AS

Economie volgens Chat

1. Bij een schadegeval: wie is aansprakelijk/verantwoordelijk?

  • Aansprakelijkheid = wie juridisch verantwoordelijk is (vb. bij fout of nalatigheid). (Wie het gedaan heeft)

  • Verantwoordelijkheid = wie moet instaan voor de schade (kan contractueel bepaald zijn). (Wie moet betalen)


2. Belang van een verzekering

  • Beschermt tegen financiële risico’s (ziekte, schade, diefstal...).

  • Voorkomt grote, onverwachte kosten.

  • Verhoogt zekerheid en gemoedsrust.


3. Verplichte vs. niet-verplichte verzekeringen

  • Verplicht (vb.):

    • BA Auto

    • Arbeidsongevallen (werkgevers)

    • Ziekte- en invaliditeitsverzekering (via ziekenfonds)

  • Niet-verplicht (vb.):

    • Brandverzekering (wel vaak contractueel verplicht)

    • Familiale verzekering

    • Hospitalisatieverzekering


4. Verplichtingen koper en verkoper bij een koopovereenkomst

  • Verkoper: levert het goed, in goede staat, op afgesproken tijdstip.

  • Koper: betaalt de prijs, aanvaardt levering.


5. Totale kost van een aankoop met financieringskost

  • Totale kost = aankoopprijs + interesten + bijkomende kosten
    (vb. dossierkosten, verzekeringen, notariskosten bij woning)

  • Hoe langer de looptijd of hoe hoger de rente, hoe duurder de lening.


6. Persoonlijk budget beheren

  • Korte termijn: huur, boodschappen, energie, abonnementen.

  • Lange termijn: leningen, pensioensparen, grote uitgaven.

  • Budget opstellen = inkomsten - vaste & variabele uitgaven.


7. Keuzes bij aankopen beargumenteren

Let op:

  • Totale kostprijs (ook onderhoud, verbruik, lening)

  • Noodzakelijkheid

  • Duurzaamheid (levensduur, ecologische impact)

  • Financieringskost

  • Budget (is er ruimte of niet?)


8. Spaar- en beleggingsvormen toelichten

  • Spaarrekening: flexibel, laag rendement, weinig risico.

  • Termijnrekening: vast bedrag, vast termijn, iets hoger rendement.

  • Aandelen: eigendom in bedrijf, hoog risico, potentieel hoog rendement.

  • Obligaties: lening aan overheid/bedrijf, vast rendement, matig risico.

  • Beleggingsfondsen: gespreid beleggen via fondsbeheerder.

  • Alternatieven: vastgoed, cryptomunten, kunst (vaak risicovoller).


9. Vergelijking spaar- en beleggingsvormen

Vorm

Risico

Rendement

Spaarrekening

Zeer laag

Laag

Termijnrekening

Laag

Iets hoger

Obligaties

Matig

Gemiddeld

Aandelen

Hoog

Hoog

Beleggingsfondsen

Wisselend

Afhankelijk van spreiding

Alternatieven

Zeer wisselend

Kan hoog zijn, maar onzeker


10. Inkomsten en uitgaven van de overheid

  • Inkomsten: belastingen, sociale bijdragen, accijnzen.

  • Uitgaven: sociale zekerheid, onderwijs, gezondheid, infrastructuur …


11. Belastingaangifte invullen (vereenvoudigd)

  • Controle van vooraf ingevulde gegevens via MyMinfin.

  • Aanpassen indien nodig (bv. kinderen ten laste, leningen).

  • Bevestigen of corrigeren vóór de deadline.