YF

les medias

  • l'abonnement
    het abonnement

  • s'abonner
    zich abonneren

  • la communication
    de communicatie

  • communiquer
    communiceren, meedelen

  • l'interview (m.)
    het interview

  • le message
    het bericht, de boodschap

  • le public cible
    het doelpubliek, de doelgroep

  • s'adresser à
    zich richten tot

  • s'intéresser à
    zich interesseren voor

  • C'est nul!
    Het is stom!

  • C'est intéressant!
    Het is interessant!

  • C'est amusant!
    Het is leuk!

  • C'est bête!
    het is dom

  • l'événement (m.)
    de gebeurtenis

  • le fait divers
    het (banale) nieuwsfeit

  • l'information (f.) (internationale, nationale, régionale, locale)
    de (internationale, nationale, regionale, lokale) informatie

  • mentir
    liegen

  • oser
    durven

  • (s')informer
    (zich) informeren

  • suivre l'actualité
    op de hoogte blijven van de actualiteit

  • zapper
    zappen

  • le J(ournal) T(élévisé)
    het tv-journaal

  • l'émission
    de uitzending, het programma

  • la chaîne (de radio, de télévision)
    de (radio, televisie)zender

  • le présentateur
    de presentator

  • la télécommande
    de afstandsbediening

  • augmenter le son
    de klank luider zetten

  • baisser le son
    de klank stiller zetten

  • écouter les nouvelles à la radio
    naar het nieuws op de radio beluisteren

  • regarder les informations à la télé
    naar het nieuws op de tv kijken

  • présenter
    presenteren

  • lire un journal (en ligne)
    een krant (online) lezen

  • surfer sur le Net / sur Internet
    surfen op het internet

  • la pub(licité)
    de reclame

  • l'appli(cation) (fém.)
    de app

  • l'internaute
    de surfer (op het internet)

  • le lien
    de link

  • le moteur de recherche
    de zoekmachine

  • cliquer
    klikken

  • sauvegarder
    bewaren, opslaan

  • se connecter
    zich aanmelden

  • se déconnecter
    zich afmelden

  • télécharger
    downloaden

  • taper
    intikken

  • le mot de passe
    het paswoord/het wachtwoord

  • le nom d'utilisateur
    de gebruikersnaam

  • une source d'information fiable
    een betrouwbare informatiebron

  • allumer l'ordinateur / le gsm
    de computer / de gsm aanzetten

  • éteindre l'ordinateur / le gsm
    de computer / de gsm uitzetten

  • les écouteurs
    de oortjes

  • jouer à un jeu vidéo
    een videospel spelen

  • la batterie
    de batterij

  • le chargeur
    de lader

  • le casque
    de hoofdtelefoon

  • appeler quelqu'un
    iemand bellen

  • recevoir (un sms / une notification)
    (een sms / een melding) ontvangen

  • la batterie est à plat
    de batterij is plat

  • (re)charger la batterie
    de batterij opladen

  • téléphoner à quelqu'un
    iemand opbellen

  • l'adresse mail (fém.)
    de e-mailadres

  • l'émoticône (fém.)
    de smiley

  • les réseaux sociaux (m.)
    de sociale netwerken, de social media

  • envoyer (un message)
    (een bericht) verzenden

  • réagir
    reageren

  • répondre
    antwoorden

  • être joignable
    bereikbaar zijn

  • être en ligne
    online zijn

  • recevoir un message
    een bericht ontvangen

  • l'écran (m.)
    het scherm

  • (diminuer) le temps d'écran
    (verminderen) de schermtijd