CGO casus 6

  • De student kan symptomen herkennen van de palliatieve fase.

  • De student kan protocollen en richtlijnen uit de palliatieve zorg toepassen op de casus.

  • De student kent voorzieningen in de palliatieve zorg.

symptomen palliatieve fase;

psychologisch; pijn, angst, depressie, delier, vermoeid

lichamelijk;

MDL; verminderde eetlust, gewichtsverlies, dehydratie, misselijk, braken, obstipatie, diarree, loze aandrang AH; dyspneu, hoesten. koorts, lymfeoedeem, slaapproblemen, zweten en venacavasuperior syndroom

Behandelen door; symptomatisch; pijnbestrijding of niet medicamenteus, of oorzaakgesricht

Palliatieve fasen; ziektegericht, symptoomgericht en terminaal:

  • Ziektegericht: Focus op het behandelen van de onderliggende ziekte en het optimaliseren van de kwaliteit van leven.

  • Symptoomgericht: Behandeling gericht op het verlichten van symptomen zoals pijn, misselijkheid en dyspneu.

  • Terminaal: Ondersteuning in de laatste levensfase, met nadruk op comfort en emotionele zorg.

zorgpad; stervensfase

voorzieningen;

hospice: Een zorgvoorziening die gespecialiseerde, comfortabele zorg biedt aan terminale patiënten en hun families, gericht op het verlichten van pijn en andere symptomen.

bijna thuis- thuizen:Een zorgvorm die patiënten in de laatste levensfase de mogelijkheid biedt om in hun eigen omgeving te verblijven, met ondersteuning van zorgprofessionals en vrijwilligers.

robot