphygiëne: bedtijden, ontspannende activiteit, bewegingspatroon overdag, voedingspatroon (niet zwaar, veel en koffie), slaapkamer, slaapritueel aanleren
Cognitieve gedragstherapie: gedachtes doorbreken en conditionering
Invloed slaapmedicatie ij ouderen; extra risico's zijn ze gevoeliger en duur werking kan langer zijn en spierverslappende effect erker > nycturie en vallen