CGO casus 5 Arjan

CGO casus 5: Arjan 

 

  • Beschrijft mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking. 

  • Kan de verschillende typeringen van mensen met een verstandelijke beperking omschrijven: -een zeer ernstige en ernstige verstandelijke beperking, - een matig verstandelijke beperking, - een licht verstandelijke beperking. 

  • Beschrijft de verschillende vormen van wonen voor mensen met een verstandelijke beperking.  

  • Beschrijft welke zorg mensen met een verstandelijke beperking nodig kunnen hebben. 

  • Benoemt wat verstaan wordt onder ethiek. 

  • Benoemt wat een morele vraag is en deze (onder begeleiding van de docent) herkennen in een casus.  

  • Benoemt wat het verschil is tussen normen en waarden. 

  • Kan normen en waarden in een casus (VGZ) herkennen en beschrijven. 

 

Mogelijke oorzaken:  

  • Prenataal: stoornissen tijdens de zwangerschap; zwangerschapsvergiftiging, stofwisselingziekte, oudere ouders, risicofactoren: alcohol, drugs, roken, infecties, straling en ondervoeding 

  • Perinataal: problemen bij de geboorte: beschadiging van de hersenen door; zuurstofgebrek, hersenbloeding, hartstilstand, vroeggeboorte 

  • Postnataal: beschadiging na de geboorte; hersen- of hersenvochtontsteking, ernstige ongevallen, verwaarlozing.  

Soorten Verstandelijke Beperkingen

  1. Lichte Verstandelijke Beperking (LVB)

    • IQ tussen 50-70

    • Beperkingen in dagelijkse vaardigheden, maar vaak zelfstandig.

  2. Matige Verstandelijke Beperking (MVB)

    • IQ tussen 35-50

    • Behoefte aan ondersteuning bij dagelijkse activiteiten.

  3. Zware Verstandelijke Beperking (ZVB)

    • IQ onder 35

    • Intensieve zorg en ondersteuning noodzakelijk.

  4. Meervoudige Verstandelijke Beperking (MVB)

    • Combinatie van verstandelijke beperking en andere handicaps.

    • Behoefte aan gespecialiseerde zorg.

Typeringen

  • Aangeboren: Genetische of prenatale oorzaken.

  • Verworven: Ontwikkeld door ziekte of trauma.

Woonvormen:  

  • Thuis wonen: pakketten en vergoedingen 

  • Intramuraal: in een instelling  

  • Beschermd wonen: op terrein, maar iets meer vrijheid 

  • Begeleid wonen: begeleiding nodig voor externe factoren (sociaal, psychisch en financieel)  

  • Kleinschalig wonen: combi van dagbesteding en wonen met anderen  

  • Ambulante begeleiding: wijkzorg, thuis wonen met extra hulp.  

Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak de volgende zorg nodig:

  1. Medische zorg: Regelmatige controles en behandeling van gezondheidsproblemen.

  2. Psychosociale ondersteuning: Hulp bij emotionele en sociale ontwikkeling.

  3. Onderwijs en training: Aangepaste leerprogramma's en vaardigheden.

  4. Dagelijkse ondersteuning: Hulp bij dagelijkse activiteiten zoals persoonlijke verzorging en huishoudelijke taken.

  5. Begeleiding: Ondersteuning bij het vinden van werk en sociale integratie.

Deze zorg is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven en het bevorderen van zelfstandigheid.

Ethiek: in conflict met je waarden en normen. Kritisch denken over goed en fout.   

Reflectie: terugkijken op je eigen handelen.  

Verschil tussen waarden en normen: waarden zijn idealen die je belangrijk vindt (meestal in 1 woord) en normen zijn de gedragsregels.  

Vb  

Waarde: eerlijkheid  

Norm: niet liegen  

Een moreel probleem is een situatie waarin er een conflict is tussen morele waarden of principes, waardoor het moeilijk is om een juiste of ethisch verantwoorde beslissing te nemen. Het betreft vaak vragen van goed en kwaad, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid.

 

robot