literatuur hc7

Verbeter de wereld: Het algemeen belang als opvoedingsdoel

5.1 Inleiding

• Rita Liljestrom (1983) identificeert twee nieuwe type kinderen:

  • Publieke kind

  • Commerciële kind

• De traditionele rol van de familie in de opvoeding is afgenomen door:

  • Toenemende invloed van overheid en professionals

  • Markteconomie die een moreel en emotioneel vacuum vulde

• Liljestrom stelt dat deze invloeden het ouderschap en verantwoordelijk burgerschap ondermijnen.

• Huidige roep op meer verantwoordelijkheidsgevoel van ouders, burgers zijn te afhankelijk geworden van overheid en professionals.

5.2 Algemeen belang als opvoedingsdoel

• Algemeen belang is sterk afhankelijk van type samenleving en kan als volgt gedefinieerd worden:

  • In stand houden en ontwikkelen van democratie.

  • Sociaal ethisch engagement in opvoeding en onderwijs moet centraal staan.

• Democratie vereist niet alleen individuele doelstellingen maar erkenning van wederzijdse belangen tussen individuen en groepen.

• Democratische manier van samenleven:

  • Burgers lossen conflicten via dialoog en onderhandeling.

  • Sociale ethiek van gelijkheid en verantwoordelijkheden.

5.3 Opvoeding als samenlevingsbelang

• De afwezigheid van het algemeen belang in opvoeding is zorgwekkend.

• Kinderen zijn niet alleen bezit van ouders, maar toekomstige burgers.

• Opvoeding beïnvloedt het functioneren van de democratische rechtsstaat.

• Burgers moeten bereid zijn om samenlevingsvormen te ondersteunen.

5.4 'Democrats are made, not born'

• Veel jongeren weten niet wat democratie inhoudt, en zijn niet voldoende betrokken.

• Onderwijs en socialisatie zijn cruciaal voor de ondersteuning van de democratische rechtsstaat.

5.5 Moraliseren of democratiseren

• Gevoeliger ethische discussies over deugden en karaktervorming:

  • Neoconservatieven vs. progressieve liberalen.

• Het opvoedingsproces moet duidelijke morele richtlijnen en democratische waarden inbouwen.

5.6 Gezinsopvoeding en democratie

• Gezinsopvoeding heeft aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van waarden en moraal.

• Autoritatieve opvoeding blijkt het meest effectief in het onderwijzen van democratische waarden.

5.7 Democratie en ouderschapseducatie

• Gezinsopvoeding vergt een nadruk op democratische waarden en actieve participatie.

• Sociale vaardigheden en democratische praktijken moeten vanaf jonge leeftijd aangeleerd worden.

5.8 Publiek kind en gaten in de pedagogische infrastructuur

• Pedagogische infrastructuur is essentieel voor de ontwikkeling van jeugdigen.

• Er zijn tekortkomingen in ondersteuning en integratie,

  • Jongeren voelen zich vaak niet gesteund door volwassenen.

5.9 Tot slot: de noodzaak van een democratisch-pedagogisch offensief

• Onderwijs moet weer prioriteit geven aan publieke belangen en democratische vorming.

• Sociale en pedagogische structuren moeten versterkt worden om de democratie en de publieke zaak te waarborgen.