Untitled Flashcards Set

FransNederlands
l'autopartage=het autodelen
le conducteur / la conductrice=de bestuurder
le covoiturage=het carpoolen
les déchets=het afval
l'environnement=het milieu
les frais (d'entretien)=de (onderhouds)kosten
le gaspillage=de verspilling
le permis de conduire=het rijbewijs
le recyclage=de recyclage
l'appli(cation)=de app / de toepassing
l'assurance=de verzekering
la démarche=de stap / de aanpak / de werkwijze
les données=de gegevens
l'essence=de benzine
la garantie=de garantie
la liberté=de vrijheid
accessible=bereikbaar / toegankelijk
bon marché=goedkoop
convivial=gezellig
quotidien=dagelijks
sécurisé=beveiligd
apprécier=waarderen
économiser=besparen
disposer de=beschikken over
gaspiller=verspillen
permettre=toelaten
réduire=verminderen
trier=sorteren
avoir l'air de=lijken
avoir confiance en=vertrouwen hebben in
avoir les moyens=over de middelen beschikken
faire des économies=geld opzijzetten / sparen
faire le plein=voltanken
l'avantage=het voordeel
le paiement=de betaling
le tarif=het tarief
la carte bancaire=de bankkaart
la carte de crédit=de kredietkaart
la recommandation=de aanbeveling
la sélection=de selectie
coûteux=duur
fiable=betrouwbaar
simultané=gelijktijdig
conseiller=aanraden
déconseiller=afraden
effectuer=uitvoeren
envisager de=overwegen
offrir=aanbieden
recommander=aanbevelen
réfléchir=nadenken
être ravi=opgetogen zijn