Aantekeningen over de Rechterlijke Organisatie in Nederland

Inleiding

  • Nederland heeft drie onafhankelijke machten: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
  • Dit hoofdstuk richt zich op de rechterlijke macht en de rol van buitengewone opsporingsambtenaren (BOA's) in de strafrechtspraak.

Rechterlijke Macht

A. Organisatie van de Rechterlijke Macht

  • De rechterlijke macht omvat rechters, magistraten, en andere juridische ambtenaren.
  • Rechters worden life-time benoemd en hun positie is wettelijk geregeld.
  • Het recht wordt doorgaans openbaar behandeld, behalve in uitzonderlijke gevallen.

B. Garanties voor Deugdelijke Rechtspraak

  • Artikel 17 Grondwet geeft iedereen recht op een rechtmatige rechter.
  • Uniek gerecht kan alleen door wetgever worden toegestaan (Art. 116 Grondwet).
  • Onpartijdigheid van rechters wordt beschermd door hun levenslange aanstelling.
  • Publieke zittingen zijn essentieel voor transparantie (Art. 121 Grondwet).

De Gerechten

A. Type Gerechten

  1. Rechtbanken: 11 rechtbanken, met verschillende zittingsplaatsen per arrondissement.
  2. Gerechtshoven: 4 gerechtshoven en behandelen hoger beroep.
  3. Hoge Raad: Hoogste rechtscollege voor cassatie en herzieningen.

B. Rechters bij de Gerechten

  • Rechters van rechtbanken zijn onafhankelijk voor het leven benoemd.
  • Er zijn verschillende soorten rechters, zoals kantonrechters, politierechters en kinderrechters, die gespecialiseerde zaken behandelen.

Rolverdeling in de Strafrechtspraak

A. Hoofdrolspelers

  1. Verdachte: Iemand tegen wie een strafbaar feit wordt vermoed.
  2. Openbaar Ministerie (OM): De aanklager die het bewijs levert en straf eist.
  3. Rechter: Neutraal figuur die de rechtszaak leidt en oordeelt.

B. Competentie van Rechters

  • Absolute competentie: Welke rechter voor welk soort misdrijf bevoegd is.
    • Kantongerechten voor overtredingen.
    • Politierechter en meervoudige kamers voor misdrijven.
    • Kinderrechters voor jeugdigen (12-18 jaar).
  • Relatieve competentie: Waar een zaak aanhangig gemaakt moet worden op basis van feiten.

Dagvaarding

  • De officier van justitie brengt de zaak voor door middel van een dagvaarding, officiële oproep voor de verdachte.
  • Bevat informatie over het ten laste gelegde feit, tijd, en plaats van de overtreding.

De Procedures in Strafzaken

A. Opsporing en Vervolgen

  • Opsporing onder leiding van de officier van justitie; hij neemt beslissingen over vervolging.
  • Vervolgen omvat het betrekken van de rechter in de zaak door dagvaarding of strafbeschikking.
  • Seponeren: Beslissing om niet te vervolgen; kan gemaakt worden op basis van haalbaarheid en opportuniteit.

B. Strafbeschikking en Transactie

  • Strafbeschikking: OM legt buiten de rechter om een straf op bij specifieke delicten.
  • Transactie: Vervolgingsalternatief met voorwaarden die, indien nageleefd, leiden tot seponering.

Procedure in Strafzaken

  • Start met een redelijke verdenking en leider is de officier van justitie.
  • Voorbereidend onderzoek; toezicht door rechter-commissaris.
  • Onderzoek ter terechtzitting met uitspraak door de rechter.
  • Mogelijkheid voor beroep en cassatie na uitspraak.

Cassatie en Herziening

  • In cassatie kan alleen de juiste toepassing van het recht aan de orde zijn.
  • Herziening mogelijk bij nieuwe feiten die niet bekend waren eerder; dit kan zowel ten nadele als ten voordele zijn.

Organisatie van het Openbaar Ministerie

A. Structuur en Taken

  • Bestaat uit procureurs-generaal en officieren van justitie.
  • Verantwoordelijk voor opsporing, vervolging en uitvoering van straffen.

B. Hulpofficier van Justitie

  • Staan de officier bij en hebben aanvullende opsporingsbevoegdheden.
  • Niet formeel onderdeel van het OM, maar werken onder leiding van de minister van Justitie.