Les 4: (Neo)Realisme
Internationale Betrekkingen: Realisme en Neo-Realisme
Leerdoelen over REALISME
Na deze lezing moet je in staat zijn om:
De belangrijkste principes en thema's van klassiek realisme te waarderen, waaronder de focus op menselijke natuur, staatsbelangen en machtsstrijd als drijvende krachten in internationale betrekkingen. Dit omvat concepten zoals de
lust for poweren de cyclische aard van de geschiedenis.De belangrijkste verschillen tussen klassiek realisme en neorealisme (structureel realisme) te begrijpen. Klassiek realisme legt de nadruk op de menselijke natuur en de interne kenmerken van staten, terwijl neorealisme de internationale anarchie en de verdeling van macht centraal stelt als de primaire beïnvloeders van staatsgedrag.
Klassiek realistische thema's toe te passen op de hedendaagse wereldpolitiek, zoals het analyseren van conflicten door de lens van nationale belangen, machtsbalans en de inherente noodzaak voor staten om hun veiligheid te waarborgen.
Leerdoelen over STRUCTURAAL REALISME
Na deze lezing moet je in staat zijn om:
De bepalende kenmerken van structureel realisme te kennen, vooral de rol van macht als een middel voor overleving en veiligheid in een anarchisch internationaal systeem. Macht, gedefinieerd als materiële capaciteiten (militair, economisch), is de sleutel tot het begrijpen van staatsgedrag.
De belangrijkste verschillen tussen offensief en defensief realisme te begrijpen. Defensief realisme stelt dat staten voldoende macht zoeken om hun veiligheid te garanderen en de status quo te handhaven, terwijl offensief realisme betoogt dat staten voortdurend streven naar maximale macht om absolute veiligheid te bereiken, wat vaak leidt tot expansie.
Te debatteren hoe verschillende structurele realisten de opkomst van China interpreteren. Offensieve realisten (zoals Mearsheimer) zouden de opkomst van China zien als een onvermijdelijke poging tot hegemonie in Oost-Azië en een bedreiging voor de Amerikaanse dominantie, wat leidt tot een veiligheidsdilemma. Defensieve realisten zouden daarentegen kunnen beargumenteren dat China's groei gericht is op regionale veiligheid en niet noodzakelijkerwijs een intentie tot wereldwijde hegemonie impliceert, zolang een balans van macht wordt gehandhaafd.
Te weten waarom voorstanders geloven dat structureel realisme een betere verklaring biedt voor de dynamiek van het hedendaagse systeem. Ze stellen dat het focussen op de internationale structuur (anarchie en machtsverdeling) een meer consistente en voorspellende theorie biedt voor het begrijpen van staatsgedrag, onafhankelijk van de interne politiek van staten of de karakters van hun leiders.
Theorie in Actie: Realisme
Video: John Mearsheimer over Structureel Realisme en het verschil met Klassiek Realisme.
Mearsheimer is een prominent voorstander van offensief realisme en betoogt dat staten constant streven naar machtsmaximalisatie, wat de basis vormt voor hun gedrag in het anarchische internationale systeem. Hij benadrukt dat het gebrek aan een centrale autoriteit staten dwingt om op zichzelf te vertrouwen en op zoek te gaan naar relatieve machtswinsten.
Sleutelklassieke realisten
Sleutelfiguren in het klassiek realisme zijn onder andere:
Thucydides (ca. 460-400 v.Chr.): Auteur van
De Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog, waarin hij de krachtmetingen tussen Athene en Sparta analyseert, met nadruk op angst, eer en eigenbelang als drijfveren voor oorlog. ZijnMelische Dialoogillustreert de moraal van de sterkste:de sterken doen wat ze kunnen en de zwakken lijden wat ze moeten.Machiavelli (1469-1527): In
De Vorst(Il Principe) pleit hij voor realistische staatskunde, waarbij leiders bereid moeten zijn om immoreel te handelen om de staat en, in het verlengde daarvan, de samenleving te beschermen. Het concept vanraison d'état(staatsraison) is hier centraal.Von Clausewitz (1780-1831): Zijn werk
Vom Kriege(Over Oorlog) definieert oorlog alsde voortzetting van politiek met andere middelen. Hij benadrukt de inherente politieke aard van conflict en de rol van nationale belangen in het bepalen van oorlogsdoelstellingen.Morgenthau (1904-1980): Zijn boek
Politics Among Nationsis een mijlpaal in het klassiek realisme. Hij formuleerde zes principes van politiek realisme, waarbij de menselijke natuur, gedefinieerd door eenlust for power, centraal staat in het begrip van internationale betrekkingen. Hij ziet internationale politiek als een voortdurende strijd om macht.
Deze figuren hebben zich gedurende 2500 jaar beziggehouden met vragen over orde, rechtvaardigheid en verandering, vaak gekoppeld aan de menselijke natuur als de fundamentele oorzaak van conflict.
Ze pleiten voor een holistisch begrip van politiek en erkennen de nauwe relatie tussen binnenlands en internationaal beleid, waarbij interne politieke structuren en cultuur het externe gedrag van staten beïnvloeden.
Ze erkennen de rol van ethiek en gemeenschap, maar zien deze vaak ondergeschikt aan de noodzaak van macht en veiligheid in een gevaarlijke wereld. Ze beschouwen geschiedenis als cyclisch, waarin patronen van conflict en samenwerking zich herhalen door de constante menselijke aard.
Verdrag van Versailles en Zijn Gevolgen
Onderhandelingen van het Verdrag van Versailles
Op 12 januari 1919 begon de eerste sessie van de Parijse Vredesconferentie in het Palais de Versailles, volgend op de wapenstilstand van 11 november 1918.
32 landen bepaalden de voorwaarden die aan de verslagen Centrale Mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije, Turkije) zouden worden opgelegd. Het proces was complex en bevooroordeeld, vaak tot uiting komend in de focus op bestraffing van Duitsland.
De Sovjetunie, verwikkeld in een burgeroorlog en geconfronteerd met wantrouwen van de geallieerden, werd niet uitgenodigd, wat leidde tot een verdere isolatie en ontwrichting in de toekomstige Europese machtsbalans.
De belangrijkste spelers waren de ‘Raad van Vier’, de belangrijkste geallieerde leiders die de meest invloedrijke beslissingen namen, vaak met weinig rekening houdend met de belangen van kleinere naties:
Georges Clemenceau (Frankrijk): Streefde naar maximale veiligheid voor Frankrijk en een extreme verzwakking van Duitsland, gezien de historische agressie en geleden schade.
David Lloyd George (Britannië): Balanceerde tussen de Franse wraakzucht en de wens om Duitsland niet volledig te vernietigen, uit angst voor een communistische revolutie of een toekomstig wraakzuchtig Duitsland. Hij wilde ook dat Duitsland in staat zou zijn om Britse goederen te kopen.
Woodrow Wilson (VS): Promootte zijn
Veertien Punten, gericht op zelfbeschikking, open diplomatie en de vorming van een Volkerenbond, als basis voor een rechtvaardige en duurzame vrede. Zijn idealisme botste vaak met het realisme van Clemenceau en Lloyd George.Vittorio Orlando (Italië): Zocht territoriale winsten zoals beloofd in het Verdrag van Londen (1915), maar werd vaak teleurgesteld, wat bijdroeg aan politieke instabiliteit in Italië.
Doelstellingen: Politieke orde in Europa brengen en een nieuwe ‘Grote Oorlog’ voorkomen door middel van collectieve veiligheid (Wilson) of door middel van een machtsevenwicht en een verzwakking van potentiële agressors (Clemenceau).
Het Einde van de Versailles Conference
Compenserende maatregelen: De Duitsers moesten substantiële financiële schadevergoeding betalen aan de getroffen landen, met name Frankrijk en België, ter compensatie van de enorme materiële en menselijke verliezen.
De Reparatiecommissie stelde in 1921 het totale bedrag vast op £6.600 miljoen Britse ponden, een astronomisch bedrag dat leidde tot economische instabiliteit in Weimar-Duitsland, massale inflatie (hyperinflatie) en politieke onrust, wat mede de weg plaveide voor extremistische bewegingen.
Artikel 231 in de overeenkomst werd toegevoegd, de zogenaamde ‘oorlogs-schuldclausule’, die Duitsland verplichtte om de volledige verantwoordelijkheid voor de oorlog te aanvaarden. Ieder Duitser beschouwde deze clausule als onrechtvaardig en een nationale vernedering, wat resoneerde met Morgenthau's nadruk op nationale eer en prestige als belangrijke factoren.
Artikel 231 – De ‘Oorlog Schuld Clausule’
Inhoud van artikel 231:
Bevestigt dat de geallieerde en geassocieerde regeringen verklaren, en Duitsland erkent, dat Duitsland en zijn bondgenoten verantwoordelijk zijn voor alle schade die de Geallieerden en hun inwoners hebben geleden als gevolg van de oorlog die hen door de agressie van Duitsland en zijn bondgenoten is opgedrongen. Dit artikel legde de morele en juridische basis voor de herstelbetalingen.
Bepalingen van artikel 232:
De Geallieerden erkennen dat de middelen van Duitsland, na rekening te hebben gehouden met permanente verminderingen in de middelen die het Verdrag oplegt (door territoriaal verlies en demilitarisatie), onvoldoende zijn om volledige schadevergoeding te doen voor alle verliezen en schade. Dit impliceerde een realistische concessie aan de Duitse economische capaciteit, maar het totaalbedrag bleef onveranderd en werd als onhoudbaar ervaren door Duitsland.
Machtspolitiek en Realisme
Achtergrond: Machtspolitiek in de jaren '30
Het realisme is een directe ideologische reactie op het ‘utopische’ liberalisme dat kenmerkend was voor de periode na de Eerste Wereldoorlog, met Woodrow Wilsons idealisme en de oprichting van de Volkerenbond. Realisten beargumenteerden dat moraliteit en internationale wetgeving ondergeschikt waren aan de machtsstrijd en nationale belangen.
Kenmerken van klassiek realisme in de praktijk:
Geen sterke scheiding tussen binnenlandse en internationale politiek. Interne stabiliteit, type regime en de kracht van een natie beïnvloeden direct de internationale positie en mogelijkheden. De aard van de menselijke natuur is een constante in beide domeinen.
Cohesie van de gemeenschap en gedeelde normen zijn centraal voor handhaving van orde en terughoudendheid, maar alleen zolang ze de nationale belangen ondersteunen of niet direct bedreigen. In tijden van crisis prevaleert eigenbelang.
Balans van Macht
Klassieke realisten waarderen het belang van de balans van macht in internationale betrekkingen, zien het als een cruciaal mechanisme voor het handhaven van enige stabiliteit, hoewel vaak tijdelijk.
Ze beschouwen het echter niet als een effectieve, permanente afschrikking voor oorlog, maar eerder als een potentiële oorzaak van conflict wanneer de balans instabiel wordt of wanneer staten proberen deze te verstoren in hun voordeel. Oorlog is een constante mogelijkheid in een anarchische wereld.
Voor klassieke realisten, zoals Morgenthau, steunt orde meer op de kracht van de gemeenschap, haar gedeelde normen en diplomatieke praktijken dan op de strikt kwantificeerbare verdeling van militaire capaciteiten. Hij suggereerde dat normen van de internationale samenleving, zoals diplomatieke protocollen en internationale recht, effectiever waren in het matigen van machtspolitiek in de 18e en 19e eeuw door het creëren van een zekere mate van voorspelbaarheid en gedeelde regels, vergeleken met een puur anarchische verdeling van capaciteiten.
Realisme: Basiscomponenten
Ontologische Componenten van Realisme
Anarchie: Dit betekent niet noodzakelijk chaos of wanorde, maar veeleer de afwezigheid van een mondiale soevereine autoriteit of een hiërarchisch systeem boven de staten in de internationale politiek. Er is geen wereldregering die staten kan dwingen tot naleving van wetten of contracten.
Concurrentie: Internationale betrekkingen worden gekenmerkt door een staat van concurrentie, vaak gezien als een
zero-sum game(wat ext{ ik win, verlies jij}), vooral in zaken van veiligheid en macht. Staten concurreren om invloed, middelen en strategische voordelen.Zelfhulp: In afwezigheid van een centrale autoriteit moeten staten primair op zichzelf vertrouwen voor hun veiligheid en overleving. Dit principe van Zelfhulp (
Self-Help) impliceert dat allianties en internationale organisaties slechts instrumenten zijn die staten gebruiken om hun eigenbelang te dienen, en niet kunnen worden vertrouwd als ultieme garanties voor veiligheid.De Staat als Centrale Actor: Staten worden beschouwd als de fundamentele en meest belangrijke actoren in internationale politiek. Ze worden gezien als unitaire (
unitary) actoren (hun interne verschillen zijn minder relevant dan hun externe gedrag) en rationele spelers (ze handelen logisch om hun belangen te maximaliseren), primair gericht op overleving (survival) in een gevaarlijke wereld.Nationale Belangen: De nationale belangen staan voorop en worden gedefinieerd in termen van macht en overleving. De staat heeft geen hogere moraal dan zijn eigen voortbestaan en veiligheid, waarbij alle andere overwegingen (zoals ideologie, ethiek of mensenrechten) ondergeschikt zijn aan dit primaire doel.
Vergelijking: Klassiek Realisme versus Structureel Realisme
Fundamenten van Klassiek Realisme
De menselijke natuur, en in het bijzonder de inherente
lust for powerof het egoïstische karakter van de mens, ligt aan de basis van de verlangen naar macht en de neiging tot conflict. Politiek wordt gezien als een reflectie van deze eeuwige menselijke aard. De verdediging van staatsbelangen (raison ext{ d'état}) door Morgenthau is direct gekoppeld aan deze diepgewortelde menselijke drijfveren.Klassiek realisme beschouwt zowel materiële macht (
force) als ethiek (morality) als cruciaal, hoewel ethiek vaak wordt gebruikt als een instrument of een façade voor machtspolitiek, of alleen relevant is binnen de context van nationale belangen. Detragedie van de grote machtspolitiek(tragedy ext{ of great power politics}) ontstaat uit de constante spanning tussen immoralistisch machtsstreven en ethische overwegingen.
Fundamenten van Structureel Realisme
Het internationaal systeem wordt gedreven door anarchie en de verdeling van macht, niet door de menselijke natuur. Volgens Kenneth Waltz (1979) in
Theory of International Politics, is de verdeling van macht (aantal grootmachten, hun relatieve capaciteiten) de bepalende factor voor geopolitieke structuren en het gedrag van staten. De staten zijnblack boxeswier interne kenmerken minder belangrijk zijn dan hun positionering in het systeem.Defensief en Offensief Realisme:
Defensief Realisme (o.a. Kenneth Waltz, Stephen Walt): Staten streven naar het behoud van de status quo en evenwicht door voldoende macht te verzamelen om zichzelf te verdedigen. Overmatige machtsaccumulatie wordt als contraproductief beschouwd, omdat het een
veiligheidsdilemma(security ext{ dilemma}) kan veroorzaken waarbij andere staten zich bedreigd voelen en zich bewapenen, wat de veiligheid van de oorspronkelijke staat vermindert. Balans van middelenmachten is primair.Offensief Realisme (o.a. John Mearsheimer): Grootmachten zijn geneigd tot machtsmaximalisatie, met het uiteindelijke doel om regionale hegemonie te bereiken. Dit houdt in dat staten voortdurend zoeken naar kansen om hun macht ten opzichte van rivalen te vergroten, zelfs met het risico van
overschatting(over-extension) of het provoceren van tegenallianties.
Casestudy: Irak
De Irak-oorlog vanuit een klassiek realistisch perspectief
De opkomst naar unilateralisme bij de VS na de Koude Oorlog, voortkomend uit haar ongekende dominante positie, leidde tot een desastreuze Iraakse operatie. Klassieke realisten zouden dit kunnen interpreteren als een voorbeeld van
hubrisof overmoed, waar een te sterke staat de beperkingen van macht en de gecompliceerde realiteit van internationale politiek negeert.Doelstellingen van de VS bij de invasie van Irak in 2003:
Ontwapenen van Irak van vermeende massavernietigingswapens (nucleaire, biologische en chemische wapens). Deze rechtvaardiging bleek controversieel en grotendeels ongefundeerd. De klassieke realist zou dit kunnen zien als een rationalisatie voor een actie gedreven door een dieper liggende wens om de regionale hegemonie van de VS te verzekeren of een onwelgevallig regime te verwijderen.
Dit impliceerde het beëindigen van Saddam Hoesseins vermeende steun voor terrorisme, zoals vaak verbonden met Al-Qaeda, ondanks beperkt bewijs voor directe banden. Dit toont een focus op het elimineren van waargenomen bedreigingen voor nationale veiligheid.
Bevrijden van het Iraakse volk van een dictatoriaal regime en het introduceren van democratie. Een klassieke realist zou dergelijke humanitaire of democratische retoriek sceptisch benaderen, en het primair zien als een
strategisch maskervoor machtsprojectie en nationale belangen, of als een secundair doel dat pas relevant wordt na het bereiken van primaire veiligheidsdoelen.
Tragiek in Realisme
Tragiek zoals bezien in het realisme toont de tegenstrijdigheid tussen menselijke capaciteiten om een betere wereld te scheppen en de inherente neiging van de mens (en staten) om met geweld te vernietigen wat bereikt is. Dit is een direct gevolg van de anarchische aard van internationale betrekkingen en de fundamentele menselijke natuur (volgens klassiek realisme).
Realisme biedt
voorzichtigheid(prudence) als antidotum voorhubris(overmoed). Het advies aan staatslieden is om de beperkingen van macht te erkennen, de complexiteit van de internationale politiek te begrijpen en zich te onthouden van te ambitieuze, idealistische projecten die vaak leiden tot onbedoelde en desastreuze gevolgen.
Kritiek op Realisme
Kritiekpunten
Macht als Doel versus Macht als Gevolg: Eén school van kritiek stelt dat realisten
macht(power) vaak als een doel op zich zien, terwijl het in werkelijkheid een middel of een gevolg kan zijn van andere belangen (zoals welvaart of ideologie). Deze ambiguïteit maakt het soms moeilijk om te bepalen wat staten echt motiveert.Realisme wordt vaak bekritiseerd als een statische theorie, die veranderingen in internationale betrekkingen (zoals de opkomst van niet-statelijke actoren of de toenemende globalisering) onvoldoende verklaart. Als macro-theorie biedt het onvoldoende toelichting op kleinere staten, die vaak andere strategische opties hebben dan de grootmachten, en op de gedetailleerde besluitvormingsprocessen binnen staten.
Tegenargumenten vanuit andere theorieën:
Liberalisme/Neoliberalisme: Benadrukt de rol van internationale instellingen, economische interdependentie, democratie en gezamenlijke waarden bij het bevorderen van samenwerking en vrede. Ze zien dat anarchie verzacht kan worden door regels en instituties.
Institutionalisme: Focust op hoe internationale instituties en regimes de onzekerheid in anarchie verminderen en samenwerking (vooral in economische zaken) vergemakkelijken door het verlagen van transactiekosten en het verstrekken van informatie.
Marxistische Theorieën: Stellen dat internationale betrekkingen fundamenteel worden gevormd door economische structuren en de strijd tussen klassen, waarbij macht een instrument is van de kapitalistische (kern)staten om het wereldsysteem in stand te houden ten behoeve van hun economische belangen, en dus de periferie uitbuiten. Hierbij is macht primair economisch van aard.
Concepten binnen Realistische Gedachte
Anarchie: Zoals eerder vermeld, de afwezigheid van een centrale, soevereine autoriteit boven de staten in het internationale systeem. Dit is een structurele eigenschap die de logica van zelfhulp dicteert en niet gelijk staat aan chaos, maar eerder aan de afwezigheid van hiërarchie.
Zelfhulp: Het fundamentele principe dat staten in een anarchische omgeving alleen op zichzelf kunnen vertrouwen voor hun veiligheid en overleving. Dit dwingt staten om hun eigen capaciteiten te versterken en strategische allianties te vormen wanneer dat opportuun is, maar altijd met de vooronderstelling van eigenbelang.
Nationale Belangen: Worden doorgaans gedefinieerd als het voortbestaan (
survival) en de veiligheid (security) van de staat. Alle andere belangen, zoals economische welvaart, ideologische verspreiding of culturele invloed, zijn ondergeschikt aan deze primaire doelen. Hetnationale belang(national ext{ interest}) is dynamisch en kan veranderen afhankelijk van de context en de dreigingen.
Belangrijke Definities
Macht: Gedefinieerd als de materiële middelen die een staat bezit, en die het in staat stellen om zijn wil op te leggen of zijn belangen te verdedigen tegenover andere staten. Dit omvat traditioneel militaire capaciteit (leger, wapens), economische sterkte (BBP, technologische basis, handelsvolume), en geografische factoren (grondstoffen, strategische locatie). Het is de capaciteit om anderen te beïnvloeden en de uitkomst van gebeurtenissen vorm te geven.
Staat: Een juridische territoriale entiteit met een stabiele bevolking en een overheid die effectief gezag uitoefent over dat territorium. Cruciaal is het
monopolie op het legitieme gebruik van geweld(monopoly ext{ on the legitimate use of force}) binnen zijn grenzen. In een realistisch perspectief is de staat de primaire actor die autonomie, soevereiniteit en nationale belangen verdedigt op het internationale toneel.