Samenvatting Voedsel Chemie
Chemie van het frituren
- Zie ook VML (raffinage, bederf van olie)
- Isomerisatie en polymerisatie.
- Pyrolyse: Thermische afbraak tot laag-moleculaire gewicht componenten.
- Hydrolyse: Ontstaan van G, MG, DG en VVZ door water.
- Het rookpunt daalt.
- Er ontstaan off-flavors.
- Hydrolyse wordt bevorderd door bakpoeder en een hoog watergehalte in het voedingsmiddel.
Rooktemperaturen
- Olijfolie begint te roken vanaf 175°C.
Kooktechnieken en materiaal
- Keuze van materiaal.
- Kenmerken van materiaal voor voedingsprocessen.
- Keukenmaterialen.
- Reiniging en cirkel van Sinner.
- Kookmethoden: algemene overwegingen.
- Vochtige kookmethoden.
- Koken in water.
- Algemeen.
- De snelkookpan.
- Kookplaten.
- Stomen.
- Smoren, stoven, pruttelen, pocheren, braiseren.
- Koken in water.
- Droge kookmethoden.
- Bakken en sauteren.
- Grillen en roosteren.
- Oven.
- Frituren.
- Microgolfoven of magnetron.
Microgolf - Magnetron
- Elektromagnetische techniek.
- Gebruikt microgolven en infrarode straling.
- Schaalverdeling hanteert wetenschappelijke afkortingen (e.g., 10^5 betekent 100.000).
- Frequenties: Aantal trillingen per seconde.
Ontdekking en Werking van de Magnetron
- Percy Spencer (Raytheon) vond de magnetron uit in 1945.
- Magnetrons werden populair in de jaren zeventig.
- Hitte via elektromagnetische straling.
- Microgolven bevatten weinig energie in vergelijking met IR-straling.
- Microgolven beïnvloeden vooral polaire moleculen (elektrische onevenwicht).
- Ingrediënten met water worden snel verhit.
- Ovenlucht (stikstof, zuurstof, waterstof) en niet-polaire materialen (glas, steengoed, plastic) worden niet direct beïnvloed.
- Werking magnetron:
- Zender creëert een elektromagnetisch veld dat polariteit 2 tot 5 miljard keer per seconde omdraait (915 of 2450 MHz).
- Watermoleculen worden gedwongen mee te draaien met het veld.
- Deze beweging wordt overgebracht op andere moleculen, waardoor de temperatuur snel stijgt.
Voordelen en Nadelen van Microgolven t.o.v. IR
- Voordelen:
- Snellere garing.
- Hoge concentratie microgolven.
- Microgolven dringen dieper door (2,5 cm) dan IR.
- Omgeving wordt niet verhit, wat zorgt voor efficiënt energiegebruik.
- Nadelen:
- Snelle verhitting leidt tot vochtverlies en drogere textuur.
- Moeilijkere controle van de gaarheid.
- Kan deels voorkomen worden door pulserend aan en uit te zetten.
- Geen bruining, tenzij door uitdroging.
- Hot spots en ongelijke verdeling van water (draaiplateau).
- Speciale magnetronverpakkingen met metaal kunnen bruining bevorderen.
- Aluminiumfolie en metalen in de magnetron:
- Kan gebruikt worden om delen van voedsel te beschermen.
- Moet groot genoeg zijn en afstand houden van de wanden om boogontladingen te voorkomen.
- McGee raadt het gebruik af.
Zelfstudie
- De microgolfoven: Koken zonder zorgen (p.221).
Aluminium trays in de magnetron
- Niet geschikt voor magnetrons van voor 1983.
- Aluminium deksel moet verwijderd worden.
- Maaltijd moet het grootste deel van de tray bedekken.
- Plaats de tray in het midden van de draaitafel.
- Let op: Plaats een keramische of glazen plaat onder de tray als de magnetron een metalen draaitafel heeft.
- De aluminium schaal mag de wanden niet raken (minimaal 2 cm afstand).
- Gebruik slechts één aluminium tray per keer.
Case Studies
- Ter info p.270-275.
Fysico-chemie van het Koken
- Werking van additieven.
Emulgatoren
- O/W (olie in water) of W/O (water in olie).
- Gedispergeerde fase.
- Continue fase.
- Stabiliteit van emulsie:
- Wet van Stokes: Lage sedimentatiesnelheden betekenen hogere stabiliteit.
- Kleine dichtheidsverschillen, kleinere druppelgrootte van de gedispergeerde fase en hoge viscositeit van de continue fase.
- Wet van Stokes: Lage sedimentatiesnelheden betekenen hogere stabiliteit.
- Additieven.
- Technieken gebaseerd op druk (vb. 7000 kPa, homogenisator).
- Voorbeelden: Melk, boter, mayonaise, ijs.
Zetmeel
- Zelfstudie: volgende termen kunnen uitleggen
- Natief zetmeel.
- Verstijfselingstemperatuur.
- Retrogradatie.
- Gelering van zetmeel.
- Hydrolyse van zetmeel (zuur of enzymatisch).
- Instant zetmeel.
Viscositeit van Zetmeel
- Verstijfselingstemperatuur.
- Top viscositeit.
- Raw starch granules made up of amylose (helix) and amylopectin (branched).
- Additie van water breekt amylose crystalline granules en disrupts helices, granule swells (volledige oplossing).
- Addition of heat and water causes more swelling. Amylose begins to diffuse out of granule.
- Granules, now containing mostly amylopectin, have collapsed and are held in a matrix of amylose forming a gel.
Viscositeitcurve
- Viscositeitcurve van het afkoelen van een oplossing van natief zetmeel.
Afkoelen Zetmeel-Oplossing
Oplossing met lage concentratie aan zetmeel + langzaam afkoelen:
- Geeft vertroebeling en uiteindelijk een witte neerslag.
- Amylose moleculen hebben ruimte om naast elkaar te liggen.
- Vorming van veel H-bruggen onderling.
- Netwerk is sterk en lost niet opnieuw op bij 100°C (Irreversibel).
- Proces heet retrogradatie.
- Amylopectine vormt geen stevig netwerk vanwege zijketens.
Oplossing met hoge concentratie aan zetmeel + snel afkoelen:
- Zetmeelmoleculen krijgen geen tijd om zich te ordenen.
- Ketens worden 'bevroren' in hun vorm.
- Veel water tussen de zetmeelketens, minder H-bruggen.
- Ontstaat een 'flexibele gel'.
- Bij verwarmen ontstaat weer een oplossing (Reversibel).
- Proces heet gelering.
De zetmeelgel is niet gestabiliseerd:
- Amylosemoleculen kunnen zich toch gaan ordenen.
- Witte troebeling die niet meer oplost bij verwarmen (retrogradatie).
Hydrolyse van Zetmeel
- Zetmeel → dextrines → oligosacch. → maltose → afzonderlijke glucose-monomeren.
- Enzymatische hydrolyse:
- α-amylase (speeksel en pancreasvocht).
- Hydrolyse door amylase gaat enkel tot maltose-eenheden; het enzyme maltase geeft de uiteindelijke splitsing tot glucose.
- Afhankelijk van temperatuur en pH (Topt = 35°C en pHopt = 6,9).
- Zure hydrolyse:
- Verlaging pH + verhitting versnelt dit proces.
Stabilisatoren
- Niet kennen.
Fysico-chemie van het Koken
- Conserveren en fysicochemisch bederf van voedsel.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel
- Versheid en bederf van voedingsmiddelen.
- Bewerking van voedsel en het begrip ‘conservering’.
- Technieken uit de conserveringsnijverheid.
- Drogen.
- Vacuümtechnieken.
- Vacuüm verpakken.
- Vacuümgaren.
- Warmtebehandelingen.
- Roken.
- Doorstralen = irradiatie.
- PEF (Pulsed Electric Field).
- Hoge druk behandeling.
- Micro- en ultrafiltratie.
- Pulsed Light Energy Treatment.
- Koelen en vriezen.
- Koelschade en vriesschade.
- Bewaarmiddelen.
- Fysicochemische veranderingen door bewaring.
- Climacterisch en niet-climacterisch fruit.
- Verpakkingsmateriaal voor voedingsmiddelen.
Food Preservation Methods
- Physical methods
- High-temperature preservation
- Low-temperature preservation
- Dehydration
- Extrusion cooking
- Irradiation
- Chemical methods
- Food colors
- Flavors
- Thickening and gelling agents
- Fat extenders and emulsifiers
- Antioxidants
- Preservatives
- Acids, bases, and salts
- Flour improvers
- Nutritional supplements
- Adventitious additives
- Biological methods
- Fermentation
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Versheid en Bederf van Voedingsmiddelen
- Grondstoffen zijn vers na oogst of productie.
- Tussen productie en consumptie kunnen ongewenste veranderingen optreden (bederf).
- Bederf kan verschillende vormen aannemen en variëren in ernst.
- Bederf gaat vaak gepaard met veranderingen in geur, kleur, vorm, textuur, smaak, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn.
- Microbiologisch bederf is niet altijd zichtbaar (pathogenen).
- Definitie: “Bederf = elke verandering die leidt tot kwaliteitsverlies van een voedingsmiddel waardoor dit ongeschikt raakt voor gebruik of consumptie”.
Vormen van Bederf
- Microbiologisch en parasitair:
- Bederforganismen.
- Pathogenen.
- Bacteriën, schimmels en gisten zijn het belangrijkst in voedsel.
- Virussen enkel met voedsel of materiaal als drager; parasieten vnl. in onhygiënische omstandigheden.
- Chemisch en biochemisch:
- Nutriëntenafbraak.
- Chemische bruinkleuring.
- Enzymatische bruinkleuring.
- Fysisch en mechanisch:
- Destabilisatie van een emulsie.
- Uitdrogen of wak worden van koekjes.
- Klonteren van kristalsuiker.
- Blutsen van een appel.
- Steekschade bij aardappelen.
- Verontreiniging:
- Glassplinters, steentjes, zandkorrels, metaaldeeltjes.
- Afkomstig van keukenpersoneel (ringen, pleisters).
- Pleisters en borstels zijn vaak blauw.
- Ongedierte (insecten, knaagdieren en uitwerpselen).
- Residuën van schoonmaakmiddelen.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Conserveringsnijverheid
- Conserveringsnijverheid = bewerken verwerkende industrie.
- Om bederf van voedsel te voorkomen of beperken, zal de industrie bijzondere maatregelen moeten nemen. Deze branche noemt men de ‘conserveringsnijverheid’ = bewerken.
- verwerken
- De meeste conserveringstechnieken gebeuren industrieel.
- Een aantal technieken kunnen eventueel vertaald worden naar huishoudelijke mogelijkheden, doch in dat geval kan men het proces niet helemaal beheersen: een consument beschikt immers niet over alle materiaal, kennis, technieken,… om elke procesparameter te controleren.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Drogen
- Klassiek drogen → dehydratatie en rehydratatie van VM.
- Hydratatie = watergehalte van een voedingsmiddel stijgt.
- Dehydratatie = voedingsmiddel geeft water af aan zijn omgeving.
- Bij dehydratatie zal eerst het “vrije water” verdwijnen, dan het los gebonden water en nadien het vast en zeer vast gebonden water.
- Om het zeer vast gebonden water te verwijderen moet men vaak drogen tot er minder dan 10% watergehalte resteert!
- Voedingsmiddelen worden bewust gedehydrateerd door droging (bv. gedroogde pruimen, instant soup,…).
- Brengen we gedehydrateerde voedingsmiddelen terug in contact met water(damp), dan treedt er rehydratatie op.
Omgevingslucht
- VOEDINGSMIDDEL, ERV = 80%, a_w = 0,80.
Droogsnelheid
- De droogsnelheid is hoog indien veel ‘vrij water’ aanwezig is.
- Drogen alsof water volledig vrij is aan oppervlak → constante snelheid (initiële stijgend deel is opwarming).
- Verschil zand (vrij water) vleesgehakt.
Drying Curve for Fish
- Drying rate 10 kq ft²/h.
- Grafiek van drying rate vs. time.
Sorptie-isotherm en Hysteresis
- Zie chemie.
- Vriesdrogen of lyofiliseren:
- Eerst het aanwezige water bevriezen → daarna laten sublimeren (ijs → waterdamp).
- Gewenste vorm van dehydratatie vb. gevriesdroogde oploskoffie, kruiden,…
- Voordeel t.o.v. klassiek drogen door verhitting →Vacuümdrogen.
- Verdamping van water gebeurt vlotter bij lage druk.
- Type drogers: ter info.
Drier Types
- Lijst van verschillende droogmethoden en hun toepassingen.
Drying Equipment
- Afbeeldingen en schema's van verschillende droogapparaten (Roller dryer, Tray dryer, Pneumatic dryer, Fluidised bed dryer, Rotary dryer, Spray dryer, Freeze dryer).
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Vacuümtechnieken
- Vacuüm verpakken:
- Verwijderen zuurstof O2 (niet volledig, er blijft altijd zuurstof achter in de voedselmatrix).
- Chemisch effect: voorkomen oxidatie.
- Microbiologisch effect: afremmen groei van aërobe micro-organismen.
- Fysisch effect: barrière-functie van de verpakking.
- Vaak in combinatie met andere conserveringsbehandeling(en).
- Verwijderen zuurstof O2 (niet volledig, er blijft altijd zuurstof achter in de voedselmatrix).
- Vacuümgaren:
- Verhitting/garen in de vacuümverpakking.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Warmtebehandelingen
- Keuze in functie van bederf voorkomen (welke micro-organismen wil men verminderen) en kwaliteit behouden (behoud van kleur, vitaminen,…).
- Factoren:
- Temperatuur.
- Tijd.
- Equivalente °T/t – combinaties bestuderen.
- 30 minuten op 63°C ~ 15 seconden op 73°C.
- Product en techniek.
- Vorm (vloeibaar of vast).
- Vb. melk over platenwarmte-uitwisselaar: 15 à 20 sec op 72°C.
Pasteuriseren vs. Steriliseren
- Pasteuriseren:
- Milde warmtebehandeling.
- Weinig aantasting van het voedsel.
- Temperaturen tussen 60 en 100°C.
- Sporen overleven pasteurisatie.
- Steriliseren en blikconserven:
- Temperaturen boven 100°C.
- Direct of indirect (in verpakking of gesteriliseerd product afvullen met risico op nabesmetting).
- Sporen worden ook vernietigd (vb. sporen van C. Botulinum).
- “In principe” is geen microbiologisch bederf meer mogelijk (vb. boontjes in blik).
- Echter, een verpakking is niet onfeilbaar.
Conservering en Fysicochemisch Bederf van Voedsel (Herhaling)
- Herhaling van de lijst met onderwerpen.
Roken
- Effect op basis van:
- Rooktemperatuur.
- Dalen a_w (uitdrogingseffect van drogen met bijhorende toename in relatief zoutgehalte).
- Giftige stoffen voor micro-organismen.
- Voorbeelden: vlees, vis.
- Koudroken.
- Warmroken.
Irradiatie = Doorstraling
- Gamma-straling.
- Ioniserend.
- Daarom schadelijk voor vb. DNA…
- Maar voor beperkt aantal producten toegelaten (warenwetgeving).
- Vb. gedroogde kruiden en specerijen.
PEF
- Pulsed Electric Field.
- Nieuwe, milde conserveringstechnologie om de houdbaarheid te verlengen.
- Kort aanleggen van een intens elektrisch spanningsverschil over een levensmiddel waardoor de meeste bacteriën afgedood worden.
- Continue behandeling met slechts een geringe verhoging van de temperatuur waardoor smaak en vitamines behouden blijven.
- Geschikt voor pasteurisatie van vloeistoffen.
- Pasteurisatie-effect.
- Voorbeeld: vruchtensappen.
PEF Diagram
- Diagram van een Pulsed Electric Field setup met electrodes, high voltage generator, capacitor, switch en voedsel.