KC

Biology

Hoofdstuk 1:

1.1 Wat is een soort?

soort —> Groep van individuen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

populatie —> Groep organismen van dezelfde soort die samen voorkomt.

variatie —> Verschillen binnen éénzelfde soort en het is erfelijk bepaald.

Modificatie —> Verschillen binnen éénzelfde soort onder invloed van het milieu.(giraf)

ras/erfelijke variëteit —> Kleinere groepjes op basis van gelijkenissen is uiterlijke kenmmerken.

Geslacht/genus —> Een groep van meerdere soorten met gemeensch. kenmerken.

Wetenschapelijke naam = Binomiale naam

—> 1ste deel = Geslachtsnaam(hoofdletter)

—> 2de deel = Soortnaam(kleine letter)

Biodiversiteit = Soortenrijkdom

Bio-indicatoren —> Organismen die vertellen over omgevingsfactoren en gezondheid van een biotoop.

Biodiversiteit onderzoeken:

1) Soorten planten en dieren identificeren

2) Determineren (op naam brengen)

3) Aantal inventariseren

1.3 Hoe kan je organisme overzichtelijk classiferen?

Op de hele aarde +- 8,7 miljoen verschillende soorten organismen!!!!

Planten:

Celkern? JA

Een/meercellig? MEERCELLIG

Bladgroenkorrels? JA

Autotroof/heterotroof? AUTOTROOF

Celwand? JA VAN CELLULOSE

Dieren:

Celkern? JA

Een/meercellig? MEERCELLIG

Bladgroenkorrels? NEE

Autotroof/heterotroof? HETEROTROOF

Celwand? NEE

Schimmels:

Celkern? JA

Een/meercellig? BEIDE

Bladgroenkorrels? NEE

Autotroof/heterotroof? HETEROTROOF

Celwand? JA VAN CHITINE

VIRUSSEN LEVEN NIET!!!!

Vijfrijkensysteem

1) Protisten

2) Moneren

3) Dieren

4) Planten

5) Schimmels