Note
0.0(0)

Samenvatting van de staatsstructuur en wetgeving in Nederland

Dit is Nederland

1. Inleiding

  • Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) voert overheidstaak uit
  • Wettelijke bevoegdheid om strafbare feiten op te sporen
  • Belang van wetgeving in Nederlandse samenleving
  • Hoe wordt wetgeving vastgesteld?

1.2 Welke staatsvorm heeft Nederland?

  • Term gedecentraliseerde eenheidsstaat
    • Centrale overheid: het Rijk
    • Decentrale overheden: provincies, waterschappen, gemeenten
  • Kenmerken van een staat:
    • Grondgebied
    • Volk
    • Eigen overheidsgezag
  • Gecentraliseerde vs. gedecentraliseerde states:
    • Gecentraliseerd: alleen centrale overheid heeft wetgevende macht
    • Gedecentraliseerd: centrale overheid geeft wetgevende macht aan lagere organen
  • Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat met beperkte bevoegdheden voor lagere overheden

1.3 Scheiding der machten (trias politica)

  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht
  • Drie onafhankelijke machten zijn essentieel voor het voorkomen van machtsmisbruik

1.3.1 Onafhankelijke machten

  1. Wetgevende macht

    • Staten-Generaal (Tweede en Eerste Kamer)
    • Provinciale Staten
    • Gemeenteraad
  2. Uitvoerende macht

    • Regering, Gedeputeerde Staten, college van B&W, burgemeester
  3. Rechterlijke macht

    • Onafhankelijke rechters

1.3.2 Belang van de scheiding

  • Voorkomt dat één orgaan teveel macht heeft
  • Wetgevende macht controleert de uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht zorgt voor onafhankelijke rechtspraak

1.4 Het Rijk

  • De centrale overheid en haar organen
  • Kenmerken van een democratische rechtsstaat:
    • Parlement (Staten-Generaal):
    • Tweede Kamer: 150 leden, 4 jaar zitting
    • Eerste Kamer: 75 leden, getrapte verkiezing, 4 jaar zitting
    • Constitutionele monarchie
    • Grondwet en verantwoordelijkheden van de Koning

1.4.1 De Staten-Generaal

  • Volksvertegenwoordiging
    • Controleert het regeringsbeleid
    • Betrokken bij wetgeving

1.4.2 De regering

  • Hoogste bestuursorgaan, bestaat uit:
    • Koning en ministers
  • Taak van de regering:
    • Doet wetsvoorstellen, ontwikkelt beleid, onderhoudt relaties

1.4.3 De verhouding tussen Staten-Generaal en regering

  • Verantwoording afleggen door de regering aan de Kamer
  • Kamers hebben het laatste woord

1.5 Wetgeving in de gedecentraliseerde eenheidsstaat

  • Wetten in formele vs. materiële zin
  • Attributie, delegatie en subdelegatie van wetgevende bevoegdheid
  • Procedure totstandkoming van wetten

1.5.1 Vaststellen van een wet (in formele zin)

  • Wet wordt vastgesteld door regering en Staten-Generaal
  • Procedure via wetsvoorstel, advies Raad van State, stemming in beide kamers

1.5.2 Wet in materiële zin

  • Verschillende vormen van wetgeving, zoals AMvB

1.5.3 Jurisprudentie als rechtsbron

  • Jurisprudentie beïnvloedt de interpretatie en toepassing van de wet

1.6 De provincie

  • Organisatie en wetgeving van provincies
  • Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten
  • Procedure tot vaststelling provinciale verordeningen

1.7 De gemeente

  • Gemeenteraad, college van B&W, en burgemeester
  • Vergelijkbare procedures voor gemeentelijke verordeningen
  • Noodverordening en verantwoordelijkheden van de burgemeester
Note
0.0(0)