Spreekwoorden en gezegden

Aan de bel trekken

  • Duidelijk maken dat er iets aan de hand is; duidelijk maken dat er iets niet klopt.

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

  • Wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi.

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.

  • Als er geen toezicht is, doet iedereen zijn zin.

Als een God in Frankrijk leven

  • Een aangenaam en zorgeloos leven hebben.

Als kat en hond leven

  • Steeds ruzie hebben.

Beter een goede buur dan een verre vriend.

  • Van mensen in je omgeving kan je meer hulp verwachten.

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.

  • Liever een beetje dan helemaal niets; kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen.

Blaffende honden bijten niet.

  • Zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk.

Boontje komt om zijn loontje.

  • Hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen.

Buiten de boot vallen

  • Niet mogen meedoen aan iets.

De aap komt uit de mouw.

  • De waarheid komt aan het licht.

De appel valt niet ver van de boom.

  • Kinderen lijken vaak op de ouders.

De baard in de keel krijgen

  • Overgang van kinderstem naar volwassen stem (vooral bij jongens).

De bloemetjes buitenzetten

  • Feesten.

De bom is gebarsten.

  • De (verwachte) problemen zijn begonnen.

De boot missen

  • Te laat zijn.

De draad kwijt zijn

  • De loop van het verhaal niet meer kunnen volgen.

De draak met iemand/iets steken

  • Ergens niets van geloven en er grapjes over maken/spotten met iemand.

De druppel die de emmer doet overlopen

  • Dat is maar een kleine ergernis, maar samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd.

De handen uit de mouwen steken

  • Aan de slag gaan en aanpakken.

De kat uit de boom kijken

  • Een afwachtende houding aannemen.

De koe bij de hoorns vatten

  • Met de lastige zaak beginnen.

De kogel is door de kerk

  • Men heeft een besluit genomen.

De nagel op de kop slaan

  • Precies zeggen waar het op staat.

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.

  • Een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft.

De sigaar zijn

  • Pech hebben.

De spuigaten uitlopen

  • De grenzen van het toelaatbare worden overschreden.

De stoute schoenen aantrekken

  • Iets doen wat moed vergt.

De toon aangeven

  • Bepalen welke richting het op gaat.

Door de bomen het bos niet meer zien

  • Door alle details het overzicht verliezen.

Door de mand vallen

  • Betrapt worden.

Door de zure appel heen bijten

  • Het onaangename doen of over zich heen laten gaan.

Door het oog van de naald kruipen

  • Op het nippertje ontsnappen.

Een appeltje voor de dorst

  • Een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen.

Een blok aan het been zijn

  • Een last zijn.

Een boom van een vent

  • Een heel grote man.

Een boompje opzetten (over)

  • Een (informele) discussie starten.

Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen

  • Men maakt geen twee keer dezelfde fout.

Een gat in de lucht springen

  • Heel blij zijn.

Een gat in zijn hand hebben

  • Te veel geld uitgeven.

Een gegeven paard niet in de bek kijken

  • Als men een geschenk krijgt, dan moet men niet zoeken of er hier of daar wat aan mankeert.

Een hart onder de riem steken

  • Iemand moed inspreken.

Een kat in een zak kopen

  • Iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden.

Een knuppel in het hoenderhok gooien.

  • De rust verstoren; opschudding onrust veroorzaken; een discussie op gang brengen.

Een lans voor iemand breken

  • Het voor iemand opnemen, voor iemand je best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen.

Een naald in een hooiberg zoeken

  • Iets zoeken dat bijna niet te vinden is/ iets onmogelijks proberen.

Een vinger in de pap hebben

  • Invloed hebben.

Een wolf in schaapskleren

  • Een gevaarlijk persoon die zich onschuldig voordoet.

Eén zwaluw maakt de lente niet.

  • Eén omstandigheid laat nog geen eindconclusie toe.

Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.

  • Ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden.

Er als de kippen bij zijn

  • Er razendsnel bij zijn.

Ergens de buik van vol hebben

  • Ergens genoeg van hebben.

Ergens je voeten aan vegen

  • Iets doen zonder hoge kwaliteit af te leveren.

Ergens met je pet naar gooien

  • Iets niet serieus nemen, een taak bijzonder slordig uitvoeren.

Gebakken lucht

  • Onzin.

Geen blad voor de mond nemen

  • Precies durven zeggen hoe er over iets gedacht wordt.

Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken

  • Geen gemakkelijk persoon.

Geen slapende honden wakker maken

  • Beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen.

Geld over de balk gooien

  • Geld verspillen.

Goed gemutst zijn

  • Goedgezind zijn.

Haar op je tanden hebben

  • Van zich af kunnen bijten.

Het been stijf houden

  • Niet toegeven.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

  • Iemand kan proberen zijn ware aard te verbergen, maar uiteindelijk zal toch uit allerlei dingen blijken hoe hij echt is.

Het geld groeit niet op de rug

  • Geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden.

Het hoofd boven water houden

  • Financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven.

Het zwarte schaap (van de familie)

  • Iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag.

Hoge bomen vangen veel wind.

  • In een hoge positie heeft men ook veel verantwoordelijkheid.

Ieder huisje heeft zijn kruisje.

  • Ieder gezin heeft eigen zorgen en problemen.

Iemand de deur wijzen

  • Iemand wegsturen.

Iemand de mond snoeren

  • Iemand (plots) doen zwijgen.

Iemand iets op het hart drukken

  • Een ander heel nadrukkelijk zeggen wat hij wel of niet moet doen.

Iemand om de tuin leiden

  • Iemand bedriegen, misleiden.

Iemand onder de duim houden

  • Iemand in je macht hebben, iemand de baas zijn.

Iemand uit de tent lokken

  • Iemand zover krijgen dat hij of zij iets doet of zegt, terwijl hij of zij dat eigenlijk niet wil.

Iemand van het kastje naar de muur sturen

  • Iemand voor niets heen en weer laten lopen.

Iemand voor het lapje houden

  • Iemand voor de gek houden, iemand iets wijsmaken.

Iemand zwart maken

  • Slecht spreken over iemand.

Iets uit je duim zuigen

  • Iets verzinnen.

In de nesten zitten

  • In de problemen zitten.

In de put zitten

  • Droevig, neerslachtig zijn.

In de wolken zijn

  • Heel blij zijn.

In het land der blinden is eenoog koning.

  • Als je de enige bent die iets van een bepaalde zaak afweet, dan lijkt het of je er erg veel verstand van hebt.

In het water vallen

  • Falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan.

In zak en as zitten

  • Het helemaal niet meer zien zitten.

Je boekje te buiten gaan

  • Zijn eigen terrein verlaten, zijn bevoegdheid te buiten gaan; spreken over zaken die niet aan de orde zijn of waarvan men geen verstand heeft.

Je eigen boontjes doppen

  • Zelfstandig zijn.

Je hart vasthouden

  • Je ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat.

Je kop in het zand steken

  • Doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen.

Je sporen verdiend hebben

  • Bewezen hebben dat je ergens goed in bent.

Je steentje bijdragen

  • Ergens mee helpen, (financieel) bijdragen.

Je wilde haren verliezen

  • Ouder en rustiger worden.

Liefde maakt blind.

  • Door verliefdheid zie je de gebreken van een ander niet.

Met de gebakken peren zitten

  • Voor de moeilijkheden opdraaien.

Met de hakken over de sloot

  • Nipt, maar net, nauwelijks, op het nippertje.

Met de kippen op stok gaan

  • Vroeg gaan slapen.

Met de neus in de boter vallen

  • Onverwacht veel geluk hebben.

Met iemand een appeltje te schillen hebben

  • Iets met iemand te bespreken hebben naar aanleiding van iets wat men die ander verwijt.

Met je mond vol tanden staan

  • Niet weten wat zeggen.

Met je tijd meegaan

  • Je telkens weer aanpassen aan hippe en nieuwe dingen terwijl je zelf steeds ouder wordt.

Na regen komt zonneschijn

  • Na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd.

Naar iemands pijpen dansen

  • Alles doen wat een ander wil.

Naast je schoenen lopen

  • Arrogant zijn.

Niet verder kijken dan je neus lang is

  • Niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn.

Olie op het vuur gooien

  • Een al bestaande ruzie/gespannen situatie nog wat aanwakkeren.

Op eieren lopen

  • Heel voorzichtig zijn (meestal zodat iemand niet boos wordt).

Op rozen zitten

  • Onbezorgd en gelukkig zijn.

Roet in het eten gooien

  • Iets leuks bederven, het plezier vergallen, een (goed) plan verpesten.

Schoon schip maken

  • Het verleden achterlaten of vergeten.

Spreken is zilver, zwijgen is goud.

  • In vele gevallen is het beter niets te zeggen, dan door woorden, hoe goed bedoeld ook, alles erger te maken.

Tegen de lamp lopen

  • Betrapt worden.

Tijd is geld.

  • Zaken zo snel mogelijk voor elkaar krijgen is het goedkoopste.

Twee handen op één buik

  • Ze werken samen, ze denken er hetzelfde over.

Uit de lucht vallen

  • Doen alsof men van niets weet / iets gebeurt erg plotseling en onverwacht.

Uit je dak gaan

  • Dolenthousiast raken (van iets); zijn zelfbeheersing verliezen.

Uit zijn vel springen

  • Zeer kwaad zijn.

Van de hak op de tak springen

  • Steeds weer van onderwerp wisselen en geen duidelijke rode draad in een verhaal hebben.

Van een mooi bord kun je niet eten.

  • Aan uiterlijk alleen heb je niets.

Voor aap staan

  • In het openbaar belachelijk zijn.

Voor een appel en een ei

  • Goedkoop.

Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.

  • Mensen spreken graag over dingen waar ze van houden.

Waar rook is, is vuur.

  • Waar geruchten over wangedrag zijn, zal er ook wel iets mis zijn.

Water bij de wijn doen

  • Compromissen zien te sluiten.

Wie a zegt, moet ook b zeggen.

  • Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken.

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. (ook wel: Wie een put graaft voor een ander, …)

  • Wie een ander iets wil misdoen, kan er zelf het slachtoffer van worden.

Ze alle vijf op een rijtje hebben

  • Niet gek zijn.

Zich op glad ijs begeven

  • Ergens over gaan praten waar die weinig van af weet

Zich verspreiden als een lopend vuurtje

  • =zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje

Zo gek als een deur

  • Stapelgek.

Zo vals als een kat zingen

  • Heel erg vals zingen.

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

  • Het is nergens zo goed als thuis.