ROMEINSRECHT (Gesch.)
Functie van regels:
Bevorderen van samenleven binnen een gemeenschap.
Rechtsregels: bindend en afdwingbaar door de overheid.
Soorten recht:
Privaatrecht: Regelt verhoudingen tussen burgers.
Publiekrecht: Regelt verhoudingen tussen burgers en overheid.
Hedendaagse relevantie:
Romeins recht vormt basis voor veel West- en Zuid-Europese wetgevingen.
Ontstaan en ontwikkeling van 6e eeuw v.Chr. tot 6e eeuw n.Chr.
Grondslag van moderne rechtsregels:
Romeinen excelleerden in juridische organisatie en wetgeving.
Ontwikkelingsfasen:
Primitief recht: Gebaseerd op mos maiorum en gewoonterecht.
Republikeinse periode: Ontstaan van de Wet der Twaalf Tafelen (450 v.Chr.).
Vastgelegd om willekeur te beperken.
Basis voor verdere interpretatie (interpretatio).
Praetorisch recht:
Praetors actualiseerden wetten via jaarlijkse edicten.
Juristen ondersteunden hen bij complexe juridische vraagstukken.
Regering door koningen.
Gebruik van gewoonterecht.
Sociale strijd tussen patriciërs en plebejers.
Juridische evolutie door interpretatie en aanvulling van de Wet der Twaalf Tafelen.
Principaat (31 v.Chr. - 284 n.Chr.):
Juristen bleven invloedrijk.
Bekende juristen:
Labeo (1ste eeuw): Juridisch onderwijzer.
Gaius (2de eeuw): Auteur van de Institutiones* (leerboek).*
*enige volledig overgeleverd werk
Salvius Julianus (2de eeuw): Redigeerde het edictum perpetuum.
Aemilius Papianus, Domitius Ulpianus en Iulius Paulus (2de eeuw): drie grootste klassieke juristen
Einde republikeinse tradities.
Dominaat (284 - 476 n.Chr.):
Juristen werden ambtenaren.
Weinig creatieve juridische ontwikkeling.
Klassieke periode:
Hoogtepunt in 2e en 3e eeuw n.Chr.
Gebaseerd op juridische teksten zoals Institutiones van Gaius.
Keizer Justinianus I (6e eeuw n.Chr.):
Samenstelling van het Corpus iuris civilis:
Institutiones: Leerboek.
Digesta: Citaten van oudere juristen.
Codex Justinianus en Novellae: Keizerlijke verordeningen.
Bepalend voor Europese rechtstradities tot in de 19e eeuw.
Middeleeuwen:
Herontdekking en erkenning als ius commune (algemeen recht).
Renaissance en Verlichting:
Versmelting met nationale rechtssystemen.
19e eeuw:
Basis voor moderne privaatrechtstudie, vooral in Duitsland.
Ontwikkeling van:
Rechtsregels en juridisch begrippenapparaat.
Systematiek en methodiek van rechtspraak.
Langdurige invloed op de Westerse wereld.
Functie van regels:
Bevorderen van samenleven binnen een gemeenschap.
Rechtsregels: bindend en afdwingbaar door de overheid.
Soorten recht:
Privaatrecht: Regelt verhoudingen tussen burgers.
Publiekrecht: Regelt verhoudingen tussen burgers en overheid.
Hedendaagse relevantie:
Romeins recht vormt basis voor veel West- en Zuid-Europese wetgevingen.
Ontstaan en ontwikkeling van 6e eeuw v.Chr. tot 6e eeuw n.Chr.
Grondslag van moderne rechtsregels:
Romeinen excelleerden in juridische organisatie en wetgeving.
Ontwikkelingsfasen:
Primitief recht: Gebaseerd op mos maiorum en gewoonterecht.
Republikeinse periode: Ontstaan van de Wet der Twaalf Tafelen (450 v.Chr.).
Vastgelegd om willekeur te beperken.
Basis voor verdere interpretatie (interpretatio).
Praetorisch recht:
Praetors actualiseerden wetten via jaarlijkse edicten.
Juristen ondersteunden hen bij complexe juridische vraagstukken.
Regering door koningen.
Gebruik van gewoonterecht.
Sociale strijd tussen patriciërs en plebejers.
Juridische evolutie door interpretatie en aanvulling van de Wet der Twaalf Tafelen.
Principaat (31 v.Chr. - 284 n.Chr.):
Juristen bleven invloedrijk.
Bekende juristen:
Labeo (1ste eeuw): Juridisch onderwijzer.
Gaius (2de eeuw): Auteur van de Institutiones* (leerboek).*
*enige volledig overgeleverd werk
Salvius Julianus (2de eeuw): Redigeerde het edictum perpetuum.
Aemilius Papianus, Domitius Ulpianus en Iulius Paulus (2de eeuw): drie grootste klassieke juristen
Einde republikeinse tradities.
Dominaat (284 - 476 n.Chr.):
Juristen werden ambtenaren.
Weinig creatieve juridische ontwikkeling.
Klassieke periode:
Hoogtepunt in 2e en 3e eeuw n.Chr.
Gebaseerd op juridische teksten zoals Institutiones van Gaius.
Keizer Justinianus I (6e eeuw n.Chr.):
Samenstelling van het Corpus iuris civilis:
Institutiones: Leerboek.
Digesta: Citaten van oudere juristen.
Codex Justinianus en Novellae: Keizerlijke verordeningen.
Bepalend voor Europese rechtstradities tot in de 19e eeuw.
Middeleeuwen:
Herontdekking en erkenning als ius commune (algemeen recht).
Renaissance en Verlichting:
Versmelting met nationale rechtssystemen.
19e eeuw:
Basis voor moderne privaatrechtstudie, vooral in Duitsland.
Ontwikkeling van:
Rechtsregels en juridisch begrippenapparaat.
Systematiek en methodiek van rechtspraak.
Langdurige invloed op de Westerse wereld.