L

aardijkskunde 1.5 bevolkingsgroei en migratie

Bij de binnenlandse migratie in de VS is een duidelijk patroon: mensen verhuizen van het noordoosten (de snowbelt) naar het zuiden en westen (de sunbelt). Het demografisch zwaartepunt, het punt waarvan ten oosten en westen en ten noorden en zuiden evenveel mensen wonen, verschuift naar het zuidwesten. Het migratiesaldo is daar hoog.

In de snowbelt, met koude winters, heeft veel zware industrie: bijv. staal- en autofabrieken. Het is niet fijn daar dichtbij te wonen. Er komen wel steeds meer kennisintensieve bedrijven. In de sunbelt, met veel zonnige dagen, is juist veel lichte industrie en dienstensector. Deze bedrijven zijn footloose, dat betekent dat ze, omdat ze weinig grondstoffen nodig hebben, zich bijna overal kunnen vestigen. Er is veel hightechindustrie, zoals tech hubs en technologische kenniscentra. Dit is aantrekkelijker om te gaan wonen, en de huizen zijn er ook goedkoper.

Na 1849 zijn miljoenen Amerikanen naar California verhuisd (de “goldrush”). De bevolking groeide razendsnel. Maar nu is de groei juist gestopt, omdat de staat nu erg duur en druk is, en de gevolgen van klimaatverandering zijn ook erg groot (bijv. bosbranden).


  • binnenlandse migratie

    = verhuizen binnen een land naar een andere gemeente

  • migratiesaldo

    = hoeveel mensen naar een bepaalde plek verhuizen, of weggaan (bij een negatief saldo is er een vertrekoverschot)

  • kennisintensieve bedrijven

    = bedrijven die producten maken waarvoor veel vakkennis nodig is

  • footloose bedrijven

    = bedrijven die weinig tot geen grondstoffen gebruiken en zich daardoor (bijna) overal kunnen vestigen