AFPF casus 7

AFPF casus 7 Boom  

  • De vier typen allergie beschrijven en hierbij voorbeelden geven van enkele aandoeningen. 

  • De basis van auto-immuunziekte beschrijven. 

  • De definitie van immuundeficiëntie en de oorzaken van verworven immuundeficiëntie benoemen. 

  • De risicogroepen, etiologie, pathofysiologie, symptomen, fasen, diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van hiv-infectie beschrijven. 

 

Type I-allergie: onmiddellijk type, ontstaat snel na contact met allergeen, (15-30 min: hooikoorts en galbulten), mestcellen --> ontstekingsmediatoren = histamine > verhoogd permeabiliteit + vasodilatatie = zwelling  

Anafylactisch, antigeen in lichaam, mestcellen gaan kapot en laten heel veel histamine vrij. > ontstekingsreactie. 1x is allergische reactie opbouwen en 2de keer is een nog heftiger de volgende keer  

 

Anafylactische shock > alles vasodilatatie > super lage bloeddruk > geef adrenaline> zorgt voor vasoconstrictie > hogere bloeddruk  

Type II-allergie: cytotoxische allergie, meeste auto-immuunreacties (min-uren- bloedtransfusie), bevorderen cel vernietiging door fagocytose. De antistoffen reageert op een antigeen (menselijke cel), 

Type III-allergie: immuuncomplexallergie, (3-8 uur, glomerulonephritis of alveolitis), in de kleine bloedvaten en trekken neutrofiele granulocyten aan --> ontsteking + weefselbeschadiging Antilichamen gaan op antigeen zitten en er gebeurt verder niks mee, maar er ontstaan ophopingen. Immuuncomplex: antigeen + antistof op elkaar 

Type VI-allergie: vertraagd type, (48 tot 72 uur, contacteczeem), het komt door opnieuw blootstelling door T-lymfocyten. Reageren te sterk op een antigeen, zorgt voor omringende weefselschade, orgaandonatie, planten, shampoos  

Auto-immuunziekten: verstoring in het afweersysteem. Het maakt antistoffen tegen lichaamseigen weefsel (autoantistoffen). + ze hebben autoreactieve T-cellen die ook eigen lichaamscellen aanvallen.  

Immuundeficiëntie: te kort schieten van het afweersysteem, aangeboren of verworven.  

Verworven: behandeling met immunosuppressiva, blootstelling aan radioactieve straling, DM, Hiv-infectie of ernstige ondervoeding.  

Hiv-infectie: humaan immunodeficiëntie virus  

Risicogroepen: onveilige seks, vuile naalden en zorgprofessionals  

Etiologie: door bloed, sperma, weefsel, vaginaal vocht en moedermelk,  

 

Pathofysiologie: het is een virus --> dringt een gastheer binnen > veel vermenigvuldigen (Hiv houdt van T-helpercellen) > T-helpercellen sterven af. = afweer verzwakt = cellulaire immuundeficiëntie.  

Symptomen: 3 verschillende fases 

Acuut retroviraal syndroom: milde aspecifieke griepachtige klachten  

Latentie infectie: maanden tot jaren: vermoeidheid, gewichtsverlies, diarree, spier- en gewrichtsklachten en infectieziekten. Aids (acquired immunodeficiency syndrome)  opportunistische infecties, neurologische ziektebeelden en maligniteiten  

Diagnostiek: antistoftest speciaal voor hiv, kan pas na 3 maanden + test voor hiv type 1 of type 2.  

Behandeling: combi van antiretrovirale geneesmiddelen of CART.  

Complicaties: opportunistische infecties + bijwerkingen geneesmiddelen  

Prognose: levenslang therapietrouw medicatie  

Preventie: PEP, PrEP, veilige seks geen gebruikte naalden.  

 

  • Beschrijven welke aandoeningen veroorzaakt kunnen worden door een opportunistische infectie met candida albicans. 

  • Uitleggen voor welke groepen zorgvragers schimmelinfecties gevaarlijk kunnen zijn.  

  • Van veelvoorkomende pathogene virussen benoemen welk ziektebeeld deze veroorzaken: coronavirussen, hepatitis B- en C-virus, herpesvirussen, humaan immunodeficiëntievirus, human papillomavirussen, influenzavirussen, norovirus, rhinovirus, rotavirus. 

 

Candida albicans zorgt voor: spruw, vulvo vaginale candidiasis, systemische candidiasis of oraal.  

Schimmelinfecties: erg gevaarlijk voor zorgvragers met immuundeficiëntie > cystostatica of hiv)  

Coronavirussen  

Humane coronavirussen  

SARS-cov-1 

SARS-cov-2 

MERS 

Verkoudheid  

Severe acute respiratory syntrome  

COVID-19 

Middle east respiratory syndrom  

Hepatitis B-virus 

Hepatitis  

Hepatitis C-virus 

Hepatitis  

Herpesvirussen  

Humaan herpesvirus type 6+7  

Epstein Barr-virus  

 

Herpes simpexvirus Type I 

 

Herpes simplexvirus type II 

Varicelle zostervirus  

Exanthema subitum (zesde ziekte)  

Mono 

Mononucleosis infectiosa (ziekte van Pfeiffer)  

Herpes laialis (koortslip)  

Herpes genitalis  

Herpes genitalis  

Waterpokken  

Herpes zoster (gordelroos  

 

Humaanimmunodeficiëntievirus  

Hiv  

Aids  

 

Humaan papillomavirussen (HPV)  

Wratten  

Genitale wratten  

Cervixcarcinoom  

Peniscarcinoom  

Influenzavirussen  

Influenza  

Norovirus 

Gastro-entritis 

Rhinovirus  

Verkoudheid  

Rotavirus  

Gastro-entritis  

  • De risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van artrose beschrijven. 

  • De risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van reumatoïde artritis beschrijven. 

  • De overeenkomsten en verschillen tussen artrose en reumatoïde artritis uitleggen. 

 

Artrose: schade aan het kraakbeen, meestal heup, knie of duim 

Risicofactoren: 40+, vrouw, obesitas, erfelijk, trauma en zware belasting 

Etiologie: onbekend, vaak langzaam opbouwend  

Pathofysiologie: normaal evenwicht door chrondrocyten > nu verstoord = meer afgebroken dan aangemaakt --> minder elasticiteit = minder kraakbeen. Uiteindelijk botten tegen elkaar aan --> oseofyten  + synoviale membraan raakt ontstoken + stijfheid en spieren dunner = minder stabiliteit.  

Symptomen: gewrichtsklachten; pijn, stijf, minder mobiel en zwelling.  

Diagnostiek: anamnese + lichamelijk onderzoek (aanvullend: uitsluiten van reuma)  

Behandeling: VAI, afvallen, bewegen, NSAID's corticosteroïden injectie en mogelijk prothese 

Prognose: niet te genezen, maar klachten langzaam + in periodes  

 

Arteritis: reumatoïde artritis: ontsteking van gewrichten met auto-immuunziekte 

Risicofactoren: erfelijk  

Etiologie: onbekend 

Pathofysiologie: er ontstaan ontstekingsreacties tegen eigen celen --> antistoffen (reumafactor). Ontstekingen in kraakbeen +synoviale membraan = schade gewricht. Dit gaat symmetrisch. Ook mogelijk ontstekingen in arteriën > hart- en vaatziekten.  

Symptomen: 3 soorten  

Algemeen: moe, malaise, geen eetlust, temperatuurverhoging 

Bewegingsapparaat: ochtendstijfheid, stijfheid na inactiviteit, 5 ontstekingsreacties, pees en slijmbeurs ontstekingen  

Orgaanstelsels: knobbels, oogontsteking, hart- en vaatziekten en longziekten  

Diagnostiek: anamnese en lichamelijk onderzoek, lab > ontstekingswaarden + antistoffen  

Behandeling: niet te genezen, maar je wil vermindering van symptomen + behoud van levenskwaliteit. PCM, NSAID's, corticosteroïden injectie en ondersteuningsmiddelen  

Complicaties: door immunosuppressiva medicatie --> grotere kans op infecties, osteoporose, cysten, standsafwijking, instabiliteit.  

Prognose: verschilt: exacerbatie en remissie –5 jaar  

 

Verschil reuma artritis en artrose,  

Artrose: kraakbeen minder wordt, botten op elkaar  

Reumatoide artritis: auto-immuunziekte --> ook effect op organen.  

 

CBDA 

 

Virus  

Bacterie  

Gis/schimmel 

Gastheercel nodig voor voortplanting  

Diverse vormen 

Draden  

Injecteert kern gastheercel met DNA  

Anaeroob/areoob  

Sporen  

Koppelt aan cel gastheer 

Celwand met los DNA  

Sommige geven mycotoxinene af  

Kern met DNA/RNA met daaromheen eiwitmantel  

Sommige geven toxinen af  

eencellig/meercellig 

 

 

 

 

robot