knowt logo

NA - H1 & H2 [C]

H1 - Basisvaardigheden

Grootheden eenheden

  • Kwalitatieve waarneming is een observatie van de eigenschappen van iets (zoals in een klaslokaal, waar iedereen een andere lengte heeft).

  • Kwantitatieve waarneming is een observatie van de grootheid van iets (zoals in een klaslokaal, waar je meet hoe lang iedereen is).

  • Grootheid is een eigenschap die je kunt meten (in de natuurkunde).

    • Grootheid = getal × eenheid

  • Een internationaal eenhedenstelsel is een eenheid die internationaal is overeengekomen.

  • Er zijn zeven basisgrootheiden en zeven basiseenheden:

    • lengte [l] - meter (m)

    • massa [m] - kilograb (kg)

    • tijd [t] - seconde (s)

    • stroomsterkte [I] - ampère (A)

    • temperatuur [T] - kelvin (K)

    • lichtsterkte [l] - candela (cd)

    • hoeveelheid stof [n] - mol (mol)

      • Als een grootheid/ eenheid niet een van de zeven, is het een afgeleide grootheid en afgeleide eenheid; zoals:

        • oppervlakte [A] - vierkante meter (m2)

        • volume [V] - kubieke meter (m3)

        • dichtheid [ρ] - kilogram per kubieke meter (kg/m3)

        • snelheid [v] - meter per seconde (m/s)

Werken met machten van 10

  • Wanneer een getal gebruikt ‘macht van 10’, noemen we dat wetenschappelijke notatie.

  • Er zijn vier uitkomsten als je met machten van 10 rekent:

    • 1 ÷ 10p = 10-p

    • 10p ÷ 10q = 10p-q

    • 10p ÷ 10q = 10p-q

    • 10p × 10q = 10p+q

    • (10p)q = 10p×q

Werken met eenheden

  • Oppervlakte formule: [A] = [l] × [b]

    • A: oppervlakte (m2)

    • l: lengte (m)

    • b: hoogte (m)

  • Kubieke formule: [V] = [l] × [b] × [h]

    • V: oppervlakte (m3)

    • h: lengte (m)

  • Diameter formule: [d] = 2 × [r]

    • d: diameter (m)

    • r: straal (m)

  • Omtrek formule: [O] = 2 × π ×[r]

    • O: omtrek (m)

  • Oppervlakte (van een cilinder) formule: [A] = π ×[r]2

  • Oppervlakte (van een bol) formule: [A] = 4 × π ×[r]2

  • Inhoud (van een bol) formule: [V] = 3/4 × π ×[r]3

  • Inhoud (van een cilinder) formule: [V] = π ×[r]2 × h

  • Dichtheid formule: [ρ] = [m] ÷ [V]

    • ρ = dichtheid (kg/m-3)

    • m = dichtheid (m3)

Meetonzekerheid en significante cijfers

  • Significante cijfers zijn all die cijfers achter het laatste ‘0.

    • Bijvoorbeeld: 0,001420

  • Aantal cijfers achter de komma zijn all die cijfers achter het het komma.

    • Bijvoorbeeld: 0,001420

Van meting naar diagram

  • Kwadratisch evenredig verband: y = a × x2

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 4× zo groot

  • Omgekeerde evenredig verband: y = a ÷ x

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 2× zo klein

  • Omgekeerde kwadratisch evenredig verband: y = a ÷ x2

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 4× zo klein

H2 - Beweging

Onderzoek naar beweging

  • ∆x = xeind - xbegin

Eenparige rechtlijnige beweging

  • snelheid formule: Vgem = ∆x ÷ ∆t

    • Vgem = gemiddelde snelheid (m/s-1)

    • ∆x = verplaatsing (m)

    • ∆t = tijdsuur (s)

      • ∆t = teind - tbegin

Eenparige versnelde beweging

  • versnelling formule: a = ∆v ÷ ∆t

    • a = versnelling (m/s-2)

    • V = verandering van snelheid (m/s-1)

      • ∆V = Veind - Vbegin

  • gemiddelde snelheid formule: Vgem = (Veind - Vbegin) ÷ 2

    • Veind = snelheid aan het eind (m/s-1)

    • Vbegin = snelheid aan het begin (m/s-1)

AD

NA - H1 & H2 [C]

H1 - Basisvaardigheden

Grootheden eenheden

  • Kwalitatieve waarneming is een observatie van de eigenschappen van iets (zoals in een klaslokaal, waar iedereen een andere lengte heeft).

  • Kwantitatieve waarneming is een observatie van de grootheid van iets (zoals in een klaslokaal, waar je meet hoe lang iedereen is).

  • Grootheid is een eigenschap die je kunt meten (in de natuurkunde).

    • Grootheid = getal × eenheid

  • Een internationaal eenhedenstelsel is een eenheid die internationaal is overeengekomen.

  • Er zijn zeven basisgrootheiden en zeven basiseenheden:

    • lengte [l] - meter (m)

    • massa [m] - kilograb (kg)

    • tijd [t] - seconde (s)

    • stroomsterkte [I] - ampère (A)

    • temperatuur [T] - kelvin (K)

    • lichtsterkte [l] - candela (cd)

    • hoeveelheid stof [n] - mol (mol)

      • Als een grootheid/ eenheid niet een van de zeven, is het een afgeleide grootheid en afgeleide eenheid; zoals:

        • oppervlakte [A] - vierkante meter (m2)

        • volume [V] - kubieke meter (m3)

        • dichtheid [ρ] - kilogram per kubieke meter (kg/m3)

        • snelheid [v] - meter per seconde (m/s)

Werken met machten van 10

  • Wanneer een getal gebruikt ‘macht van 10’, noemen we dat wetenschappelijke notatie.

  • Er zijn vier uitkomsten als je met machten van 10 rekent:

    • 1 ÷ 10p = 10-p

    • 10p ÷ 10q = 10p-q

    • 10p ÷ 10q = 10p-q

    • 10p × 10q = 10p+q

    • (10p)q = 10p×q

Werken met eenheden

  • Oppervlakte formule: [A] = [l] × [b]

    • A: oppervlakte (m2)

    • l: lengte (m)

    • b: hoogte (m)

  • Kubieke formule: [V] = [l] × [b] × [h]

    • V: oppervlakte (m3)

    • h: lengte (m)

  • Diameter formule: [d] = 2 × [r]

    • d: diameter (m)

    • r: straal (m)

  • Omtrek formule: [O] = 2 × π ×[r]

    • O: omtrek (m)

  • Oppervlakte (van een cilinder) formule: [A] = π ×[r]2

  • Oppervlakte (van een bol) formule: [A] = 4 × π ×[r]2

  • Inhoud (van een bol) formule: [V] = 3/4 × π ×[r]3

  • Inhoud (van een cilinder) formule: [V] = π ×[r]2 × h

  • Dichtheid formule: [ρ] = [m] ÷ [V]

    • ρ = dichtheid (kg/m-3)

    • m = dichtheid (m3)

Meetonzekerheid en significante cijfers

  • Significante cijfers zijn all die cijfers achter het laatste ‘0.

    • Bijvoorbeeld: 0,001420

  • Aantal cijfers achter de komma zijn all die cijfers achter het het komma.

    • Bijvoorbeeld: 0,001420

Van meting naar diagram

  • Kwadratisch evenredig verband: y = a × x2

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 4× zo groot

  • Omgekeerde evenredig verband: y = a ÷ x

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 2× zo klein

  • Omgekeerde kwadratisch evenredig verband: y = a ÷ x2

    • x-waarde: 2× zo groot

    • y-waarde: 4× zo klein

H2 - Beweging

Onderzoek naar beweging

  • ∆x = xeind - xbegin

Eenparige rechtlijnige beweging

  • snelheid formule: Vgem = ∆x ÷ ∆t

    • Vgem = gemiddelde snelheid (m/s-1)

    • ∆x = verplaatsing (m)

    • ∆t = tijdsuur (s)

      • ∆t = teind - tbegin

Eenparige versnelde beweging

  • versnelling formule: a = ∆v ÷ ∆t

    • a = versnelling (m/s-2)

    • V = verandering van snelheid (m/s-1)

      • ∆V = Veind - Vbegin

  • gemiddelde snelheid formule: Vgem = (Veind - Vbegin) ÷ 2

    • Veind = snelheid aan het eind (m/s-1)

    • Vbegin = snelheid aan het begin (m/s-1)

robot