Positie, situs en orientatie in thorax
positie (levo positie → links, meso mid, dextropositie rechts)
orientatie: waar wijst de punt naar toe, dextrocardie, mesocardie en levocardie. (links)
situs: situatie van organen in lichaam, situs solitus, inversus gespiegeld, ambiguu: onduidelijk
bij situs solitus ligt aorta links van vena cava (subcostaal)
bij situs inversus aorta rechts, vci links
3 segmenten, atria, ventrikels, vaten
morfologische kenmerken
rechter boezem: hartoor brede basis, driehoekig, musculi pectinati
LA: hartoor spits, gladwandig
LV: wand LV dikker, gladde wand, AV klepinsertie minder apicaal dan RV, mitralisklep hoort bij LV (AV klep volgt de kamer)
RV: trabekels, AV klep meer naar apicaal, tricus hoort bij RV
Ventrikels, gebalanceerd of disbalans (hypoplasie L of R)
Connecties
AV: concordant (RA > RV; LA > LV) discordant (RA > LV, LA > RV)
overriding: ostium klep deels boven andere kamer
straddling: als insertie deel van de klep in andere kamer is
VA: concordant (morfologische RV > AP, LV > Ao); discordant (RV > AO, LV > PA), klep wordt genoemd naar vat waar het naar uitstroomt
kijken naar splitsingspatroon, aorta bocht, pulmonalis heeft bifurcatie
15% van alle congentinale afwijkingen, ook op latere leeftijd
Kind: souffle, dyspnoe, hartfalen, luchtweginfecties
Volwanssen: atriale aritmie, PH
Ouderen: TIA/CVA
Systolische souffle 2L → volume over pulmonalis
Gespleten tweede harttoon
Weinig drukverschil LA-RA en weinig turbulentie
Klein ASD weinig volumeoverbelasting, conservatief beleid, behalve bij TIA/CVA bij paradoxale embolus
40-60% krijgt atriale aritmie, ook na sluiting, overweeg ablatie pre-sluiting
PAH kan ontstaan vanaf 3e decade, komt minder voor dan gedacht!
RV falen
Shunt LA > RA
→ volumeoverbelasting, RA en RV dilatatie
→ toename volume door longen
→ dilatatie AP en longvenen
Afname shunting:
PH, PS, overige RV afwijkingen, druk R hoger dus minder drukverschil
Toename shunting, bv bij ouderen
Hypertensie, LV dysfunctie (diastolische dysfunctie, aorta/mitralisklep) → toename linker atriumdruk en dus shunting
RV dilatatie → zoek naar de shunt! Waar zijn de longvenen?
Morfologie
PAPVR?
Hemodynamiek
Shuntrichting (Colour scale verlagen, lage snelheden)
Tekenen RV volumebelasting en RV dysfunctie (afplatting septum diastole)
MRI: gouden standaard volume meting, EF en 2D flow quantificatie (Qp:Qs)
Pulmonaaldruk
LV diastolische dysfunctie → kan na sluiten acuut longoedeem geven
Opgevuld doppler patroon pulmonaalvene in AP4CH, hogere snelheid en minder duidelijk S/D
niet sluiten foramen ovale
Niet altijd rond, meestal ovaal, kan gefenestreerd zijn, locatie kan varieren dus niet altijd centraal
subcostaal: posterior-anterior
subcostaal korte as: superior, inferior
subcostaal sweep
AP4CH: ook posterior-anterior, farfield!
PSAX: ook relatie met aorta, rim voor sluiten?
PLAX: RV inflow
PLAX: rechter kant sternum, bovenop RA→LA
X-plane in subcostaal; of irotate
hoog, bij VCS; vaker ook rechter longvene uitmonding in RA dus dubbele shunt en volumebelasting, is zoeken!
subcostaal, 5CH ver naar anterior gekanteld.
MRI! Dan ook meteen goede beoordeling inmonding longvenen
Unroofed coronary sinus, niet geheel gesloten. Loopt achter LA langs.
LA → sinus coronarius → RV
Gedilateerde sinuscoronarius
Aberrante longvenen
AP4CH, RUPV komt vaak in beeld, beetje kantelen naar posteiror RLPV. Links kantelen en draaien.
Subcostaal, scimitar
Crab view: alle 4 pulmonaalvenen. Hoog parasternaal
Bij twijfel gebruik CT of MRI
Bij pt verdacht voor LV diastolische dysfunctie is rechts cath met proef ballon sluiting een optie, dit heft ventiel effect van ASD en ontlastende effect voor LV op waardoor druk evt stijgt en diastolische dysfunctie ontmaskerd kan worden.
PVR (WU) = MPAP - wedge / cardiac output
MPAP = MAX PG PI + RA druk
DPAP = eind systolsiche PI druk + RA druk
Acceleratie tijd PI <105ms verhoogde pulmonaal drukken
Sinus venosus, primum en coronaius defecten chirurgische sluiting eerste keus
Scimitar: PAPVR, 1 uitmondende vene uit rechter long op vena cava inferior ook vaker icm hypoplastisch rechter hart
10% van aangeboren hartafwijkingen
90% in leven na 30 jaar
Blalock Taussig a. subcl rechts naar pulmonalis
gemodificeerd met graft
Waterston: centraal ao asc naar pulmonalis
Potts ao desc met pulmonalis
Multimodality imaging GUCH
Positie, situs en orientatie in thorax
positie (levo positie → links, meso mid, dextropositie rechts)
orientatie: waar wijst de punt naar toe, dextrocardie, mesocardie en levocardie. (links)
situs: situatie van organen in lichaam, situs solitus, inversus gespiegeld, ambiguu: onduidelijk
bij situs solitus ligt aorta links van vena cava (subcostaal)
bij situs inversus aorta rechts, vci links
3 segmenten, atria, ventrikels, vaten
morfologische kenmerken
rechter boezem: hartoor brede basis, driehoekig, musculi pectinati
LA: hartoor spits, gladwandig
LV: wand LV dikker, gladde wand, AV klepinsertie minder apicaal dan RV, mitralisklep hoort bij LV (AV klep volgt de kamer)
RV: trabekels, AV klep meer naar apicaal, tricus hoort bij RV
Ventrikels, gebalanceerd of disbalans (hypoplasie L of R)
Connecties
AV: concordant (RA > RV; LA > LV) discordant (RA > LV, LA > RV)
overriding: ostium klep deels boven andere kamer
straddling: als insertie deel van de klep in andere kamer is
VA: concordant (morfologische RV > AP, LV > Ao); discordant (RV > AO, LV > PA), klep wordt genoemd naar vat waar het naar uitstroomt
kijken naar splitsingspatroon, aorta bocht, pulmonalis heeft bifurcatie
15% van alle congentinale afwijkingen, ook op latere leeftijd
Kind: souffle, dyspnoe, hartfalen, luchtweginfecties
Volwanssen: atriale aritmie, PH
Ouderen: TIA/CVA
Systolische souffle 2L → volume over pulmonalis
Gespleten tweede harttoon
Weinig drukverschil LA-RA en weinig turbulentie
Klein ASD weinig volumeoverbelasting, conservatief beleid, behalve bij TIA/CVA bij paradoxale embolus
40-60% krijgt atriale aritmie, ook na sluiting, overweeg ablatie pre-sluiting
PAH kan ontstaan vanaf 3e decade, komt minder voor dan gedacht!
RV falen
Shunt LA > RA
→ volumeoverbelasting, RA en RV dilatatie
→ toename volume door longen
→ dilatatie AP en longvenen
Afname shunting:
PH, PS, overige RV afwijkingen, druk R hoger dus minder drukverschil
Toename shunting, bv bij ouderen
Hypertensie, LV dysfunctie (diastolische dysfunctie, aorta/mitralisklep) → toename linker atriumdruk en dus shunting
RV dilatatie → zoek naar de shunt! Waar zijn de longvenen?
Morfologie
PAPVR?
Hemodynamiek
Shuntrichting (Colour scale verlagen, lage snelheden)
Tekenen RV volumebelasting en RV dysfunctie (afplatting septum diastole)
MRI: gouden standaard volume meting, EF en 2D flow quantificatie (Qp:Qs)
Pulmonaaldruk
LV diastolische dysfunctie → kan na sluiten acuut longoedeem geven
Opgevuld doppler patroon pulmonaalvene in AP4CH, hogere snelheid en minder duidelijk S/D
niet sluiten foramen ovale
Niet altijd rond, meestal ovaal, kan gefenestreerd zijn, locatie kan varieren dus niet altijd centraal
subcostaal: posterior-anterior
subcostaal korte as: superior, inferior
subcostaal sweep
AP4CH: ook posterior-anterior, farfield!
PSAX: ook relatie met aorta, rim voor sluiten?
PLAX: RV inflow
PLAX: rechter kant sternum, bovenop RA→LA
X-plane in subcostaal; of irotate
hoog, bij VCS; vaker ook rechter longvene uitmonding in RA dus dubbele shunt en volumebelasting, is zoeken!
subcostaal, 5CH ver naar anterior gekanteld.
MRI! Dan ook meteen goede beoordeling inmonding longvenen
Unroofed coronary sinus, niet geheel gesloten. Loopt achter LA langs.
LA → sinus coronarius → RV
Gedilateerde sinuscoronarius
Aberrante longvenen
AP4CH, RUPV komt vaak in beeld, beetje kantelen naar posteiror RLPV. Links kantelen en draaien.
Subcostaal, scimitar
Crab view: alle 4 pulmonaalvenen. Hoog parasternaal
Bij twijfel gebruik CT of MRI
Bij pt verdacht voor LV diastolische dysfunctie is rechts cath met proef ballon sluiting een optie, dit heft ventiel effect van ASD en ontlastende effect voor LV op waardoor druk evt stijgt en diastolische dysfunctie ontmaskerd kan worden.
PVR (WU) = MPAP - wedge / cardiac output
MPAP = MAX PG PI + RA druk
DPAP = eind systolsiche PI druk + RA druk
Acceleratie tijd PI <105ms verhoogde pulmonaal drukken
Sinus venosus, primum en coronaius defecten chirurgische sluiting eerste keus
Scimitar: PAPVR, 1 uitmondende vene uit rechter long op vena cava inferior ook vaker icm hypoplastisch rechter hart
10% van aangeboren hartafwijkingen
90% in leven na 30 jaar
Blalock Taussig a. subcl rechts naar pulmonalis
gemodificeerd met graft
Waterston: centraal ao asc naar pulmonalis
Potts ao desc met pulmonalis