De student kan de betekenis van de wet BIG in eigen woorden weergeven en weet het verschil tussen bevoegd en bekwaam.
De student kan uitleggen wat voorbehouden handelingen zijn en kan benoemen wat functionele zelfstandigheid is.
De student kan uitleggen op wie het tuchtrecht van toepassing is, waarop de tuchtrechter toetst en welke maatregelen opgelegd kunnen worden.
Betekenis wet BIG: het bewaken van de professionaliteit van de zorgverlener en zo de zorgvrager vertrouwen geven in de gezondheidszorg.
bevoegd; recht om handelingen te verrichten
bekwaam; kennis en vaardigheden om goed uit te voeren
bevordering en bewaking van kwaliteit beroepsuitoefening. bescherming van de patiënt tegen onzorgvuldigheid/ondeskundigheid
door; titelbescherming, voorbehouden handelingen, kwaliteitsbewaking, maatregelen en strafbepalingen
voorbehouden handeling brengen zoveel risico met zich mee dat ze alleen door deskundige uitgevoerd mogen worden in beroeps gebied
Definitie: Functionele zelfstandigheid verwijst naar het vermogen van zorgverleners om zelfstandig en verantwoordelijk bepaalde handelingen uit te voeren binnen hun beroepsgebied.
Functionele zelfstandigheid kan worden uitgeoefend door zorgverleners die bevoegd en bekwaam zijn in hun specifieke rol. Dit houdt in dat zij de juiste kennis en vaardigheden hebben om zelfstandig handelingen te verrichten, en dat zij beschikken over de noodzakelijke rechten om deze handelingen uit te voeren.
Het tuchtrecht is van toepassing op zorgverleners die onder de Wet BIG vallen. Dit omvat onder andere artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidszorgprofessionals. Het tuchtrecht toetst of zij zich houden aan de beroepsnormen en kan tuchtrechtelijke maatregelen opleggen bij onprofessioneel gedrag.
Tuchtrechtelijke maatregelen zijn sancties die kunnen worden opgelegd aan zorgverleners die zich niet houden aan beroepsnormen. Deze maatregelen kunnen onder andere bestaan uit: 1. Berisping - Een officiële waarschuwing die de zorgverlener erop wijst dat zijn of haar gedrag niet in overeenstemming is met de beroepsnormen. 2. Schorsing - Tijdelijke beëindiging van de bevoegdheid om bepaalde handelingen uit te voeren. 3. Ontzetting uit het beroep - Definitieve intrekking van het recht om als zorgverlener te werken. 4. Verplichtingen tot bijscholing of supervisie - Eisen dat de