• el verano
de zomer
• elotoño
de herfst
• el invierno
• la primavera
de winter de lente
• la noche
de avond / de nacht
• la tarde
de middag / de avond
• la mañana
de ochtend / de morgen
• el programa
het activiteiten-
de actividades
programma
la instrucción
de instructie
el formulario
het formulier
el camino
de wandeling / de weg
participar en
meedoen met
rellenar
invullen
llevar
meenemen / dragen
traer
meenemen / meebrengen
la maleta
de koffer
la linterna
de zaklamp
el jersey abrigado
de warme trui
C
el bañador el bikini
de zwembroek de bikini
la tabla de surf
surfplank
tener miedo
bang zijn
se hace de noche
het wordt donker
volver
teruggaan
olvidar
vergeten
está prohibido
het is verboden
hay que
je / jullie moet(en)
• frío/-a
koud
O la parcela
de standplaats (tent)
estupendo/-a
fantastisch/super
es una lástima
het is jammer
demasiado/-a
te veel
• mira
kijk
tipo
soort
el boligrafo
• el papel el móvil el mapa
• el calzado deportivo
• el impermeable
de pen het papier de mobiele telefoon de kaart (geografisch) de stevige schoenen het regenpak
la aventura
het avontuur
• los jóvenes
de jongeren
•
el voley-playa
beachvolleybal
• surfear
surfen
• jugar al tenis
tennissen
• tomar el sol
zonnebaden
• nadar
• el/la mar
zwemmen de zee
• el balón
de bal
•
las chanclas
de slippers
• la toalla
de handdoek
• la recepción
de receptie
•
nos reunimos
wij verzamelen
•
quedar
afspreken
•
en la entrada
bij de ingang
• el recorrido
de route / de afstand
• la ruta en bicicleta
de mountainbikeroute
de montaña
• el bosque
het bos
• la playa
het strand
• el curso
de cursus
•
llueve
het regent
•
hace frio
het is koud
• la semana
de week
• alto/-a
hoog
•
inolvidable
onvergetelijk
•
disfrutar
genieten
•
el nivel
het niveau
la edad
de leeftijd
• el / la mejor
de beste
O el instructor /
de leraar /
la instructora
de lerares
• escribir un email
e-mailen
• reservar
reserveren / boeken
• el alojamiento
het verblijf
• la casita
het huisje
• empezar
beginnen
• el ingrediente
het ingredient
• cada uno/-a
iedereen
• el perfil
het profiel
• si te atreves
als je durft
• el corazón
het hart
• bailar
dansen
• hace calor
het is warm
hace buen tiempo
het is mooi weer
• hace sol
de zon schijnt
• el viento
de wind
• la ola
de golf
• las montañas
de bergen
esta tarde esta mañana esta noche
vanmiddag vanmorgen
vannavond / vannacht
• de zomer
el verano
• de herfst
el otoño
• de winter
el invierno
• de lente
la primavera
• de avond / de nacht
la noche
• de middag / de avond
la tarde
• de ochtend / de morgen
la mañana
• meedoen met
participar en
• invullen
rellenar
• meenemen / dragen
llevar
• het kantoor
el despacho
• de koffer
la maleta
• de zwembroek
el bañador
• de bikini
el bikini
• surfplank
la tabla de surf
O koud
frío/-a
• fantastisch/super
estupendo/-a
• het is jammer
es una lástima
•
de pen
el bolígrafo
het papier
el papel
•
de mobiele telefoon
el móvil
• de kaart (geografisch)
el mapa
surfen
surfear
•
tennissen
jugar al tenis
•
zonnebaden
tomar el sol
zwemmen dansen de zee de bal de slippers de handdoek
afspreken bij de ingang het bos het strand de bergen de cursus
• het regent het is koud de week leuk
• hoog
• lelijk
het niveau de leeftijd de beste de leraar/lerares
e-mailen
reserveren / boeken beginnen iedereen
• .
samen
het is warm
•
het is mooi weer de zon schijnt
• de wind de golf
• vanmiddag / vanavond
vanmorgen
vannavond / vannacht
nadar bailar el/la mar el balón las chanclas la toalla
quedar
en la entrada el bosque la playa las montañas el curso
llueve hace frío la semana divertido/-a alto/-a feo/-a el nivel la edad el/la mejor el instructor / la instructora escribir un email reservar empezar cada uno/-a juntos hace calor hace buen tiempo hace sol el viento la ola
esta tarde esta mañana esta noche