Last saved 23 days ago
W

Les 1: Inleiding

  • spoor: ruimtelijk begransbaar fenomeen in de ondergrond of aan de oppervlakte, van antropogene of natuurlijke oorsprong> kleinste definieerbare stratigrafische eenheid.

  • laag: spoor in verticale zin

  • context: term voor beide is een ruimere term voor waar vondsten zich bevinden. omgeving en betekenis

  • stratigrafie: opeenvolging van archeologische eenheden of lagen

  • tafonomie: studie van de transformatie van een object tussen de depositie en de opgraving> post depositie processen.

historiek van opgravingen

  • eerste wetenschappelijke opgraving (Thomas Jefferson, 1784 Verginia)

    • hypothese> grafheuvel van mytische ‘moundbuilders’; massagraf van krijgers?

    • proefputten en sleuf

    • vrouwen, kinderen> geen krijgersgraf

    • gelaagdheid, variabele bewaring van bot> langdurig gebruik voor (her)begraving

    • recente rituelen> mogelijk gebouwd door voorouders van inheemse Amerikanen.

  • in europa (pompeii, vanaf 1860) Guisepe Fiorelli

    • aandacht voor stratigrafie: eerste opgraving van huizen in pompeii van bovenuit

    • aandacht voor bouwwijze, inrichting van huizen; layout van de stad (<> recupureren van kunstvoorwerpen)

    • pips-afgietsels van slachtoffers

  • Heinrisch Schliemann en Wilhelm Dörpfeld, Hisarlik (1871-1897)

    • doperfeld: eerste bij ernst curtuis op samothrace

    • hissarlik als traditionele locatie van homerisch Troje

    • sleuf, 40m breed, tot op moederbodem doorheen heuvel

    • stratigrafie

  • NW europa→ trager, Johann Josef Ramsauer (Hallstatt, opg. 1846-163)

    • meer dan 1000 opgravingen

    • verloren velddagboek

    • documentatie

    • aquarel tekeningen

  • jens J.A Worsaae (denmark 1821-1885)

    • student thomsen, gefinancierd door deense koning > eerste professionele archeoloog

    • haalt archeologie uit museum naar veld

    • opgraving jelling: legitimatie van deense natie en monarche in het vikingverleden

    • laagsgewijze opgravingen in veenmoerassen (turfwinning): stratigrafie bevestigt Thomsen’s drieperiode-systeem

  • August Lane- Fox Pitt-Rivers

    • generaal→ militaire precisie en organisatie

    • opgraving van grafheuvels op eigen landgoed vanaf 1880

    • ‘total recording’→ alles documenteren

    • haakse sleuven, banken behouden voor stratigrafie

    • arbitraire niveaus→ 3D- locatie van elke vondst

    • uitgebreide publicatie.

  • W.M.F. Petrie (Egypte, vanaf 1880)

    • zelf aanwezig op site

    • opgravingsplannen, locatie van alle vondsten

    • qeriatie

    • geen stratigrafisce observaties

  • Albert Egges van Giffen (N-Nederland)

    • terp-opgravingen in Friesland, bijv. Ezinge

    • Kwadrantenmethode (vanaf 1916)

    • hoog, kwalitatieve registratie van stratigrafie en vlak

  • Mortimer en Tessa Wheeler

    • verbindingsfiguur:overlever WO1 > methodologische vernieuwing in europa, India, N-Amerika

    • wheeler grid (jaren 1930): eerste echt stratigrafische opgravingen

    • streefden naar professionalisering van de discipline: opleiding terreinmethodes

    • maiden castle 1934-1937

  • Na woII

  • single context excavation

    • E. Harris Principles of archeological stratigraphy

    • geïmplementeerd in London

    • stratigrafische eenheden opgraven in omgekeerde volgorde van depositie

    • contextregistratie: elke ……



de ‘hermeneutic spiral’ en ‘reflexive archaeology’

aanleg van het vlak

waarom bovenlaag weggraven?

  • snel en efficiënt afdalen naar het eerste archeologische niveau

  • sporen in het vlak leesbaar maken op dit niveau

maar: wat is dit eerste niveau?

  • ook een groot pakket zonder leesbare sporen kan archeologische relevant zijn

  • afhankelijk van archeologische en landschappelijke context (complexe stratigrafie, sedimentatie,…)

  • afhankelijk van archeologische vraagstelling?

landelijke archeologie

  • vlak aanleggen van teelaarde tot op ongestoorde moederbodem met afleesbare sporen

  • kraanmachinist: er

machinale aanleg vlak- puttenplan




robot
knowt logo

Les 1: Inleiding

  • spoor: ruimtelijk begransbaar fenomeen in de ondergrond of aan de oppervlakte, van antropogene of natuurlijke oorsprong> kleinste definieerbare stratigrafische eenheid.

  • laag: spoor in verticale zin

  • context: term voor beide is een ruimere term voor waar vondsten zich bevinden. omgeving en betekenis

  • stratigrafie: opeenvolging van archeologische eenheden of lagen

  • tafonomie: studie van de transformatie van een object tussen de depositie en de opgraving> post depositie processen.

historiek van opgravingen

  • eerste wetenschappelijke opgraving (Thomas Jefferson, 1784 Verginia)

    • hypothese> grafheuvel van mytische ‘moundbuilders’; massagraf van krijgers?

    • proefputten en sleuf

    • vrouwen, kinderen> geen krijgersgraf

    • gelaagdheid, variabele bewaring van bot> langdurig gebruik voor (her)begraving

    • recente rituelen> mogelijk gebouwd door voorouders van inheemse Amerikanen.

  • in europa (pompeii, vanaf 1860) Guisepe Fiorelli

    • aandacht voor stratigrafie: eerste opgraving van huizen in pompeii van bovenuit

    • aandacht voor bouwwijze, inrichting van huizen; layout van de stad (<> recupureren van kunstvoorwerpen)

    • pips-afgietsels van slachtoffers

  • Heinrisch Schliemann en Wilhelm Dörpfeld, Hisarlik (1871-1897)

    • doperfeld: eerste bij ernst curtuis op samothrace

    • hissarlik als traditionele locatie van homerisch Troje

    • sleuf, 40m breed, tot op moederbodem doorheen heuvel

    • stratigrafie

  • NW europa→ trager, Johann Josef Ramsauer (Hallstatt, opg. 1846-163)

    • meer dan 1000 opgravingen

    • verloren velddagboek

    • documentatie

    • aquarel tekeningen

  • jens J.A Worsaae (denmark 1821-1885)

    • student thomsen, gefinancierd door deense koning > eerste professionele archeoloog

    • haalt archeologie uit museum naar veld

    • opgraving jelling: legitimatie van deense natie en monarche in het vikingverleden

    • laagsgewijze opgravingen in veenmoerassen (turfwinning): stratigrafie bevestigt Thomsen’s drieperiode-systeem

  • August Lane- Fox Pitt-Rivers

    • generaal→ militaire precisie en organisatie

    • opgraving van grafheuvels op eigen landgoed vanaf 1880

    • ‘total recording’→ alles documenteren

    • haakse sleuven, banken behouden voor stratigrafie

    • arbitraire niveaus→ 3D- locatie van elke vondst

    • uitgebreide publicatie.

  • W.M.F. Petrie (Egypte, vanaf 1880)

    • zelf aanwezig op site

    • opgravingsplannen, locatie van alle vondsten

    • qeriatie

    • geen stratigrafisce observaties

  • Albert Egges van Giffen (N-Nederland)

    • terp-opgravingen in Friesland, bijv. Ezinge

    • Kwadrantenmethode (vanaf 1916)

    • hoog, kwalitatieve registratie van stratigrafie en vlak

  • Mortimer en Tessa Wheeler

    • verbindingsfiguur:overlever WO1 > methodologische vernieuwing in europa, India, N-Amerika

    • wheeler grid (jaren 1930): eerste echt stratigrafische opgravingen

    • streefden naar professionalisering van de discipline: opleiding terreinmethodes

    • maiden castle 1934-1937

  • Na woII

  • single context excavation

    • E. Harris Principles of archeological stratigraphy

    • geïmplementeerd in London

    • stratigrafische eenheden opgraven in omgekeerde volgorde van depositie

    • contextregistratie: elke ……

de ‘hermeneutic spiral’ en ‘reflexive archaeology’

aanleg van het vlak

waarom bovenlaag weggraven?

  • snel en efficiënt afdalen naar het eerste archeologische niveau

  • sporen in het vlak leesbaar maken op dit niveau

maar: wat is dit eerste niveau?

  • ook een groot pakket zonder leesbare sporen kan archeologische relevant zijn

  • afhankelijk van archeologische en landschappelijke context (complexe stratigrafie, sedimentatie,…)

  • afhankelijk van archeologische vraagstelling?

landelijke archeologie

  • vlak aanleggen van teelaarde tot op ongestoorde moederbodem met afleesbare sporen

  • kraanmachinist: er

machinale aanleg vlak- puttenplan