De vraag van een product is hoeveel producten consumenten (kopers) bereid zijn om te kopen bij verschillende prijzen. Deze grafiek is dalend omdat mensen zo weinigmogelijk willen betalen (aankoopbereidheid). Dit kan altijd veranderen door allerlei invloeden:

• verandering van het inkomen

• grotere voorkeur voor een ander product

• prijswijziging van soortgelijke producten

• verandering van aantal cosumenten op de productmarkt

een toename zou er voorzorgen dat de curve naar rechts verschuift waardoor de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid stijgen. Een afname heeft het tegengesteld effect.

Het aanbod is hoe producten bereied zijn voor producten aan te bieden bij verschillende prijzen. Deze curve gaat omhoog omdat hoe hoger de prijs hoe hoger de aangebode nhoeveelheid is. Jier zijn ook factoren die het aanbod beïnvloeden:

• weersomstangigeden

• grootte van productiekosten

• technologische vooruitgang

• aantal producten op de productmarkt → concurrentie

Een toename van deze factoren zorgt voor een verschuiving naar rechts waardoor de evenwichtsprijs daalt en de evenwichtshoeveelheid stijgt. een afname van deze factoren zal omgekeerd zijn.

De overheid kan ook invloed hebben. Door btw, als het verhoogt stijgt de prijs en als het daalt daalt de prijs. Premies en subsidies verzorgen dat mensen meer producten aankopen

De overheid kan ook een minimum en maximumprijs zetten