B125, B127, B128, B142, B155, B157, B198
B125 duurzaamheid
Er leven nu meer dan 8 miljard mensen op aarde die allemaal natuurlijke hulpbronnen gebruiken. Dit zijn producten die in het dagelijks leven gebruikt worden. Die hulpbronnen zijn niet oneindig: we moeten er duurzaam mee omgaan om te zorgen dat mensen in de toekomst ze ook nog kunnen gebruiken. Duurzaamheid betekent dat je niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruikt dan er bij komen. Hierbij komt de 3-P’s-theorie van pas (people, profit, planet). Mensen willen geld verdienen en van welvaart genieten, maar dit moet niet ten koste van de aarde gaan.
B127 ecologische voetafdruk
Je kunt berekenen hoeveel ruimte één persoon, land of werelddeel gebruikt van de aarde. Bijvoorbeeld de ruimte voor de koeien die je eet, de katoen waar je kleren van gemaakt worden, enz. Gemiddeld is er nu 1,8 hectare beschikbaar per persoon, maar we gebruiken gemiddeld 2,7. Dat is de ecologische voetafdruk van de gemiddelde mens. Over het algemeen geldt dat hoe beter de welvaart, hoe groter de voetafdruk.
Met deze afdruk kun je berekenen wanneer de earth overshoot day is. Deze overshoot day is een denkbeeldige dag waarop de mens alle hulpbronnen van dat jaar, geteld vanaf 1 januari, zou hebben op gebruikt. Die dag komt steeds eerder, dus we moeten duurzamer gaan leven.
B128 voedselafdruk
De voedselafdruk is het aantal hectares dat per persoon of land nodig is voor voedselproductie. Het is een onderdeel van de ecologische voetafdruk. Er is gemiddeld 0,9 hectare per persoon beschikbaar.
In veel landen groeit de voedselafdruk, omdat de welvaart verbetert. Opkomende landen nemen het westerse voedingspatroon over, bijvoorbeeld met meer vlees en zuivel. Dit kost enorm veel ruimte.
B142 versterkt broeikaseffect
In de dampkring zitten broeikasgassen die de zonnewarmte vasthouden. Dit heet het broeikaseffect. Dit is noodzakelijk: het zou anders veel te koud zijn op aarde. Maar door de toename van CO2 in de dampkring ontstaat het versterkt broeikaseffect. Hierdoor warmt de aarde veel meer op dan nodig. De uitstoot van CO2 komt vooral door de verbranding van fossiele brandstoffen: brandstoffen die zijn gevormd uit planten- en dierenresten.
B155 soorten bevolkingsdiagrammen
Een bevolkingsdiagram kan verschillende vormen hebben. Een piramide geeft aan dat een land nog niet ontwikkeld is. Er zijn veel kinderen en de levensverwachting is niet erg hoog. Een granaat geeft aan dat het een opkomend land is. De staven zijn overal ongeveer even lang, omdat de levensverwachting hoger is. Een urn geeft aan dat het land al ontwikkeld is, en er vergrijzing plaatsvindt. Dit gebeurt bij rijke, ontwikkelde landen.
B157 demografische transitie
De ontwikkeling van landen gaat in 5 fases. Met deze fases kun je een soort grafiek tekenen: het demografisch transitiemodel. Hierin is voor elke fase te zien hoe hoog het sterftecijfer, geboortecijfer en de totale bevolking is.
B198 specialisatie
Vroeger hadden boeren vaak een gemengd bedrijf. Ze deden aan akkerbouw én veeteelt. Nu is dat in rijke landen veranderd: je ziet specialisatie. Boeren richten zich vaak op één product: een monocultuur. Dit is veroorzaakt door 2 redenen.
Reden één: de lonen zijn gestegen. Boeren kunnen duurdere machines kopen, en voor één product hebben ze ook maar één machine nodig. Reden twee is intenisivering. Dit vergroot de productie, maar is erg duur. Daarom is het veel handiger om dit voor één product te doen, om kosten te besparen.