Biologie flashcards 4.3

  1. Afstamming van organismen

    • Alle nu levende organismen stammen af van eerder levende organismen die vaak anders uitzagen. Dit laat zien hoe het leven zich over miljarden jaren heeft ontwikkeld.


  1. Vier grote tijdvakken van de geologische tijdschaal

    • Precambrium: Het oudste tijdvak (4,6 miljard - 541 miljoen jaar geleden), met voornamelijk eencellige organismen.

    • Paleozoïcum: Het tijdvak (541 - 252 miljoen jaar geleden) waarin de eerste complexe levensvormen, zoals vissen, amfibieën en planten, verschenen.

    • Mesozoïcum: Het tijdvak (252 - 66 miljoen jaar geleden) waarin dinosauriërs heersten.

    • Kenozoïcum: Het huidige tijdvak (66 miljoen jaar geleden - nu), gedomineerd door zoogdieren.


  1. Fossielen: Wat, hoe en waarom

    • Wat zijn fossielen?
      Versteende resten, sporen of afdrukken van oude organismen.

    • Hoe ontstaan fossielen?
      Organismen worden begraven onder lagen sediment. Onder druk en met tijd worden deze lagen gesteente, waarbij de resten fossiliseren.

    • Waarom zijn fossielen belangrijk?
      Ze geven inzicht in de geschiedenis van het leven en de ontwikkeling van soorten door de tijd heen.

robot