Les 1, Biopolymeer
Monomeer → (polymerisatie) → polymeer
A is een monomeer dat polymeriseerd tot -A-A-A-A- of [-A-] de repenteerende eenheid is die n keer voorkomt
De eigenschappen tussen oligomeren en polymeren verschillen
Lineairl
Vertakt
Netwerk
Gecrosslinkt
Voorbeelden copolymeren:
Statisch en random copolymeren
Alternerend copolymeer
blokpolymeer
ent- of graftcopolymeer
De structuur beïnvloed eigenschappen van polymeer.
In de natuur vind je alleen L-aminozuren. (L-D, op basis van licht inval)
De zijgroep aan de alpha-C-atoom bepalen de eigenschappen.
Conformatie peptide worden gedefinieerd voglens torsiehoeken.
Mbv newman projectie kan je de torsiehoek inzichtelijk maken**. Phi is voor couterclocwise en psi voor clockwise.**
vervolgens zou je de torsiehoeken kunnen weergeven in Ramachandran-plot. herhaling van een specifieke hoek geeft indicatie voor secundaire structuur.
Conformatie: Φ (phi) en Ψ (psi) rond de 60˚
3-7 helixi draaien linkshandig om elkaar heen tot protofibril.
Spiraalvorm zorgt voor grote rekbaarheid
Bepaling van draaiing spiral met duim:
-Spiraal volgt vinger van rechterduim als duim van N-terminus naar C-terminus wijst.
H-bruggen beëindigen opeenvolgende windingen van dezelfde keten. C=O (i) paart met N-H (i+4). Vorming van polysacchariden gaat via de vorming van glycoside bindingen tussen monosacchariden. Deze ontstaan door de aanval van hemiacetaal door alcohol geeft acetaal.
-Poly(α-D-glucose) via α-1-4 koppeling glycosidebinding
-Ketengroei aan alcohol op C4: in standaardoriëntatie van rechts naar links.
-Mens beschikt over enzymen die α-glycoside binding kunnen hydroliseren
•Poly(α-D-glucose) via α-1-4 koppeling glycosidebinding, vertakkingen via α-1-6-glycosidebindingen.
•Door vertakkingen kan het sneller worden aangemaakt en afgebroken.
•Poly(β-D-glucose)
-mens heeft geen enzym dat beta glucoside verbding kan hydroliseren
Monomeer → (polymerisatie) → polymeer
A is een monomeer dat polymeriseerd tot -A-A-A-A- of [-A-] de repenteerende eenheid is die n keer voorkomt
De eigenschappen tussen oligomeren en polymeren verschillen
Lineairl
Vertakt
Netwerk
Gecrosslinkt
Voorbeelden copolymeren:
Statisch en random copolymeren
Alternerend copolymeer
blokpolymeer
ent- of graftcopolymeer
De structuur beïnvloed eigenschappen van polymeer.
In de natuur vind je alleen L-aminozuren. (L-D, op basis van licht inval)
De zijgroep aan de alpha-C-atoom bepalen de eigenschappen.
Conformatie peptide worden gedefinieerd voglens torsiehoeken.
Mbv newman projectie kan je de torsiehoek inzichtelijk maken**. Phi is voor couterclocwise en psi voor clockwise.**
vervolgens zou je de torsiehoeken kunnen weergeven in Ramachandran-plot. herhaling van een specifieke hoek geeft indicatie voor secundaire structuur.
Conformatie: Φ (phi) en Ψ (psi) rond de 60˚
3-7 helixi draaien linkshandig om elkaar heen tot protofibril.
Spiraalvorm zorgt voor grote rekbaarheid
Bepaling van draaiing spiral met duim:
-Spiraal volgt vinger van rechterduim als duim van N-terminus naar C-terminus wijst.
H-bruggen beëindigen opeenvolgende windingen van dezelfde keten. C=O (i) paart met N-H (i+4). Vorming van polysacchariden gaat via de vorming van glycoside bindingen tussen monosacchariden. Deze ontstaan door de aanval van hemiacetaal door alcohol geeft acetaal.
-Poly(α-D-glucose) via α-1-4 koppeling glycosidebinding
-Ketengroei aan alcohol op C4: in standaardoriëntatie van rechts naar links.
-Mens beschikt over enzymen die α-glycoside binding kunnen hydroliseren
•Poly(α-D-glucose) via α-1-4 koppeling glycosidebinding, vertakkingen via α-1-6-glycosidebindingen.
•Door vertakkingen kan het sneller worden aangemaakt en afgebroken.
•Poly(β-D-glucose)
-mens heeft geen enzym dat beta glucoside verbding kan hydroliseren