De student kan symptomen herkennen van de palliatieve fase.
De student kan protocollen en richtlijnen uit de palliatieve zorg toepassen op de casus.
De student kent voorzieningen in de palliatieve zorg.
symptomen palliatieve fase;
psychologisch; pijn, angst, depressie, delier, vermoeid
lichamelijk;
MDL; verminderde eetlust, gewichtsverlies, dehydratie, misselijk, braken, obstipatie, diarree, loze aandrang AH; dyspneu, hoesten. koorts, lymfeoedeem, slaapproblemen, zweten en venacavasuperior syndroom
Behandelen door; symptomatisch; pijnbestrijding of niet medicamenteus, of oorzaakgesricht
Palliatieve fasen; ziektegericht, symptoomgericht en terminaal:
Ziektegericht: Focus op het behandelen van de onderliggende ziekte en het optimaliseren van de kwaliteit van leven.
Symptoomgericht: Behandeling gericht op het verlichten van symptomen zoals pijn, misselijkheid en dyspneu.
Terminaal: Ondersteuning in de laatste levensfase, met nadruk op comfort en emotionele zorg.
zorgpad; stervensfase
voorzieningen;
hospice: Een zorgvoorziening die gespecialiseerde, comfortabele zorg biedt aan terminale patiënten en hun families, gericht op het verlichten van pijn en andere symptomen.
bijna thuis- thuizen:Een zorgvorm die patiënten in de laatste levensfase de mogelijkheid biedt om in hun eigen omgeving te verblijven, met ondersteuning van zorgprofessionals en vrijwilligers.