De bevalling
Prostaglandine wordt geproduceerd wanneer de productie van progesteron verlaagt en van oestrogeen verhoogt. De hoge concentratie van oestrogeen stimuleert de productie.
Prostaglandine verzorgt dat de baarmoederhals weker wordt en de baarmoederwand spieren laat samentrekken.
Blijkbaar de baarmoederhals weker wordt krijgt de hypothalamus impulsen aan waardoor die de hypofyse aanzet om het hormoon oxytocine af te scheiden.
Oxytocine laat grotere samentrekkingen van de baarmoederspier gebeuren.
Dit gaat leiden naar de bevalling dat 3 fases heeft:
De ontsluitingsfase: Hierbij opent de baarmoederhals geleidelijk om ruimte te maken voor de baby, de vluchtvliezen en het slijmprop gaat weg.
Wanneer de vagina 10 cm is, dan gaan we naar de volgende.
De uitdrijvingsfase: In deze fase wordt de baby actief naar buiten geduwd door krachtigere samentrekkingen van de baarmoeder en persweeën waardoor die door het geboortekanaal geperst wordt.
De samentrekkingen veroorzaken ook dat het vruchtwater uit de longen gaan en dat het kind draait (spiraaldraai)
gebeurd niet dan ligt die in de stuitligging waar er veel risico zijn en daarom een keizersnede gebeurd.
als het kind niet ademt laten ze die huilen komt de ademhaling op gang door een reflex.
navelstreng wordt geknipt
De nageboorte fase: Dit is het moment waarop de placenta en overige vruchtvliezen worden uitgedreven. De placenta wordt nagekeken om afwijkingen van de baby op te sporen
De hormonen prolactaat (melkproducten) en oxytocine (melkinjectie) worden hormonaal geregeld. PIF (laat geen prolactine producren) word goor de hoeveelheid oestrogeen afgeremd waardoor er hoge concentraties prolactine in het bloed komen. Maar na de bevalling waardoor oestrogeen en eustrogeen daalt, wordt
Prolactine werkzaam
PIF neemt weer toe waardoor prolactine weer afneemt
Je hebt ook de tepelreflex dat bij de nabijheid van een huilende baby begint en natuurlijk melk buitenstroom.
Prostaglandine wordt geproduceerd wanneer de productie van progesteron verlaagt en van oestrogeen verhoogt. De hoge concentratie van oestrogeen stimuleert de productie.
Prostaglandine verzorgt dat de baarmoederhals weker wordt en de baarmoederwand spieren laat samentrekken.
Blijkbaar de baarmoederhals weker wordt krijgt de hypothalamus impulsen aan waardoor die de hypofyse aanzet om het hormoon oxytocine af te scheiden.
Oxytocine laat grotere samentrekkingen van de baarmoederspier gebeuren.
Dit gaat leiden naar de bevalling dat 3 fases heeft:
De ontsluitingsfase: Hierbij opent de baarmoederhals geleidelijk om ruimte te maken voor de baby, de vluchtvliezen en het slijmprop gaat weg.
Wanneer de vagina 10 cm is, dan gaan we naar de volgende.
De uitdrijvingsfase: In deze fase wordt de baby actief naar buiten geduwd door krachtigere samentrekkingen van de baarmoeder en persweeën waardoor die door het geboortekanaal geperst wordt.
De samentrekkingen veroorzaken ook dat het vruchtwater uit de longen gaan en dat het kind draait (spiraaldraai)
gebeurd niet dan ligt die in de stuitligging waar er veel risico zijn en daarom een keizersnede gebeurd.
als het kind niet ademt laten ze die huilen komt de ademhaling op gang door een reflex.
navelstreng wordt geknipt
De nageboorte fase: Dit is het moment waarop de placenta en overige vruchtvliezen worden uitgedreven. De placenta wordt nagekeken om afwijkingen van de baby op te sporen
De hormonen prolactaat (melkproducten) en oxytocine (melkinjectie) worden hormonaal geregeld. PIF (laat geen prolactine producren) word goor de hoeveelheid oestrogeen afgeremd waardoor er hoge concentraties prolactine in het bloed komen. Maar na de bevalling waardoor oestrogeen en eustrogeen daalt, wordt
Prolactine werkzaam
PIF neemt weer toe waardoor prolactine weer afneemt
Je hebt ook de tepelreflex dat bij de nabijheid van een huilende baby begint en natuurlijk melk buitenstroom.