Psychologie - Burn-out

Leerdoelen:

©     Je kent de definitie van burn-out volgens de NHG-Standaard Overspanning en burn-out

©     Je hebt kennis van risicofactoren van burn-out

©     Je hebt kennis van groepen in de samenleving die kwetsbaar zijn voor burn-out

©     Je kunt het beloop van een burn-out indelen in drie verschillende fases en de bijhorende interventies omschrijven

©     Je kunt benoemen wanneer het wordt aanbevelen om door te verwijzen

 

Overbelasting wordt door een op de zes mantelzorgers van een patiënt met dementie gemeld.

Burn-out is vergelijkbaar met een accu dat helemaal leeg is:

Herkenbare stappen in deze ‘accu’:

-        Vermoeid: te weinig herstel na inspanning

-        Overbelast: te veel inspanning, hersteltekort

-        Stressklachten: chronische stress

-        Overspanning: verandering in het hormonale stres systeem

-        Burn-out: hormonaal stres systeem volledig ontregeld

 

Er is geen diagnose voor een burn-out

Overspanning (surmenage) bestaat uit drie factoren en 1 ‘exclusie’ factor:

-        Spanningsklachten

-        Controleverlies

-        Disfunctioneren

-        Comorbidieit verklaart het niet

 

Er is sprake van overspannenheid als voldaan is aan alle vier onderstaande criteria:

1. Spanningsklachten (ten minste drie van de volgende klachten zijn aanwezig):

Moeheid

Gestoorde of onrustige slaap

Prikkelbaarheid

Niet tegen drukte/herrie kunnen

Emotionele labiliteit

Piekeren

Zich gejaagd voelen

Concentratieproblemen en/of vergeetachtigheid

2. Concentratieverlies

Gevoelens van controleverlies en/of machteloosheid treden op als reactie op het niet meer kunnen hanteren van stressoren in het dagelijks functioneren. De stresshantering schiet tekort; de persoon kan het niet meer aan en heeft het gevoel van de grip te verliezen.

3. Disfunctioneren

Er bestaan significante beperkingen in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren.

4. De distress, controleverlies en disfunctioneren zijn niet uitsluitend het directe gevolg van een psychiatrische stoornis.

Burn-out

Er is sprake van burn-out als voldaan is aan alle drie onderstaande criteria:

1. Er is sprake van overspannenheid

2. De klachten zijn meer dan 6 maanden geleden begonnen, waarbij beperkingen in het functioneren korter aanwezig kunnen zijn.

3. Gevoelens van moeheid van uitputting staan sterk op de voorgrond.

 

Chronische stress

-        Bijnieren

-        Cortisol (hormoon)

-        Invloed op alle cellen

-        Zenuwcellen veranderen

 

Wat kan bijdragen aan burn-out:

1. Werkstressoren

-        Eisen van het werk:

Hoge taakeisen/investeringen/inspanning

-        Risicofactoren:

Gebrek aan regelmogelijkheden

Gebrek aan herstelmogelijkheden (sociale steun)

Gebrek aan reciprociteit (als je iets doet, wil je wel wat terugkrijgen)

2. Persoonlijkheidsfactoren:

-        Risicofactoren:

Je gevoelens niet uiten

Moeilijk om hulp kunnen vragen

Moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen

Negatief zijn over je eigen prestaties

Perfectionistisch zijn

Je (te) sterk betrokken voelen bij werk

Erg gemotiveerd zijn en te hoge eisen stellen aan jezelf

3. Coping (UCL)
Coping: wat heeft de patiënt zelf gedaan om de klachten te verminderen

Actief oplossen

Verdoving zoeken (meer drinken, roken, eten)

Vermijden (doen alsof er geen probleem is)

Sociale steun zoeken

Passief zijn (machteloos, problemen op de loop laten gaan, niets ondernemen)

Expressie van emoties (spanningen afreageren)

Geruststellende gedachten (‘het komt goed’, ‘na regen komt zonneschijn)

 

Risicofactoren:

-        Een voorgeschiedenis met een reeks van stressoren

-        Kwetsbaarheid (bijvoorbeeld blijkend eerdere episode(s) met overspanning of hoge medische consumptie)

-        Moeite hebben met complexe en veeleisende maatschappij

-        Beperkt steunsysteem

-        Veel ziekteverzuim in het voorafgaande jaar 9onafhankelijk van een lichamelijke verklaring)

-        Passieve of vermijdende coping stijl, ‘goed willen doen voor anderen’, ‘geen nee kunnen zeggen’.

 

 

Behandeling van burn-out, interventies

Persoonsgerichte interventies

-        Cognitief gedragsmatige interventies

o    Vergroten gevoelens van competentie

o    Coping gedrag

o    Sociale steun vergroten

o    Assertiviteit

Organisatiegerichte interventies

-        Manier waarop werk is georganiseerd

-        Manier van leidinggeven

-        Vergroten van regelmogelijkheden

-        Verlagen taakeisen

 

NHG-Standaard fases en stappen

Fase 1: Crisisfase

Hersteltaken:

-        Acceptatie (accepteren dat je bent uitgevallen)

-        Rust en ontspanning

Fase 2: Probleem en oplossingsfase

Hersteltaken:

-        In kaart brengen van problemen en oplossingsrichtingen

Fase 3: Toepassingsfase

Hersteltaken: 

-        Oriëntatie op toepassen van oplossingsstrategieën

 

Doorverwijzen

-        Overleg en stem af met de bedrijfsarts, wanneer werkgerelateerde factoren het herstel(proces) en/of de werkhervatting belemmeren.

-        Consulteer of verwijs naar ggz bij:

Stagnatie in het herstelproces zonder heldere verklaring waarbij:

Interventies om deze op te heffen geen effect hebben

De stagnatie langer dan drie tot zes weken duurt

 

Ergotherapie en burn-out:

Zelfmanagement wordt onder andere gestimuleerd door het gebruik van de activiteitenweger. Hiermee leren patiënten beter te bepalen waar hun grenzen liggen.

-        Een ergotherapeut kan ondersteunen bij het vinden van een voor jou passende dagindeling, praktische adviezen rondom prikkelverwerking, energiemanagement en het geleidelijk aan opbouwen van jouw activiteitenniveau.


robot