AW HC9: leren en geheugen

leren en geheugen zijn essentieel voor dieren om zich aan te passen aan omgeving

1. belang van leerprincipes kennen als dierenarts

  • gedragsproblemen in de praktijk

  • oorzaak begrijpen helpt voorspellen welke interventies wel/niet gaan helpen

2. conditionering

conditioneren = proces dat leidt tot duurzame (meestal) adaptieve gedragsverandering, die berust op ervaring met de gevolgen vh gedrag en met de omstandigheden (condities), waaronder bepaalde gevolgen zich voordoen

verschillende soorten leren/conditionering:

klassieke vs operante conditionering

  • basisonderverdeling: moet dier iets doen om beloning te krijgen?

    • nee → klassieke conditionering

      • basistermen bij voorbeeld van Pavlov’s hond

        • US = unconditioned stimulus → eten

        • CS = conditioned stimulus → bel

        • (US →) UR = unconditioned response → kwijlen bij eten

        • (CS →) CR = conditioned response → kwijlen bij bel

      • voorbeelden in de praktijk:

    • ja → operante conditionering

      • response → bekrachtiging

      • bv skinner box: kooitje met pedaaltje voor rat

        • als pedaal ingedrukt→ bepaalde reactie (bv voer/schrok - afhankelijk van wat je ze wil leren)

      • door iets niet te doen voorkomen dat t een straf krijgt

        • bv schapen tegen schrikdraad aanlopen → daarna niet meer

      • voorbeelden in de praktijk:

voorwaarden

  • bekrachtiging/bestraffen

    • types van beloningen:

    • maakt het uit hoeveel beloning?

      • hoe meer beloning, hoe meer bereidheid tot werken - tot op zekere hoogte!

  • timing heel belangrijk in klassieke conditionering - te laat, lastig associeren

    • types:

    • uitzondering: smaakaversie - kan meer dan dag duren voor reactie krijgt op stimulus

      • evolutionair van belang → wat is veilig om te eten?

  • contingentie: het belang van voorspellende waarde

    • dier kan door stimulus de situ voorstellen → beter met situ omgaan

    • hogere voorspellende waarde → heftigere reactie op CS

specifieke vormen van conditionering

latente inhibitie

= bij een bekende stimulus duurt t langer om reactie op te wekken (dan nieuwe)

  • bv eten/smaakaversie:

    • eet al lang een bepaald voedsel, wordt er een keer misselijk van → zal t niet snel associeren met dat voedsel (bc eerder niet ziek van)

    • eet voor eerste keer gegeten en ziek → maakt sneller associatie

secundaire conditionering (conditioned reinforcement)

  • primaire bekrachtiger = beloning die voldoet aan eerste levensbehoefte & wordt gebruikt om gedrag te laten toenemen - voedsel = belangrijke!

  • secundaire bekrachtiger = prikkel die door herhaalde koppeling aan primaire bekrachtiger functie heeft gekregen - bv ‘braaf‘, klikker, balspelletje

vermijdingsconditionering

  • bv schrikdraad

  • 2 types:

    • actief = iets doen om een straf te voorkomen

    • inhibitoir (= passief) = iets niet doen om een straf te voorkomen

  • extinctie

  • gewoontevorming

robot