AFPF casus 8

AFPF casus 8  

 

  • de positie van de bijschildklieren beschrijven.  

  • de functies van de bijschildklieren en calcitonine beschrijven.  

  • uitleggen hoe de bloedspiegels van calcium worden gereguleerd door parathormoon en calcitonine.  

  • de positie van de bijnieren beschrijven.  

  • de werking van elk van de drie bijnierschorshormonen beschrijven.  

  • de werking van adrenaline en noradrenaline beschrijven.  

  • uitleggen hoe de bloedspiegels van de glucocorticoïden worden gereguleerd.  

  • beschrijven hoe de bijnieren op stress reageren.  

  • de definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, behandeling, complicaties, prognose en preventie van het syndroom van Cushing beschrijven. 

 

Positie van bijschildklieren: 4x achterkant van schilklierkwab, eentje boven en eentje onder. Het zijn kleine bolletjes.  

Functie; uitscheiden parthormoon (PTH); verhoogt hoeveelheid calcium in bloed door vrijgeven calcium in botten.  

Door; stimuleert osteoclasten en meer calcium absorberen uit niertubuli  

 

Schildklier: Calcitone heeft omgekeerde werking; verlaagt hoeveelheid calcium in bloed door;  

Cellen in botten voor opslag ondersteunen en remmen absorptie niertubuli  

 

Ze handhaven de normale calciumspiegel door wisselwerking.  

Calcium is nodig voor; spiercontracties, overdracht zenuwprikkkels en bloedstolling.  

 

Bijnieren positie: bovenop elke niet, bestaat uit bijnierschors en bijniermerg.  

Bijnierschors; glucocorticoïden, mineraliocorticoïden en geslachtshormonen, bestaat uit 3 lagen.  

 

Glucocorticoïden; cortisol, corticosteron en cortison.  

Werking; stofwisseling (afbraak van eiwitten en vetten), ontstekings- en immuunrespons en stressrespons.  

Gevolg; hyperglykemie, gluconegeonese, lipolyse, eiwitafbraak en natrium absorptie. Patho en fysio: ontstekingsremmend, onderdrukking immuun en langzame wondgenezing  

Als je zomaar stopt met corticoïden, kan niet wat je het duurt even voordat het ritme hiervan weer normaal is. Want hypothalamus, hypofyse en bijnierschors doen niks als er al meer dan genoeg corticoïde in het bloed zit.  

 

Mineralcorticoïden; aldosteron; waterhuishouding en elektrolytenbalans.  

Aldosteron: stimuleer reabosorptie van antrium door niertubuli en uitscheiding van kalium > heeft hierdoor invloed op bloedvolume en bloeddruk.  

Kaliumconcentratie reguleert de secretie van aldosteron. Veel kalium is veel aldosteron en andersom.  

 

Geslachtshormonen; gonadocorticoïden; voornamelijk androgeen en hoeveelheid is weinig  

 

 

Bij weinig natrium > renine-angiotensine-aldosteronsysteem: 

Nieren maken renine > zet angiotensinogeen om in angiotensine 1 > ACE maakt van 1 = 2 > angiotensine 2 stimuleert secretie aldosteron en vasoconstrictie  

 

Bloedspiegel glucocorticoïden; door negatieve feedback voor hypofysevoorkwab en hypothalamus. Gestimuleerd door ACTH en stress.  

Hypothalamus stuurt CRH > voorkwab hypofyse ACTH > bijnierschors = cortisol maken > daalt nadat het gebruikt is > hypothalamus krijgt dit signaal binnen  

 

Adrenaline en noradrenaline: afgegeven door bijniermerg op aansturing van sympathisch zenuwstelsel > versterkt symp en fight or flight reactie.  

Gevolg: hartslag en bloeddruk omhoog, bloed naar essentiële organen en niet naar niet-essentiële organen, mydraise en naar beneden van stofwisselingssnelheid.  

A = hart en stofwisseling, N= bloedvatdiameter.  

 

Stress: 

Bijniermerg: korttermijnrespons > nor en adrenaline  

Bijnierschors: langtermijnrespons > mineral en glucocoritcoïden  

Syndroom van Cushing: langdurig verhoogde cortisolspiegel in bloed  

Risicofactoren; vrouwen, langdurig gebruik corticosteroïden  

Etiologie; het is zeldzaam, ziekte van Cushing; adenoom hypofyse en tumoren in bijnieren waardoor productie cortisol omhoog gaat.  

Pathofysiologie; verstoring meerdere lichaamsfuncties, hyperglykemie langdurig > DM, cortisol zorgt voor afbraak eiwitten in spieren, huid en haar.  

Ook hypertensie en osteoporose, remming immuunsysteem > immuundeficiëntie  

Symptomen; vollemaansgezicht, buffalo hump, moe, minder spierkracht, psychische, gewichtstoenamen, vrouw; menstruatiestoornis en overbeharing, man; erectie dysfunctie  

Behandeling; normaliseren aanmaak cortisol, lagere dosis, tumor weg of bijnieren weg 

Complicaties; onbehandeld> cardiovasculaire complicaties, DM, infecties, fractuur 

Prognose; grote impact, vaak thuiszorg nodig, overlijden door complicaties. 

Preventie; gebruik contricosteroïden verminderen en secundaire preventie  

 

 

  • de effecten (pathofysiologie en symptomen) van teveel of te weinig mineralo- en glucocorticoïden beschrijven. 

  • het gebruik van corticosteroïden relateren aan een syndroom van Cushing en Addisoncrisis. 

  • de indicatie en bijwerkingen van corticosteroïden benoemen.  

  • de definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van verschillende vormen van dementie beschrijven. 

  • de definitie, risicofactoren, etiologie, pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, behandeling, complicaties, prognose en preventie van delier beschrijven. 

  • de definitie van de neurocognitieve stoornissen en de verschillen en overeenkomsten beschrijven. 

  • de (globale) werking van geneesmiddelen bij de ziekte van Alzheimer beschrijven. 

 

Te weinig mineralcorticoïden: verhoogde uitscheiding natrium = hyponatriëmie, verlaagde uitscheiding kalium = hyperkalimie. Dit zorgt beiden voor dehydratie, hypotensie, acidose en shock.  

Te weinig glucocorticoïden: hypoglykemie, z\spierzwakte, hyperpigmentatie en ziekte v Addison  

Te veel mineralcorticoïden; hypertensie, hypokaliemie  

Te veel glucocoritcoïden: cushing syndroom en hyperglykemie  

 

Gebruik corticosteroïden: langdurig zorgt voor veel glucocosteroïden = verhoogde cortisolspiegel = syndroom van Cushing.  

Plots staken zorgt voor een acuut tekort = Addison crisis. = levensbedreigend.  

 

Delier; ernstige toestand van acute verwardheid door lichamelijke oorzaak  

Risicofactoren: predisponerande factoren; hogere leeftijd, eerder, cofnitieve stoornis, multimorbiditeit, visus of gehoorbeperking  

Uitlokkende factoren; infectie, urineretentie, obstipatie, dehydratie, ondervoeding, hypo's en hyper's, trauma, elektrolytenstoornis, pijn, slaaptekort, alcohol en drugs ontwenning, wijziging in medicatie, neurologische stoornissen, verminderd orientatie en verandering omgeving  

Etiologie; somatische stoornis, groter door opstapeling factoren  

Pathofysiologie; disbalans neurotransmitters en verminderde cerebraal metabolisme en verhoogde ontstekingsmediatoren  

Symptomen; aandachtstoornis, bewustzijnsstoornis, cognitieve stoornis, hallucinaties,  

Kan acuut en fluctuerend beloop.  

Hyperactief; motorische onrust, verminderde controle, roepen, klagen  

Hypoactief; bewegingsarmoede, minder spreken, terugtrekkend gedrag  

Let op input van familie, aandachts- en cognitieve problemen, desoriëntatie, verandering is slaap en waakritme en angstig.  

Diagnostiek; DOSS meerdere malen per dag, heteroanamnese, oorzaak achterhalen behandeling; behandel de oorzaak, veilige omgeving en medicamenteus.  

Veilige omgeving; oriëntatiepunten, rustig spreken, prikkels beperken, begrip tonen, normale ADL stimuleren  

Medicatie; haloperidol en bij alcohol of benzo afkicken > lorazepam  

Complicaties; hoe langer hoe groter de kans; algemene complicaties bij ouder worden  

Prognose; reversibel, maar herstel kan lang duren  

Preventie; vroegtijdig signaleren  

 

Neurocognitieve stoornis; aandoening waarbij een verandering in de hersenen optreedt > denkvermogen achteruit  

Delier'vs dementie  

 

Dementie: syndroom met progressieve achteruitgang in de cognitie  

Risicofactoren; leeftijd, vrouwen, erfelijk en hart- en vaatziekten  

Etiologie; vaak meerdere oorzaken, depressie, hypothyreoïdie, hersentumor en chronisch subduraal hematoom  

Pathofysiologie;  

Alzheimer: ophoping amyloïde plaques > verlies synapsen en neuronen, meestal oorzaak erfelijk en jong 65+  

Vasculair: artherosclerose zorgt voor doorbloedingsstoornis> schade aan neuronen > symptomen bij plaats en trapsgewijs achteruit  

Fronto-temporale: atrofie van frontaal en temporaalkwab, erfelijk en jong 55-65  

Lewy-Body: lewy-lichaampjes in cytoplasma van neuronen 

Symptomen: cognitieve stoornissen in: KTG, verlies tijd/plaats, apraxie, agnosie, taal. Stemming en gedrag: depressie, apathie, agitatie, ontremd gedrag  

Persoonlijkheidsveranderingen, lichamelijke problemen en verminderd ziekte-inzicht diagnostiek; hetero anamnese, andere dingen uitsluiten en MMSE 

Behandeling; ondersteunend, casemanger, overbelasting mantelzorger en vasculaire risicofactoren  

Prognose: progressie, snelheid verschilt  

Complicaties; vallen, verward, ondervoeding, pnuemonie, depressie en delier 

Preventie; voorkomen van complicaties  

 

Indicatie en bijwerkingen corticosteroïden:  

Indicatie: astma, auto-immuunziekten, eczeem, tegen transplantatie afstoting. Ontstekingsreactie onderdrukken  

Bijwerkingen: diabetes, maskeren infecties, oedeem, maagzweren, osteoporose en verandering vetophoping  

 

Alzheimer medicatie:  

Donepezil, galantamine en rivastigmine: vergroten activiteit van acetylcholine in hersenen, zodat symotomen minder snel verergeren  

Memantine: vermindert de schade door exicitotoxiciteit en helpt verlier neuronen voorkomen