CGO casus 2

  • Kan verschillende vormen van voedselbeperking noemen, (9.2.4) en kan uitleggen wat eetbuien zijn (9.2.5);

  • Kent maatregelen die zorgvragers nemen om hun gewicht onder controle te houden (9.2.6);

  • Kan vertellen hoe cognitieve gedragstherapie (5G-schema) wordt ingezet; (9.7.4) 

  • Kan beschrijven welke doelen en interventies het herstel op korte (crisis) en lange (rehabilitatie) termijn ondersteunen. (9.7);

  • Weet welke rol systeemtherapie heeft in de behandeling van eetstoornissen (9.7.5);

  • Benoemt Criteria DSM-V anorexia nervosa (Box 9.1) en boulimia nervosa (Box 9.2) en BMI (tabel 9.1);

  • Kan uitleggen hoe menstruatie gerelateerd is aan anorexia nervosa (9.2.7);

  • Kan de prevalentie en mortaliteit van anorexia nervosa uitleggen (9.3);

  • Beschrijft prognose en beloop van eetstoornissen (9.8) en benoemt wat een verstoord lichaamsbeeld inhoudt (9.2.3);

  • Kan verklaringsmodellen (5) uitleggen voor eetstoornissen (9.5);

  • Kan Motivational Interviewing toepassen (9.7.1);

  • Kan uitleggen waar iemand zich bevindt in de motivatiecirkel (Prochaska) (9.7.1).

Verschillende vormen voedselbeperking:

  • maaltijden overslaan

  • minder eten tijdens maaltijden

  • bepaalde soorten voedsel niet meer nemen

  • perioden van vasten

eetbuien: Het eten van een grote hoeveelheid voedsel in een betrekkelijk korte tijd. Vaak is er controle verlies.

Maatregelen om gewicht onder controle te houden:

  • lijnen

  • purgeergedrag; voedsel zo snel mogelijk uit het lichaam te verwijderen (braken of laxeermiddel)

  • rumineren

  • voedsel kauwen en uitspugen

  • compensatoire middelen: diuretica, lavemente, eetlustremmers, afslankthee, afslankcrèmes en amfetamine

  • vasten

  • lichamelijke oefeningen (overmatig)

  • dwangmatig poetsen of schoonmaken

Cognitieve gedragstherapie inzetten voor: boulimia nervosa en eetbuistoornis is dit de eerste methode. combinatie van gedragstherapie en gesprekstherapie

Opbouw van regelmatig en normaal eetpatroon en afname van disfunctionele cognities over eetgedrag, lichaamsvormen en lichaamsgewicht.

ook bewijs gaan leren creëren om gedachtes te onderbouwen en te weerleggen, zodat cliënten zich bewust worden van hun denkpatronen en deze kunnen veranderen.

5G’s: gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag, gevolgen

doelen en interventies op korte termijn: symptoom controle en dan achterliggende problematiek. psycho-educatie en voedingsadviezen

  • ernstig ondergewicht bestrijden

  • snel gewichtsverlies stoppen

  • te laag kaliumgehalte verhelpen

interventies: opnamesetting, structuur in eten, sondevoeding, monitoring en crisisplan

Langer termijn; hebben al veel behandelingen achter de rug zonder positief resultaat en zijn minder gemotiveerd.

  • therapeutische relatie

  • CGT

  • motiverende gespreksvoering

  • rehabilitatie

systeemtherapie: er wordt gewerkt met het systeem( familie, relatie en vrienden) aan hoe men met elkaar omgaat. Wat voor gedrag juist schadelijk is en dat de eetstoornis niet meer versterkt wordt vanuit de omgeving.

Amenorroe: uitblijven van 3 achtereenvolgende menstruatieycyclussen, er is 15% vetpercentage nodig voor menstruatie.

Prevalentie en mortaliteit:

  • 95% vrouw

  • 907 diagnoses vrouw is voor 20ste levensjaar

  • mortaliteit is hoogste van alle psychische stoornissen

  • sterftecijfer: 6% suicide of comorbiditeit

  • prevalente: 0,5-1%

  • prognose: 40-50% geneest, 30% verbeterd en 20% blijft gestoord

Verklaringsmodellen eetstoornis:

  • lichamelijke ontwikkeling: bewust zijn van gewicht,

  • sociale verklaring: slankheidsideaal

  • psychologische verklaring: persoonlijkheid, perfectionistisch of juist impulsief

  • coping

  • fysiologisch: serotonine bij eten > eetbuien

  • genetisch

Motivational interviewing: het vergroten van de motivatie door een patiënt zelfregie te geven, patiënt is zelfexpert, naast de patiënt gaan staan, compassie

6 stappen motivatiecirkel:

  1. voorbeschouwing (precontemplation): ontkenning, bagatellisering, fase waarin de persoon zich niet bewust is van het probleem en niet wil veranderen

  2. Beschouwing (contemplation): overpeinzingsfase, waarin de persoon voor en nadelen afweegt en overweegt om te veranderen

  3. Beslissing (preparation): beslissings- en voorbereidingsfase en zichzelf voornemen om iets te gaan veranderen

  4. Actieve verandering (action): actiefase, waarin het nieuwe gedrag in de praktijk wordt gebracht

  5. Consolidatie (maintenance): fase van gedragsbehoud, waarin wordt volgehouden en eigen gemaakt

  6. Terugval (relapse)

Anorexia nervosa: gebrekkig of afwezige eetlust van nerveuze aard. Ze onderdrukken eetlust om mager te zijn maar ook controle te hebben.

  • Beperken van de energie-inname ten opzichte van energiebehoefte. Met resultaat veelste laag lichaamsgewicht voor leeftijd, sekse, groeicurve en lichamelijke gezondheid

  • Intense vrees om aan te komen of dik worden

  • stoornis in manier waarop diegene zijn lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart

type 1: beperkende of restrictieve type: vasten, dieet en overmatige lichaamsbeweging

type 2: vreetbuien en purgerende type: vreetbuien en daarna purgerende maatregelen

milde anorexia: BMI> 17

matige anorexia: BMI 16-16,9

ernstige anorexia: 15-15,9

zeer ernstige anorexia: < 15

Boulimia nervosa: honger als een rund, vreetbuien en compensatoire gedrag.

  • terugkerende episoden van eetbuien ( binnen een beperkte tijd een grote hoeveelheid eten, geen beheersing tijdens de episode)

  • terugkerend slecht compensatie gedrag om gewichtstoename te voorkomen

  • vreetbuien en compensatie gedrag komt ten minste 1x per week voor in 3 maanden

  • zelfbeeld wordt slecht beinvloed door lichaamsvorm of gewicht

robot