Praetor urbanus: Geschillen tussen Romeinse burgers.
Praetor peregrinus: Geschillen met vreemdelingen.
Jaarlijks werd een lijst opgesteld voor rechters (iudices).
Handelsgeschillen:
Behandeld door aediles curules.
Senaat:
Sprak recht in bepaalde gevallen.
Volksvergadering:
Trad op als Hof van Beroep (provocatio ad populum).
Keizertijd:
Keizer centraliseerde rechterlijke macht.
Bijgestaan door een consilium van rechtsgeleerden.
2. Soorten straffen
Afhankelijk van status en procesvorm:
Verschil tussen:
Romeinse burgers (ius civile) en vreemdelingen (ius gentium).
Vrijen en slaven.
2.1. Delicta privata (Particuliere geschillen)
Straf:
Geldelijke schadeloosstelling (poena).
2.2. Crimina publica (Publieke misdaden)
Misdrijven:
Kuiperij bij verkiezingen, verduistering van staatsgelden, opdrijven van graanprijzen, valsmunterij, valsheid in geschrifte, sluipmoord, chantage, echtbreuk, vrijheidsberoving, enz.
Straffen:
Geldboete ten voordele van de schatkist (multa).
Doodstraf:
Alternatief: Ballingschap.
Gevolgen van ballingschap:
Verlies van burgerrecht.
Verbeurdverklaring van bezittingen (publicatio bonorum).
Uitsluiting van water en vuur (interdictio aquae et ignis).
3. Strafuitvoering in de keizertijd
Eliteburgers:
Straf:
Verbanning (al dan niet tijdelijk, met of zonder verbeurdverklaring).
Doodstraf (onthoofding).
huisarrest (cfr. infra)
Niet-elite:
Dwangarbeid:
In de mijnen (ad metalla).
Als roeiers op oorlogsschepen.
Als gladiator in de arena.
Doodstraf:
Wurging of kruisiging (bijv. apostel Petrus).
Wildedierengevecht in de arena (damnatio ad bestias).
4. Bijzondere straffen
Damnatio memoriae:
Na de dood: Naam uitgewist van monumenten.
Toegepast bij keizers zoals Heliogabalus.
Gevangenisstraffen:
Geen gebruikelijke straf.
Gevangenis diende alleen voor voorlopige hechtenis.