knowt logo

HFDSTK 7: Elektrolyten

Een waterstraal wordt wel aangetrokken door een geladen staaf, een heptaanstaaf niet.

Dit komt doordat alle stoffen elektrisch neutraal zijn, door de wrijving wordt een staaf negatief geladen. Watermoleculen zijn neutraal, wat betekent dat het ook op een andere plek negatieve ladingen heeft die even groot zijn als de positieve ladingen.

Heptaan wordt niet aangetrokken door de geladen staaf omdat de molecule geen kanten heeft met verschillend teken.

Ons besluit is dat een watermolecule twee tegengestelde kanten heeft, de ene zijde is positief en de andere zijde is negatief geladen. Deze tegengestelde zijden zijn polen.

Water is een polaire molecule en dus ook een polaire stof. Heptaan heeft geen polen en is dus een apolaire stof.

Verklaring voor het polair zijn van water;

Hierbij speelt de EN-waarde een belangrijke rol, deze waarde geeft aan hoe sterk het atoom bindingselektronen aantrekt.

Er zijn 3 casussen:

  • EN-waarde is groter dan 1,66 => ionenbinding.

    • Tussen een metaal en een niet-metaal.

  • EN-waarde ligt tussen 0 en 1,66 => polaire covalente binding.

    • Tussen twee niet-metalen met verschillende EN-waarden.

  • EN-waarde is 0 => apolaire covalente binding.

    • Tussen twee niet-metalen met dezelfde EN-waarden, bv. Cl².

Bij het element met de hoogste EN-waarde ontstaat een partiële negatieve lading. Bij het element de laagste EN-waarde ontstaat een partiële positieve lading.

Invloed van de aard van het oplosmiddel op de oplosbaarheid van een stof:

  • Polaire stoffen lossen goed op in water maar niet in heptaan.

  • Apolaire stoffen lossen goed op in heptaan, maar niet in water.

Soort zoekt soort.

A

HFDSTK 7: Elektrolyten

Een waterstraal wordt wel aangetrokken door een geladen staaf, een heptaanstaaf niet.

Dit komt doordat alle stoffen elektrisch neutraal zijn, door de wrijving wordt een staaf negatief geladen. Watermoleculen zijn neutraal, wat betekent dat het ook op een andere plek negatieve ladingen heeft die even groot zijn als de positieve ladingen.

Heptaan wordt niet aangetrokken door de geladen staaf omdat de molecule geen kanten heeft met verschillend teken.

Ons besluit is dat een watermolecule twee tegengestelde kanten heeft, de ene zijde is positief en de andere zijde is negatief geladen. Deze tegengestelde zijden zijn polen.

Water is een polaire molecule en dus ook een polaire stof. Heptaan heeft geen polen en is dus een apolaire stof.

Verklaring voor het polair zijn van water;

Hierbij speelt de EN-waarde een belangrijke rol, deze waarde geeft aan hoe sterk het atoom bindingselektronen aantrekt.

Er zijn 3 casussen:

  • EN-waarde is groter dan 1,66 => ionenbinding.

    • Tussen een metaal en een niet-metaal.

  • EN-waarde ligt tussen 0 en 1,66 => polaire covalente binding.

    • Tussen twee niet-metalen met verschillende EN-waarden.

  • EN-waarde is 0 => apolaire covalente binding.

    • Tussen twee niet-metalen met dezelfde EN-waarden, bv. Cl².

Bij het element met de hoogste EN-waarde ontstaat een partiële negatieve lading. Bij het element de laagste EN-waarde ontstaat een partiële positieve lading.

Invloed van de aard van het oplosmiddel op de oplosbaarheid van een stof:

  • Polaire stoffen lossen goed op in water maar niet in heptaan.

  • Apolaire stoffen lossen goed op in heptaan, maar niet in water.

Soort zoekt soort.