german test 07/05/2024
Lernübersicht
Lernliste Niederländisch - Deutsch
B Wortschatz + het bord de dorst de honger de koffie + de lepel de peper de rijst de sinaasappelsap de suiker de taart de thee het toetje
de cola + de fles
+ het kopje de menukaart de rekening de saus, de jus de slagroom + de soep + de vork
het avondeten het bestek + het brood het eten + het glas het ijs + het mes
het middageten het ontbijt + het restaurant
+ de schnitzel
het water het zout
de aardappelen de pasta de patatjes, frietjes
- der Teller - die Teller
- der Durst
- der Hunger
- der Kaffee
- der Löffel - die Löffel
- der Pfeffer
- der Reis
- der Orangensaft
- der Zucker
- der Kuchen
- der Tee
- der Nachtisch
- die Cola
- die Flasche - die Flaschen
- die Tasse - die Tassen
- die Speisekarte
- die Soße
- die Sahne
- die Suppe - die Suppen
- die Gabel - die Gabeln
- das Abendessen
- das Besteck
- das Brot - die Brote
- das Essen
- das Glas - die Gläser
- das Eis
- das Messer - die Messer
- das Mittagessen
- das Frühstück
- das Restaurant - die Restaurants
- das Schnitzel - die Schnitzel
- das Wasser
- das Salz
- die Kartoffeln
- die Nudeln
- die Pommes
bestellen drinken eten nemen smaken
- bestellen
- trinken - getrunken
- essen - gegessen
- nehmen - genommen
- schmecken
genoeg
- genug
heet
- heiß
koud
- kalt
scherp, pikant
scharf
warm
ー
warm
zoet
süß
zuur
sauer
erbij
dazu
zonder
- ohne
alstublieft
- bitte
dank u wel
- danke
Eet smakelijk!
- Guten Appetit!
Neemt u mij niet kwalijk!- Entschuldigen Sie bitte!
Pardon!
- Entschuldigung!
Wiederholung de sla de vis
der Salat der Fisch
+ de wortel
- die Karotte - die Karotten
het fruit de groente het vlees
das Obst das Gemüse
- das Fleisch
erliste Deutsch - Niederländisch
A Sehen das Getreide herstellen die Zutat brauchen die Geschwindigkeit
die Ausbildung
-5g
Dies
Rog
Für
De
Gel
U
AU
C Hören
der Imbiss auswählen
entweder - oder
satt sein begeistert
trotzdem
D Lesen ganz
die Zutat duften bald
jemanden überraschen
empfehlen und zwar zubereiten
H Lesen es gibt
zum Beispiel
manchmal
sogar
die Marmelade
D
Ko
DIE DU
Mö
Ich
Wir
Im
In de leck
Rote zum
Sie
le
el
nt
ue
au
Er macht
nel
Ge
ori
enü
nis
viele
nie
daille e halten
het graan produceren
het ingredient nodig hebben de snelheid
de opleiding
de snackbar
kiezen
of - of
vol zitten
enthousiast desondanks
heel
het ingredient lekker ruiken binnenkort
jemand verrassen
aanbevelen
en wel
bereiden
er is, er zijn
bijvoorbeeld
soms zelfs
de jam
Lernübersicnt
Lernliste Niederländisch - Deutsch
B Wortschatz
- reiten - geritten
paardrijden
+ de gitaar
- die Gitarre - die Gitarren
- Ski fahren - gefahren
skiën
+ de stad
- die Stadt- die Städte
- spielen
+ de viool
- die Geige - die Geigen
spelen
Tennis spielen
tennissen
- das Schlagzeug - die
voetballen
- Fußball spielen
+ het drumstel
Schlagzeuge
zingen
- singen - gesungen
+ de hobby
- das Hobby - die Hobbys
- schwimmen -
zwemmen
+ de piano
- das Klavier - die Klaviere
geschwommen
de vakantie
- die Ferien
- mit
met
- oder
aan sport doen
- Sport machen
of
- manchmal
bevallen
- gefallen - gefallen
soms
dansen
- tanzen
Wiederholung
fietsen
- Rad fahren - gefahren
- blöd
dom, stom
gamen
- gamen
interessant
- interessant
leuk zijn
- Spaß machen
- toll
leuk
lezen
- lesen - gelesen
makkelijk
- leicht
naar de bioscoop gaan - ins Kino gehen -
moeilijk
- schwierig
mooi
schön
naar het museum gaan - ins Museum gehen
saai
- langweilig
naar het zwembad gaan - ins Schwimmbad gehen
naar muziek luisteren - Musik hören
Lernliste Deutsch - Niederländisch
A Hören
abenteuerlich kicken irgendwann der Fußballverein wechseln der Gegner trainieren draußen
C Lesen schade leider
keine Ahnung
gleich manchmal
Mane
avontuurlijk voetballen
op een gegeven moment de voetbalclub wisselen de tegenstander trainen buiten
jammer helaas
geen idee
zometeen, binnenkort
en. af en toe, soms