non-invasieve pijnbestrijding: cognitieve gedragstechnieken, ademhalingsoefeningen, visualisatie, elektrisch stimulatoren, massage, koude en warmte therapie
patiëntgecotroleerde analgesie (PCA): Een methode waarbij patiënten zelf hun pijnmedicatie kunnen toedienen, wat hen meer controle geeft over hun pijnmanagement en kan leiden tot een verbeterde pijnverlichting.
epidurale pijnbestrijding: Een techniek waarbij pijnstillers direct in de epidurale ruimte van het ruggenmerg worden geïnjecteerd, wat kan helpen bij het verlichten van ernstige pijn, vooral tijdens en na chirurgische ingrepen.
intraveneuze pijnbestrijding: Een methode waarbij pijnstillers via een infuus in de bloedbaan worden toegediend, wat snel en effectief kan bijdragen aan pijnverlichting, vooral in acute situaties.
doorbraakpijn: Een type pijn dat optreedt ondanks een adequate pijnbestrijding, meestal gekarakteriseerd door plotselinge en intense pijnscheuten die kunnen optreden bij patiënten met een chronische pijnconditie.
pijnstillende pleisters: Een vorm van pijnbestrijding waarbij medicatie in de huid wordt opgenomen via een pleister, wat langdurige verlichting biedt zonder dat orale of injecteerbare middelen nodig zijn.